Parket is een verzamelnaam voor verschillende soorten
(hardhouten, bamboe, kurken) vloeren. Van oorsprong zijn parketvloeren massieve
houten
vloeren.
Er zijn twee soorten parket:
- de tapisvloer (vast
gelegd)
- de zwevende vloer (niet vast aan de ondergrond).
Verder kan de parket worden afgewerkt met band en bies.
De afwerklaag van parket kan was, olie of lak zijn. Voordeel van was
en olie is dat een kleine beschadiging of een veelgebruikt deel van
het parket tussen de grote onderhoudsbeurten in redelijk gemakkelijk
behandeld kan worden. De meeste parketvloeren worden met was of olie
behandeld.
Een stukje over de oppervlaktebehandeling uit "Onderhoud
van houten vloeren" van de Monumentenwacht
Vlaanderen:
- Was.
De historische methode om een blanke vloer in de was te zetten, is tweeledig: in de houtnerf en op het oppervlak werd een waterwerende laag aangebracht;
hier bovenop werd na droging een waslaag aangebracht als onderhoudslaag, hoofdzakelijk om esthetische redenen. Wanneer het hout volledig gedroogd was, werd de vloer opgeblonken met een
harde borstel en nadien eventueel met een zachte wollen doek opgewreven tot de gewenste glans bereikt was.
- Oliën. Olievernissen zijn al sinds de 16e eeuw in gebruik. Het is niet duidelijk wanneer ze voor het eerst op houten vloeren werden aangebracht. Lijnolie is de bekendste vloerolie. Een met olie ingewreven houten vloer is gemakkelijk in onderhoud en vrij resistent tegen watervlekken; ook de kleur en de matte glans worden erg gewaardeerd. Maar het droogproces duurt erg lang (ca. 1 week), het hout verdonkert, er blijft steeds een vettige film achter waar vuil in blijft kleven en op termijn vergeelt de olie.
- Vernis en lak.
Vanaf de 19e eeuw werden parketten soms gevernist of 'gelakt' (bijvoorbeeld schellak, colofonium) om de kleur en de glans te verhogen, de vloer te beschermen tegen slijtage en het onderhoud te vergemakkelijken. Bovenop de laklaag werd soms een transparante waslaag aangebracht. De verkregen glans is hoger dan bij een gewone waslaag, maar minder fel dan bij een hoogglansvernis.
Later zijn de transparante lakken toegepast.
Gebruik bij voorkeur geen zachte houtsoorten (vooral de nagels van honden
krassen heel snel en heel diep).
Parket is vaak te combineren met vloerverwarming
(maar niet bij te dikke planken en niet als er een dikke viltlaag of ander
isolerend materiaal tussen
verwarming en
planken ligt).
Eén van de sterke, minder bekende parketsoorten is bamboeparket.
Geregeld onderhoud is bij een parketvloer (ook lamellenparket) van
groot belang. Quick-Step,
bekend van de oersterke laminaatvloeren, fabriceert ook echte
parketvloeren die van een harde toplaag zijn voorzien.
ander voorbeeld van vlechtpatroon, o.m. met ster in het midden, vlechtvloer,
parketvloer:
met band en bies, parketvloer, trap met afzelia parket met band en
bies:
Lamellenparket heeft alleen een toplaag van een paar mm van een
duurdere, hardere houtsoort. Lamellenparket bestaat uit een onderlaaglaag van twee of drie kruiselings verlijmde lagen
(vuren)hout en bij mindere kwaliteiten wordt ook wel spaanplaat en hardboard gebruikt.
De toplaag van echt hout is vaak 4 tot 6 mm dik, de totale dikte is 12 tot 15 mm.
Laminaat is een kunststofvloer: een MDF-onderlaag
met een gefotografeerde
toplaag (meestal met een houtdesin) met een kunststof coating.
Een laminaatvloer is een
zwevende vloer van ca. 8 mm dik, kan niet worden geschuurd en moet bij slijtage geheel worden vervangen.
Zie verder bij laminaat.
Kijk ook eens op:
- Bohemian
Works voor bijzondere parketvloeren, zeer veel verschillende patronen
- Ara Nederland
voor o.m. parketrestauratie.
Voor bescherming van de vloer worden stoelen, tafels e.d. voorzien van glijders, viltjes, doppen of wielen:
zie Floorfriendly, Stoeldop shop en Vloerglijders.