De damwand wordt toegepast op plaatsen waar grond of water moet worden gekeerd over een bepaalde hoogte.
Eind 19e eeuw werd stalen damwand ontwikkeld als alternatief voor de tot dan gebruikte houten
damwandplanken.
Een houten damwand is vrij beperkt in sterkte, moeilijk in te brengen in harde grond en daarnaast onderhevig aan invloeden van vocht en uitdroging. Bovendien is de waterdichtheid van houten damwand niet optimaal.
Naarmate de techniek van het warmwalsen van staal in het begin van deze eeuw verbeterde, werd het mogelijk om aan U- en Z-vormige profielen slotverbindingen te walsen waardoor aaneengesloten wanden konden worden gerealiseerd.
Het punt waarop de damwanden aan elkaar verbonden zijn, wordt slot
genoemd.
Het materiaal waaruit een damwand gefabriceerd is, kan zijn:
hout, staal, beton en kunststof.
De methode van inbrengen kan zijn: meest voorkomend is trillen,
verder heien en drukken (vrijwel trillingsvrij).
De damwand kan via trekken weer uit de grond worden gehaald,
meestal via trillen.
Toepassingen voor damwanden zijn: keermuren, kademuren,
kelderwanden, parkeergarages, bouwputten,
oevers (ook kanaalbeschoeiingen), leidingsleuven, tunnels, viaducten,
duikers,
stuwen,
landhoofden, geluidsschermen, kelderachtige constructies, bodemsaneringsprojecten, waterdichte
schermen.
Projecten - plaatsing damwanden Domplein Utrecht; let op de fraai gevormde muur van
de Schatkamer
Domplein II die zo ontstaat (Van
Zoelen aannemersbedrijf)