Het
"werken" van hout is het onder invloed van
droge of vochtige lucht of vocht vertonen van krimp en zwel, en daardoor
het ontstaan van scheuren.
Hout krimpt niet regelmatig. Daardoor ontstaan er spanningen die tot kromming
of scheurvorming kunnen leiden. Niet alle houtsoorten krimpen even veel:
beuken krimpt relatief veel en is voor maatvaste constructies minder geschikt.
Teak krimpt heel weinig; teak noemen we daarom een stabiele houtsoort.
Door verduurzamen van hout door
acetyleren (Accoya) of door verhitten en/of
onder hoge druk (Platowood)
wordt het houtproduct stabieler.
Overigens, het "werken" van beton of van een afwerkvloer of
natuursteenvloer is vergelijkbaar: spanningen in de vloer door drogen en door
bijvoorbeeld ondeugdelijk aangelegde vloerverwarming, te snel stoken van de
vloerverwarming of te een hoge temperatuur in de verwarmingsbuizen kunnen scheuren in de vloer veroorzaken (zie bij krimpnet).