In Nederland heerst woningnood. Woningnood is het tekort aan woningen:
de vraag is structureel groter dan het aanbod. Er is nu duidelijk woningnood, net als bijvoorbeeld in en na de
Tweede Wereldoorlog, toen veel woningen en andere gebouwen gebombardeerd waren en er
nauwelijks bouwmaterialen en financiële middelen waren om nieuwe
woningen te bouwen.
In dit artikel staan een aantal oorzaken en mogelijke oplossingen van de huidige
woningnood.
(Het is een omvangrijk artikel geworden waar nog her
en der aan geschaafd en geschoven zal worden, maar het geeft voorlopig veel
informatie en vooral ook achtergronden...)
De hoofdoorzaken van de Nederlandse woningnood zijn
er wordt sowieso te weinig gebouwd (o.m. door de prijs, de regelgeving en de
bouwmethode die nog vooral traditioneel is i.p.v. slimmer, industrieel
bouwen)
langdurige vergunningaanvraag (procedures en protocollen, teveel inspraak
omwonenden, geldhonger van projectontwikkelaars
maar ook van gemeenten die een hoge prijs voor bouwgrond willen hebben)
veel te weinig locaties beschikbaar voor woningbouw (alleen binnen de bebouwde
kom, teveel bedrijventerreinen, teveel boerenland, teveel gebieden die het
stempel natuur hebben)
versnelde bevolkingsaanwas (vooral door migratie en steeds ouder worden)
kleinere gezinnen
(meer huishoudens)
duurdere woningen
woningcorporaties bouwen
weinig nieuwe sociale huurwoningen (krijgen minder geld van de
overheid)
te weinig visie, meevoelen en sturing van de centrale overheid (alles lijkt
gericht op geld én op de korte termijn, zie o.m. alles
draait om geld).
het aandeel "wonen" van het inkomen is voor de meeste mensen zeer
fors
veel te weinig goedkopere woningen (koopwoningen én sociale
huurwoningen)
veel huurwoningen zijn van
particuliere eigenaren en grote financiële instituten (die
uiteraard meestal niet sociaal begaan zijn)
de overheid geeft
liever heel veel huurtoeslag dan dat zij goedkopere industriële
bouw verplicht stelt
door de
decentralisatiezucht van de centrale overheid zijn de gemeenten
verantwoordelijk voor sociale woningbouw (maar gemeenten hebben er geen geld
voor, of voor óver)
waardvermindering
woningen: het
risico wordt steeds groter dat de koopprijs van huizen van extreem hoog een
val maakt naar extreem laag; tussen 1978 en 1982 daalden de huizenprijzen met maar liefst 45
procent, dat was nadat tussen 1972 en 1978 de huizenprijzen jaarlijks met minstens 20%
stegen, met een uitschieter van bijvoorbeeld van 40% in 1977 (met dank aan De
Hypotheker); gevolg was dat men jarenlang met het afbetalen van een
enorme schuld bleef zitten (en soms zelfs geen huis meer kon kopen)
ouderen worden steeds ouder
ouderen kunnen niet meer naar bejaardenhuizen,
aanleunwoningen e.d. (die zijn grotendeels gesloopt), dus moeten in hun grote
huizen blijven wonen)
de overheid geeft liever veel geld uit aan adviseurs van allerhande pluimage
dan dat er nuttig actie wordt ondernomen (behalve het keurslijf van het milieu, daar
wordt wél actie ondernomen).
De aanhoudende en steeds nijpender
wordende woningnood in Nederland heeft omvangrijke maatschappelijke gevolgen
jongeren
blijven thuis wonen: jongeren moeten lang bij ouders thuis blijven wonen (wachttijden voor een
betaalbare huurwoning vaak meer dan 10 jaar)
woningen
duurder: zowel huur- als koopwoningen worden steeds duurder (om te bouwen, maar ook om
bestaande woningen aan te schaffen)
doorstroming
stagneert: doorstroming van huurwoning naar koopwoning stagneert,
én andersom én binnen koopwoningen én huurwoningen (hoge huizenprijzen, nauwelijks aanbod, starters hebben geen overwaarde van
hun ooit goedkoop gekocht huis dus kunnen nauwelijks iets meer bieden;
kortom: starters hebben het extra moelijk)
maatschappelijke problemen en ongelijkheid (veel mensen die weg willen maar
niet kunnen, mensen die wel willen kopen maar bang zijn voor enorm te verliezen
bij verkoop van hun huis zoals in de jaren 1980, mensen die dakloos worden na een scheiding of werkloosheid, voorrang die migranten en sommige andere groepen hebben bij het
verstrekken van een huurwoning, uitstellen van een gezin omdat je niet met een
eigen kind bij je (schoon)ouders thuis wil zitten, mede door andere maatschappelijke factoren zoals
teveel aandacht gericht op geld en te weinig doeltreffende zorg zijn er meer
mensen die in de problemen komen).
