Randisolatie is het isolatiemateriaal dat als kantstrook aan de randen van een ruimte of bouwelement aangebracht wordt
om koudebruggen
(thermische isolatie) of geluidsbruggen
(akoestische isolatie) te vermijden,
maar wordt vooral toegepast bij vloerverwarming om de verwarmde dekvloer
en afwerkvloer te laten uitzetten en
krimpen zonder scheuren of barsten te
geven (denk ook aan randisolatie rond kolommen
e.d.).
Randisolatie kan ook toegepast worden om in de vloer een dilatatievoeg
aan te brengen.
Er zijn rollen randisolatie met plakstrip die het bevestigen
vergemakkelijken en de randisolatie op haar plaats houdt bij het aanbrengen van
de vloer.
Randisolatie kan voorzien zijn van scheurstroken en een zogenoemde folieflap.
De folieflap voorkomt dat de specie van de dekvloer over en achter de
randisolatie loopt waardoor ongewenst contact zou worden gelegd tussen de vloer
en de wand.
Randisolatie is meestal verkrijgbaar in dikten van 5 à 8 mm en in verschillende
hoogten en lengten; het materiaal is meestal het wat flexibele polyethyleenschuim.
Voor akoestische isolatie kunnen ook randstroken uit stevige minerale wol
worden toegepast (10 mm dik), bijvoorbeeld bij het toepassen van Rigidur vloeren
van Gyproc. Voor het
geluiddempend isolerend van de verbinding tussen vloer en wand of tussen plafond
en wand) kan Gyprocafdichtingsband
worden gebruikt.
voorbeeld van randisolatie bij de plaatsing van vloerverwarming noppjet
van radson:
blauwe randisolatie bij de plaatsing van vloerverwarming met bevestiging
van de buizen door clips (vds
consulting):
randstroken van steenwol voor het akoestisch ontkoppelen van de rigidur
vloer van de omringende constructie; de rigidur vloer wordt aangebracht op
de kale vloer (vloerdelen, osb o.d.) en vormt een vlakke en
(contact)geluiddempende ondergrond voor laminaat, parket e.d., maar ook
voor vloerverwarming bij een wat minder egale of minder stabiele vloer (gyproc):