Tegelwerk
is alle wand- en vloerbekleding van tegels, meestal van gebakken klei
(ook plafondbekleding, maar van tegels komt dat zelden voor).
Let bij het leggen van een (keramische) tegelvloer o.m. op de volgende zaken:
- ondergrond:
(a) zorg dat de ondergrond voldoende stevig is voor de tegelvloer (beton
is mooi; een houten vloer vergt een speciale vorm van egalisatie, bijvoorbeeld
door een extra laag houten plaat en pas eventueel een ontkoppelingsplaten toe
die op de ondergrond gelijmd wordt)
(b) wacht tot de dekvloer
uitgehard is (bij voorkeur moet de dekvloer 28 dagen uitharden...)
(c) zorg voor een vlakke ondergrond + dekvloer
- randisolatie en dilatatievoegen:
breng voldoende randisolatie (bij de dekvloer) en bij grotere oppervlakten dilatatievoegen aan, zodat de
vloer kan uitzetten en krimpen door temperatuurverschillen (denk ook aan vloerverwarming; er kunnen scheuren ontstaan als er de vloer geen mogelijkheid
heeft tot
uitzetten en krimpen)
- keuze van de tegel: (a) kies de tegel die bij uw toepassing hoort; voorbeelden: voor buiten dubbelgebakken
tegels (vorstbestendige tegels), voor een vloer van een badkamer een stroeve
tegel tegen uitglijden (antislipwaarde,
R-waarde)
(b) kies een tegel met de juiste slijtageklasse (PEI-waarde);
de weerstand tegen slijtage is mede afhankelijk van het type kamer (tegels bij
de ingang moeten meer tegen slijtage bestand zijn dan tegels in de
slaapkamer)
(c) gebruik bij een houten ondergrond niet te grote tegels om eventuele werking
van de vloer niet de tegels te laten beïnvloeden (vermoedelijk niet groter dan
30x30 cm)
- bevestiging tegels:
(a) gebruik lijm (tegellijm) of specie die geschikt is voor de gekozen tegels en
de vloer (beton of hout)
(b) als de tegels groter zijn dan 30x30 cm zowel de ondergrond als de tegel
insmeren met lijm of specie
- aantal tegels:
reken voor het aantal tegels ook op breuk en omdat er
tegels pas gemaakt moeten worden wat extra tegels vraagt (breuk treedt op
tijdens transport, maar zeker ook tijdens het pas maken van de tegels);
overigens: bij kleinere tegels of brede voegen nemen de voegen relatief veel
ruimte in van de oppervlakte, waardoor het aantal tegels iets kleiner wordt dan
berekend uit vloeroppervlakte gedeeld door tegeloppervlakte)
- patroon:
wanneer de tegels niet in hun geheel gelegd kunnen worden (dit
is meestal het geval) dan gaat de voorkeur uit naar eenzelfde grootte van de
tegel de linkerwand als tegen de rechterwand (dus bijvoorbeeld niet alleen
rechts een smallere tegel en links een gehele tegel)
- voegbreedte (voegafstand):
(a) probeer "droog" met een aantal tegels op de vloer of op de tafel
(pas op voor krassen) wat u een mooie voegbreedte lijkt bij de gekozen tegel
(minimaal 3 mm)
(b) de minimale voegbreedte bedraagt vaak 3 mm om het voegmiddel goed te kunnen
zetten; zeker de wat grotere tegels kunnen een wat grotere voeg krijgen, waardoor
makkelijker in de voeg geboord kan worden zonder dat er een stukje van de tegel
afspat; een onregelmatig gevormde tegel heeft een bredere voeg nodig om te
vermijden dat de tegels tegen elkaar aan komen en eventueel ook om een wat
robuuster uiterlijk te geven
(c) gebruik voor gemakkelijk leggen voegkruisjes (tegelkruisjes)
of hoge dunne latjes (met de juiste en gelijke dikte) tussen de tegels; druk de
voegkruisjes diep in de lijm/specie zodat het voegcement over de kruisjes gaat;
de hoge dunne latjes moeten uiteraard verwijderd worden en bij hergebruik van