noodwet maken om strenge regelgeving (tijdelijk) te omzeilen (dat is het
handigst en geeft de snelste en beste resultaten)
politieke
prioriteiten stellen (elk ministerie, elke provincie, elk waterschap en elke
gemeente wil natuurlijk zoveel mogelijk uitgeven, al was het alleen maar om beleidsadviseurs en andere
nuttelozen aan het werk te houden, maar
"de politiek" moet nu eens echt aan het nut voor alle
burgers denken, prioriteiten stellen en onmiddellijk onzinprojecten
afschaffen)
herbestemming
(transformatie, transitie) van kantoor, fabriek, bedrijvenpark, kerk, school naar woningen (desnoods
tijdelijk)
splitsen van woningen gemakkelijker maken (meer bewoners in hetzelfde pand)
optoppen, aanplanken
en ondertoppen om een bestaand woongebouw
extra wooningen te geven (extra verdieping erop of ernaast, of de begane grond
met commerciële of algemene ruimten omzetten naar woningen)
wijkverdichting waar dat mogelijk is (kleine stukjes "lege"
ruimte in de bebouwde kom vullen met woningen)
flexwoningen (tijdelijke woningen,
vaak betrekkelijk klein maar denk niet onmiddellijk aan de tiny houses die te klein zijn en op de
een of andere manier altijd veel kostbare en niet beschikbare ruimte om zich
heen moeten hebben)
woon-zorg-huis (als je iets van je zelfstandigheid kunt opgeven maar
er wat
saamhorigheid en afweging voor terugkrijgt, zie verder bij "samenhuis"
op nieuwe pagina)
co-housing
of centraal wonen (vrij zelfstandig wonen in een zelfstandige woning of
wooneenheid, maar gemeenschappelijke voorzieningen zoals keuken,
ontmoetingsruimte of tuin met elkaar delen; lijkt
op een studentenhuis; meestal bedoeld voor een aantal gezinshuizen o.d.;
woongemeenschap Buurzaam
heeft als motto "We bouwen ieder een huis, maar samen bouwen we een
buurtje"; bij Gemeenschappelijk
Wonen zijn veel projecten bekend; nieuwe projecten wellicht gemakkelijk
via collectief
particulier opdrachtgeverschap?)
kangoeroewoningen (een combinatie van twee zelfstandige woningen die met elkaar verbonden zijn via bijvoorbeeld een gezamenlijke entree of een tussendeur;
vaak een gezin en opa en oma, waarbij de grootouders voor het eten zorgen e.d.,
of er wordt juist voor de grootouders gezorgd als de situatie verandert of als
dat zo uitkomt; kangoeroewoning wordt ook wel genoemd: tandemwoning, meergeneratiewoning,
duowoning, meergezinswoning, WMO-woning)
slopen
en nieuwbouw voor meer mensen: slopen van oude, slecht geïsoleerde
woningen en op die locatie nieuwe appartementen bouwen
meer seniorenwoningen bouwen zodat de grotere woningen vrijkomen voor gezinnen
meer nieuwe woningen op het water (groen blijft dan groen, ook meer
klimaatbestendig)
aantrekkingskracht
van de "buitengebieden" of krimpgebieden vergroten (er zijn veel mensen voor wie de werkplek buiten de Randstad kan
staan; lange
tijd is er een "trek
naar de stad" geweest waardoor er nu ook nog veel krimpgebieden zijn; er lijkt zich een kentering voor te doen door een "trek naar het buitengebied".
