Ook:
faïence, fayence. Faience is een kleisoort die achtereenvolgens:
- bij ca. 1000-1200 graden bakken ("grootvuur", waardoor het steenhard wordt)
- bedekken met een
ondoorzichtige witte laag tinglazuur (tinglazuur is wit en
ondoorzichtig)
- eventueel beschilderen met glazuurverf
- bedekken met een doorzichtige laag loodglazuur (loodglazuur is
doorzichtig, versterkt de kleur van de beschildering en geeft glans)
- opnieuw bakken waardoor de beschildering versmelt met de glazuurlaag en goed
blijft zitten.
Faience is een type aardewerk (steengoed) van hoge kwaliteit dat met de
ondoorzichtige witte laag geglazuurd is om het op Chinees porselein te laten
lijken.
Ook
in tegelwerk is er faience.
Het tweemaal bakken wordt "biscuit" genoemd.
Op de onderzijde van faience aardewerk zijn meestal drie kleine putjes
zichtbaar, de afdrukken van de pennen waar het aardwerk in de oven op rust.
Andere veel gebruikte termen voor faience zijn, niet geheel terecht:
- plateel, werkwijze oorspronkelijk hetzelfde als faience, later voor veel soorten
aardewerk tegels met een glazuurlaagje
- majolica, werkwijze hetzelfde
als faience, alleen aan beide zijden van een bord of tegel bedekt met glazuur na
de eerste bak (voorzijde tinglazuur, achterzijde loodglazuur); veelkleurige
beschildering.
In Engeland en andere landen worden veel andere soorten aardewerk ook faience
genoemd.
De herkomst van de term faience is niet eenduidig: van de Italiaanse
plaats Faenza in de provincie Ravenna of van de Franse plaats Fayence in
de Provence, waar belangrijke aardewerkfabrieken stonden.