eventuele specie worden ontdaan
(d) zorg dat de tegels iets (bijvoorbeeld een voegbreedte) van de rand komen;
denk er bij wandtegels aan dat de andere wand ook betegeld wordt
- aanbrengen lijm/specie:
(a) kies een tegellijm of specie die past bij de ondergrond én bij de
tegelomvang én tegelsoort (voor zware tegels of grootformaat wandtegels is een
andere lijm/specie nodig dan voor een klein, lichtgewicht tegeltje)
(b) opmerking: met tegellijm lijkt het gemakkelijker te zijn dan met
cementmortel om de gelegde tegels te corrigeren (beetje verschuiven of ophogen
of verlagen; cementmortel kan wel eens snel uitharden, vooral bij goed
wateropnemende tegels, droge tegels en droog weer)
(c) zorg dat er niet over de verse tegelvloer wordt gelopen; begin bijvoorbeeld
op het punt in de kamer dat het verst van de deur verwijderd is (bij voorkeur
eindig je bij de deur)
(d) breng niet teveel lijm/specie aan (bij voorkeur niet meer dan wat met 1 m2
overeenkomt)
- aanbrengen tegels:
(a) zorg ervoor dat er geen smalle reepjes aan de rand van vloer of wand komen
(b) probeer bij een kleine wand aan de uiteinden van de wand een gelijke
tegelgrootte te hebben (bij een wc staat het"raar als er helemaal links een
smalle tegel is en helemaal rechts een grotere)
(c) druk de tegels goed in de lijm/specie, goed tegen de voegkruisjes aan
(d) let er bij een vloer op dat de tegels goed horizontaal liggen en bij een
wand op gelijke hoogte
- aanbrengen voegmiddel:
(a) kies als voegmiddel wat in uw situatie het beste is, wat betreft ondergrond
(kies een flexibel voegmiddel bij een enigszins bewegende vloer zoals een houten
vloer), wat betreft kleur (kies de kleur voeg die past bij de tegel) en wat
betreft soort voegmiddel (bij een vloer of een badkamer vaak een zo goed als
waterdicht voegmiddel)
(b) na een etmaal is de lijm/specie uitgehard en kan gevoegd worden (volg de
gebruiksaanwijzing); gebruik hiervoor bijvoorbeeld een rubber spaan
(c) de voegen moeten droog zijn en maak de voegen goed schoon (stof en vuil
eventueel met een stofzuiger verwijderen)
(d) bepaal of u een wat diepere voeg wilt of een voeg die wat meer gelijk ligt
met het tegeloppervlak; een enigszins verdiepte voeg heeft het voordeel
dat je gemakkelijk met een natte spons of doek én gelijkmatige druk een mooie
voeg krijgt; een wat hoger gelegen voeg kan wel eens wat ongelijkmatig
overkomen, vooral bij scheerlicht (laag invallend licht)
(e) druk het voegmiddel goed in de voegen (probeer de tegel zelf te ontzien als
het voegmiddel niet goed verwijderd kan worden)
(f) verwijder met een natte spons of doek het overtollige voegmiddel uit de voeg
(g) verwijder met een natte spons of doek het voegmiddel van de tegel (om de
sluier van het voegmiddel op de tegels zo gering mogelijk te maken)
- verwijderen sluier van het voegmiddel:
(a) verwijder de sluier op de tegels eerst met een vochtige spons (raak de voeg
zelf zo min mogelijk anders kan deze te diep komen te liggen)
(b) wacht tot het voegmiddel uitgehard is en verwijder de resterende sluier met
een natte doek (een natte doek die neemt het opgedroogde voegmiddel makkelijker
op) en droog de tegels na met een droge doek (ontzie de voegen).
Met dank aan o.m. Karwei Doe
het zelf Tegelvloer leggen.
Voor bescherming van de vloer worden stoelen, tafels, kasten e.d. voorzien van glijders, viltjes, doppen of wielen: zie Floorfriendly, Stoeldop shop en Vloerglijders.