*)
Definitieve oplossingen voor de
woningnood (meer en goedkopere woningen)
vergunningenstelsel sterk vereenvoudigen (geeft gemeenten meer lucht met
hetzelfde aantal ambtenaren meer en beter werk te verrichten voor de burgers)
milieuregels beperken en vereenvoudigen (ook dit geeft gemeenten veel meer
lucht)
prijs van bouwgrond verlagen (gemeenten hebben dan minder inkomsten maar
hebben minder taken)
landbouwgrond
naar wonen en natuur: meer landbouwgrond bestemmen voor woonfunctie
en natuur
extra
droogleggingen voor extra ruimte: nog een grote IJsselmeerpolder
of eventueel zeegebied bestemmen om droog te maken
voor wonen; waarom zijn
we ooit gestopt met het droogmaken van die polders?
niet nog meer zonneparken en windmolenparken op land zodat er meer woongebied
kan komen (die straks overbodige energieparken blijven minimaal 25 jaar in ieder
geval de woonbestemming blokkeren)
goedkoper maar goed bouwen (industrieel
bouwen; meer prefab, minder arbeidskrachten, minder afhankelijk van het
weer)
kleinere woningen bouwen (minder grote gezinnen immers, goedkoper te bouwen,
meer woningen op zelfde oppervlakte, minder huurtoeslag nodig; wel liever
meer echte woningen dan appartementen want er lijkt een trend zichtbaar
dat kleine (dure) appartementenniet zo geliefd zijn)
meer geld naar sociale huurwoningen (er kunnen tenslotte ook
tientallen
miljarden per jaar gaan extra naar defensie, milieu en de boeren).
investeren
in woningen door pensioenfondsen (vrij vaste renderende investering) en
vanuit de overheid (80% het geld dat nu nog steeds naar dure inhuur en naar
beleidsadviseurs gaat, bestemmen voor woningbouw).
Woningbouw
uitsluitend binnen de bebouwde kom. Door de groene dwang
van vooral gemeenten en provincies mag er vrijwel uitsluitend binnen de
bebouwde kom van gemeenten gebouwd worden. Dat betekent dat er weinig
ruimte is en dat uitsluitend de gemeenten door verkoop van hun schaars
beschikbare grond.
Irreële
stikstofcrisis. De stikstofcrisis ontstond
door overijverige ecologen en ambtenaren die de grens van depositie van
stikstof met een factor van een paar honderd verscherpten (van 14 gram
in 2017 naar 0,07 gram een jaar later. Ons omringende landen hebben een
honderdmaal minder kritische grens. Deze misser komt geheel op het conto van onze
overheid: er zijn géén Europese stikstof-eisen.
De waanzin gaat zelfs zó ver dat er een tekort dreigtaan bureaus die
stikstofberekeningen doen, waardoor bouwprojecten nog extra vertragen... Door de stikstofcrisis kan er nauwelijks meer gebouwd worden en duren
bouwtrajecten veel langer dan nuttig en noodzakelijk.
Teveel
en te omvangrijke Natura-2000-gebieden.
Er zijn teveel en te grote gebieden als Natura-2000 benoemd waardoor in die
gebieden én in de omgeving daarvan vrijwel niets gebouwd mag worden (in
Gelderland geldt elfs een stikstofarme zone van 500 m rond natuurgebieden). Ook
deze misser is geheel en al onze eigen schuld; er zijn immers géén
Europese eisen. Maar er is wel voor gezorgd dat indien je een gebied
benoemt als Natura-2000, dat dat voor de eeuwigheid is (een gemeen Europees
addertje onder het gras van de milieumensen in Nederland en de EU, waar we
overigens gelukkig wel onderuit kunnen komen, met wat kunst en vliegwerk). Door de Natura-2000-afspraken is er in heel veel gebieden nauwelijks te
bouwen.
Het
bouwen zelf wordt duurder: te duur en te weinig materiaal en mensen.
Door de financiële crisis van 2008 en de jaren erna was een groot deel van
de bouwvakkers al ontslagen. Voor een deel zijn die voor zichzelf begonnen,
maar veel werkers hebben een ander vak gekozen. Vooral na de corona-pandemie zijn de prijzen omhoog
geschoten ( en natuurlijk daarna niet veel naar beneden gegaan). Door én na
corona werden bouwmaterialen duurder, veel duurder dan de inflatie
rechtvaardigt.
Er zijn veel ZZP-ers in de bouw. Die zijn flexibel inzetbaar, maar ze moeten wel beschikbaar zijn,
en ze zijn duur. Er wordt te weinig gebouwd omdat de woningen te duur worden om te bouwen.
Nieuwgebouwde
appartementen worden niet verkocht (mismatch aanbod en vraag)
Appartementen
zijn (a) klein (b) duur (c) onaf en (d) de doorlooptijd is te lang.
Omdat uitsluitend in de bebouwde kom gebouwd mag worden, zijn de woningen
vrij klein.
Omdat de woningen te duur zijn, worden veel appartementen gebouwd of plannen
daarvoor ontwikkeld. Bij nieuwbouwappartementen er is nog extra geld nodig:
de aankoopprijs wordt "laag" gehouden zodat de koper zelf nog bij
moet betalen voor de keuken enz. (meestal ca. 10-15% extra kosten om te
voldoen aan de wensen van de kopers).
Door de vreselijk lange vergunningaanvraag duur een bouwproject zeer lang
(10-15 jaar).
Omdat er voor de bouwprojecten blijkbaar niet voldoende gegadigden zijn,
duur de aanloop tot het bouwproject extra lang.
Het liefste heeft men toch een woning met een tuin, desnoods een woninkje
met een tuintje. Degenen die kiezen voor een appartement, doen dat meestal
als starter: als ze ouder worden en zeker als er een gezin is, is een huis
met tuin het ideaal. Projectontwikkelaars,
kijk naar wat men wil dat er gebouwd wordt en bouw niet zo laf alleen wat
regeltjes en gemeenten toestaan, luister naar de potentiële klant, geef
eens wat tegengas bij de overheden! Voor alle aspirant-kopers geldt dat de projecttijd veel en veel te lang
is, dus vooral de vergunningaanvraag versnellen!
Voor
starters veel te duur en te lange doorlooptijd.
Starters moeten zelf al een fors bedrag hebben om sowieso een hypotheek te
kunnen krijgen. Als daar nog allerlei kosten bijkomen, dan wordt dat gewoon
teveel.
Voor jongeren (starters) is een looptijd tot oplevering van een groot aantal
jaren niet te overzien. Wie weet hoe de situatie dan is (werk ik nog in de
buurt? houdt de relatie het zo lang?).
Voor
ouderen te klein en te lange doorlooptijd. Ouderen gaan niet zo snel van een grote gezinswoning naar een klein,
duur appartement van 60-70 m2, als het geen serviceflat of aanleunwoning
is. Juist voor ouderen is een langdurige bouwtijd zinloos. Na zoveel jaren is
men hulpbehoevend of simpelweg overleden.
Voor
gezinnen zijn de appartementen te klein (en je hebt liever een huis met
tuin). Voor gezinnen is een klein appartement niet ideaal. Gezinnen willen nog steeds het liefst in een huisje met een tuintje, wat
alle beleidsadviseurs ook mogen zeggen.
Nieuwbouw
zonder parkeerplaats alleen voor GroenLinksers, armen en mensen die hun werk
lokaal hebben. Bij veel nieuwbouwprojecten is de groene dwang van GroenLinks,
studentenpartijen e.d. zover doorgedrongen dat een parkeerplaats vrijwel
verboden is. De groene dwang maakt het voor mensen die een auto nodig hebben
voor hun werk of vanwege hun gezondheid onmogelijk een woning te bemachtigen
in die nieuwe wijken. Men zegt dat jongeren tegenwoordig iets minder behoefte hebben aan een
auto voor de deur, maar uiteindelijk wil je toch die vrijheid hebben. De
vrijheid van leven (en werken als dat verder weg is dan het gemeente- of
provinciehuis) wordt geweld aangedaan. Niet de eenvoudige wens van een
parkeerplaats, maar juist de dwingelandij
van bepaalde partijen om parkeerplaatsen zo goed als te verbieden is
egoïstisch en onmaatschappelijk.
Door
allerlei regels, inspraakprocedures, milieueffectrapportages duurt een
bouwtraject vaak 10-30 jaar. Een bouwtraject van plan tot oplevering duurt belachelijk lang. Het
duurt meestal 5-10 jaar voordat de bouwer mag starten met het werkelijke
bouwtraject. En niemand wil daarna nog eens 5-10 jaar wachten tot het droomhuisje er staat.
Als de woningen er staan, dan zijn de koperswensen inmiddels veranderd en
blijven veel woningen onverkocht.
Er worden ook veel appartementen gebouwd waar blijkbaar nauwelijks vraag
naar is (te duur, te klein enz.).
Utrecht en andere gemeenten willen blijkbaar dat er eerst openbaar vervoer
komt voordat een nieuwe woonwijk wordt gebouwd (de gemeente Utrecht vreest
dat er anders parkeerplaatsen moeten komen in de nieuwe wijk en de
gemeenteraad wil dat koste-wat-kost haar zin doordrijven om het aantal
parkeerplaatsen te minimaliseren). Als dat dan nog een extreem dure,
grotendeels ondergronds openbaar-vervoer-traject is, duurt het zeker 15-20
jaar voordat er sprake kan zijn van de start van het fysieke bouwen. (Als er
ondertussen geen windmolens of zonneparken in dat gebied worden geplaatst,
want dan kan er vrijwel niets meer gebouwd worden.) Door het enorm lange en bewust vertragende traject om woningen te bouwen, wordt er minder
gebouwd en worden woningen duurder.
Flexwoningen
max. 15 jaar op een locatie. Flexwoningen zijn verplaatsbare woningen en kunnen vrij snel op een
vrije locatie worden geplaatst of geassembleerd die in beginsel niet voor
wonen is bestemd.Door de langlopende vergunningaanvraag en
het meestal ook nog lange fysieke bouwtraject lijken flexwoningen in een
(beperkte) behoefte aan woonruimte te voldoen. Flexwoningen zijn nu vaak nog
wel klein, maar ook koppelbaar / schaalbaar dus ook voor grotere gezinnen
geschikt. Door flexwoningen (verplaatsbare woningen) is veel woonruimte te scheppen
voor tijdelijk gebruik.
Woningcorporaties
krijgen minder geld van de overheid.
Een suffe overheid heeft het commando over woningcorporaties aan de vrije
markt overgelaten. Om meer geld binnen te halen gingen de corporaties
speculeren (eigenlijk dus met overheidsgeld) en meer duurdere woningen
bouwen (verdienden ze meer huur mee). De wakker geworden overheid wilde toen
ook een graantje meepikken van die verdiensten en verzon de
verhuurdersbelasting voor woningcorporaties. Daardoor konden minder woningen worden gebouwd.
Slinken
aantal huurwoningen door geëiste verduurzaming.
De eis de huurwoningen te "verduurzamen" en het energielabel te
verbeteren resulteerde in de verkoop van veel huurwoningen die een zeer
slechte energielabel hadden. Gevolg is dat er eerder minder i.p.v. meer betaalbare huurwoningen zijn
(voor een groeiende bevolking).
Privatisering
woningcorporaties.
Door de privatisering van veel overheidsdiensten (ook woningcorporaties),
het smijten met geld van de corporaties (aandelenpakketten, meer duurdere
huurwoningen bouwen i.p.v. goedkopere huurwoningen) en het principe
"eigen broek ophouden" is vanuit de centrale overheid weinig
aandacht voor sociale huurwoningen. En dat terwijl juist de centrale
overheid zich deze sector had moet aantrekken. Zelfs in de crisistijd met
goedkope leningen heeft de overheid verzaakt anti-cyclisch meer huurwoningen
te bouwen. Gebrek aan aandacht van de centrale overheid is één litanie van
desinteresse en suffigheid (om maar geen opzet te vermoeden).
Jammer ook dat met belastinggeld wel steeds allerlei rapporten worden
opgesteld door dure adviseurs hoe de markt nu is, wat het gaat worden
en wat er aan te doen is (nee, wat er aan te doen zou zijn want actie
wordt zelden ondernomen).
Nieuwe
woonwijken kunnen vaak geen
aansluiting krijgen voor stroom en soms niet voor drinkwater
Geen
stroomaansluiting: netcongestie.
Onder meer door netcongestie kunnen vaak nieuwe woonwijken, bedrijven en
scholen niet aan het openbare elektriciteitsnet worden aangesloten. Voor de
oorzaken zie de Probleemdefinitie
bij netcongestie (daar staan ook eventuele oplossingen)
Geen
aansluiting drinkwater.
Door allerlei milieuregels is onttrekken van grondwater voor drinkwater is
in veel gebieden verboden. Voor boeren is er geen verbod op
het onttrekken van grondwater. Dat lijkt wonderlijk, maar is het niet:
boeren hebben hun vaste plaatsen in de waterschappen en de provincies laten
zich ook vaak beïnvloeden door de boeren.
Meer
soorten woningen nodig (meer differentiatie). Meer woningen nodig voor
alleenstaanden, kleinere huishoudens en senioren. Senioren worden ouder dan
vroeger, willen (beperkt) zelfstandig wonen maar toch zorg en gezelligheid
vlakbij.
Meer
singles. Al een aantal decennia groeit het aantal singles. Men gaat later
samenwonen en men scheidt eerder van elkaar. Er zijn 3,3 miljoen
alleenstaanden (in 2024).
Meer alleenstaanden betekent dat er meer woningen
nodig zijn voor deze groep. Maar gezien de hypotheekeisen moet de
woning goedkoop of niet te duur zijn!
Gezinsomvang. De omvang van een huishouden (gezinsgrootte) neemt al lange tijd af:
van 3,49 in 1964 naar 2,11 in 2024. Veel ouders kiezen bewust voor minder
kinderen ("2 kids max"). Men neemt pas kinderen wanneer beide
aanstaande ouders volop bezig zijn met hun carrière.
Door een kleinere gezinsomvang zijn er meer woningen nodig voor (de nu
kleinere) gezinnen (maar niet al te klein a.u.b.).
Gezinssamenstelling. Er zijn andere leefstijlen zoals éénoudergezinnen, co-ouderschap,
lat-relaties (living-apart-together), samengestelde gezinnen (waarbij vaak
kinderen in de verschillende "gezinnen" worden opgevoed) zijn meer
woningen nodig.
Deze samenstelling is steeds aan het wisselen waardoor soms meer kleinere maar
bij steeds meer samengestelde gezinnen vaak ook juist grotere woningen nodig zijn.
Om
financiële redenen blijven velen liever toch apart wonen.
Niet iedereen wil samenwonen, vooral als dan blijkt dat men samen minder
inkomsten heeft en men meer afhankelijk van elkaar wordt.
Door het toeslagen-circus is het geldelijk zeer zinvol om apart te blijven
wonen (minder-draagkrachtigen krijgen toch huurtoeslag, zorgtoeslag e.d.).
Ouderen
worden ouder maar moeten zelfstandig blijven wonen (vaak wel in de buurt van
hun kind). - Onder het motto "ouderen willen graag zelfstandig wonen"
zijn al een jaar of 30 geleden allerlei woonvoorzieningen voor ouderen
gesloopt.
Dat betekent dat ouderen minder snel verhuizen en dus met 1 of 2 personen in
(grote) gezinswoningen moeten blijven wonen.
We weten allemaal dat het een ordinaire maatregel was om te bezuinigingen:
bejaardenhuizen (appartementengebouwen voor gepensioneerden) worden niet
meer gebouwd, aanleunwoningen (zelfstandige woning in of vlakbij een
verzorgingshuis of verpleeghuis) zijn er nauwelijks meer, verzorgingshuizen
zijn er niet veel meer, alleen verpleeghuizen zijn er nog wel (maar te
weinig en daarom blijven ouderen soms in het ziekenhuis of in een speciaal
zorghotel).
- Hoewel de gemiddelde leeftijd waarop men overlijdt gestabiliseerd
lijkt te zijn (2025), is die leeftijd veel hoger dan bijvoorbeeld een halve
eeuw geleden.
Ouderen leven langer, blijven langer in hun huis wonen (woningtekort
immers), waardoor die woning niet vrijkomt voor andere gezinnen (nog groter
woningtekort). - Ouderen moeten wel in de buurt van hun kind(eren) wonen omdat ze vaak op
moeten passen op de kleinkinderen. De realiteit is nu eenmaal zo dat de
woonkosten zó hoog zijn dat de kinderen allemaal moeten blijven werken
(vaak 3-4 dagen per week) en dus de kleinkinderen naar opvang moeten (wat
duur is, of de grootouders passen op ze. Dan is het wel handig als oma en
opa in de buurt wonen. Veel grootouders passen op hun kleinkinderen en moeten daarom in de buurt
wonen.
- Er worden nauwelijks nog kleine bungalows gebouwd. Voor ouderen die nog redelijk zelfstandig kunnen wonen is een kleine
bungalow als levenbestendig gelijkvloers huis aan te bevelen, eventueel met
een klein tentje (minder onderhoud). Een serie bungalows (of semi-bungalows,
met de garage aan elkaar vast) werd een tijd geleden nog wel eens gebouwd,
omdat er vraag naar is als tussenstop van gezinswoning naar verzorgingshuis.
Hoeft niet veel grondoppervlak te beslaan, is prefab makkelijk te bouwen en
goedkoop en is ook altijd nog te verkopen of te verhuren aan starters of
singles.
Ouderen
in een nieuwe variant van het bejaardenhuis (woon-zorg-centrum, gezamenlijk wonen,
"samenhuis", zelfstandig wonen plus zorg en gezelligheid, én er
komt vaak een grote gezinswoining vrij). - Veel ouderen willen graag zelfstandig wonen, ook wel in een
klein appartementje, maar wel met bijvoorbeeld zorg (zorg van buiten in
voorkomende gevallen, fysiotherapeut, huisartsenpraktijk), kapper, pedicure
en met voldoende gemeenschappelijke ruimten zoals een tuin, binnentuin,
café / restaurantje met biljart, misschien zelfs een kleine theaterzaal ook
voor workshops e.d.
- Het blijkt dat ouderen best kleiner willen wonen als er in het
"samenhuis" maar mogelijkheden zijn tot ontspanning.
Het appartment van een samenhuis omvat bijvoorbeeld 45-50 m2 met een
woonkamer en open keuken, slaapkamer en badkamer; "de rest van het
gebouw voelt als een verlengstuk van ons huis".
- Enorm voordeel en een aardige vermindering van de woningnood is dat
ouderen meestal een grote gezinswoning achterlaten die verkocht of
verhuurd kan worden.
Zo'n samenhuis als vorm van zelfstandig wonen, zorg als dat nodig is en ook
goede besteding van de vrije tijd, is ideaal voor zeer veel ouderen. Liv
Inn is hier een voorbeeld van.
Minder
woningbouw omdat nieuwbouw van kantoren en bedrijventerreinen blijkbaar voorrang krijgen.
Scheefgroei
bedrijfsgebouwen ten opzichte van woningbouw. Ondanks leegstand veel
nieuwbouw kantoren- en bedrijventerreinen.
Er zijn enorm veel leegstaande kantoren en bedrijven en toch wordt door
gemeenten vaak de voorkeur gegeven aan nieuwbouw van kantoren- en
bedrijventerreinen. Gemeenteambtenaren
doen waarschijnlijk liever zaken met het bedrijfsleven dan dat zij voor de
burgers werken (handiger voor het geval je geen ambtenaar meer wilt zijn)? Overheid, luister meer naar burgers en minder naar het bedrijfsleven.
Bouw woningen. Als er miljarden per jaar (extra) naar defensie kan, kan dat
ook naar de woningbouw (met minder procedures, minder milieuregels, meer
investeringen in industrieel bouwen) en meer verkopen geeft meer inkomsten
uit de omzetbelasting
(btw) op bij nieuwbouw of overdrachtsbelasting
bij bestaande bouw of herbestemming.
Meer
bouw nodig voor de vele nieuwkomers (vluchtelingen en andere asielzoekers,
kennismigranten).
Schermutselingen.
Door de vele schermutselingen mondiaal reizen asielzoekers duizenden
kilometers om in ons land asiel aan te vragen. Daarvoor moet blijkbaar in ieder geval
tijdelijk een woning of kamer beschikbaar zijn, volgens sommigen zelfs met
voorrang. Tijdelijke woonruimte (kamerruimte) nodig voor asielzoekers.
Asielzoekers
blijven hier.
De wereld is een global village geworden waardoor veel gelukzoekers
precies weten hoe ze als asielzoeker Nederland binnen kunnen komen en
kunnen blijven.
Veel asielzoekers (oorlogsvluchtelingen, gelukzoekers) komen niet alleen
naar Nederland door de boterzachte regelgeving, de vele vormen van
gezinshereniging, de vele contacten met andere (ex)asielzoekers en door de
ruime juridische hulp maar ze weten ook zeer snel hoe ze hier kunnen
blijven, zelfs als hun oorsprongland weer veilig is.
Veel woningen zijn nodig voor deze categorie nieuwkomers.
Arbeidsmigranten,
kennismigranten.
Er wonen in Nederland ca. 700.000 arbeids- en kennismigranten (excl. ca. 140.000
gezinsleden daarvan) en
elk jaar komen er netto 40.000 bij (situatie 2025).
Dat betekent nogal
wat voor het benodigd aantal woningen.
Nog
minder ruimte om woningen te bouwen door uit de hand gelopen intensieve
landbouw, veeteelt en pluimveeteelt.
Geen
ruimte voor woningbouw door teveel landbouw e.d.
In
ons kleine, enorm dichtbevolkte landje hebben we veel te veel én te grote
intensieve landbouw- en veeteeltgebieden, terwijl er ook nog eens miljarden subsidies naar de boeren
gaan. Als we nu eens op korte termijn uitsluitend toestaan:
(a) boeren als landbouwers voor landbouw die we zelf nodig hebben in
Nederland en
(b) biologische boeren (dus geen intensieve veeteelt en pluimveeteelt die
geen aandacht hebben voor dierenwelzijn),
dan hebben we heel veel ruimte over voor woningbouw. Bijkomende voordelen zijn dat we er alleen maar gezonder van worden en
dat er minder mest/stikstof wordt geproduceerd.
Minder bouw door te duur wonen.
Koopwoningen te duur voor de meeste mensen, nadruk op huurwoningen die
er niet zijn...!
Hypotheekkosten
zijn hoog. Hoge
hypotheekrente, er wordt teveel zekerheid geëist door banken. Door de omvangrijke zekerheid die geldverstrekkers eisen én door de hoge
hypotheekrente (dankzij de EU en fors hoge winsten van de banken) wordt het
kopen van een woning moeilijk of onmogelijk.
Te hoge studieschuld
door studie"leningen".
Veel studenten hebben een te hoge studieschuld die als een blok aan het been
blijft hangen. De "renteloze" lening bleek toch niet renteloos te
zijn (misinformatie van de overheid). Versneld aflossen of een versnelde carrière is wellicht een eerste
vereiste om in ieder geval na een beperkt aantal jaren een koopwoning te
nemen.
Koopwoningen
zijn te duur voor de meeste mensen. Druk op huurwoningen, die er niet komen.
Voor een koopwoning van bijvoorbeeld 400.000 euro (zijn die er nog?) is men
bij een annuïteitenhypotheek
(3,5%) ca. 1.800 euro per maand verschuldigd aan annuïteit en rente.
Hiervoor is een inkomen nodig van ca. 90.000 euro per jaar (alleenstaand of
samen bij samenwonend). Voor alleenstaanden is een koophuis van deze soort zelden een optie, maar
voor samenwonenden ook vaak niet. Je werkt voor de hypotheek. Het is niet
voor niets dat opa en oma vaak moeten oppassen bij deze groep mensen...
Dan toch maar kleine woninkjes zodat je werkt voor je bestaan en vooral voor
je plezier en niet voor de hypotheekbank?
Bestaande
bouw is duur in energiegebruik. Als er geen nieuwbouwwoning op korte termijn beschikbaar is, kiest
men voor de iets goedkopere bestaande bouw. Maar bestaandebouw
kost veel extra geld door de kosten
koper, noodzakelijke aanpassingen aan de woning en (soms nog
ingrijpender) de hogere energielasten die elke maand terugkomen. Bestaande bouw is ook niet ideaal door weer andere nadelen.
Veel
huurwoningen zijn verkocht omdat de huurprijs wettelijk bepaald /
gemaximeerd wordt. Iemand met een kleine beurs die geen hypotheek kan betalen (althans,
dat is de mening van de geldverstrekker), mag blijkbaar wel een veel hogere huur betalen. Maar
door de enorme verkoop van (veelal toch wat goedkopere) huurwoningen is die
optie voor een groot deel vervangen. Minder draagkrachtigen komen moeilijker aan een huurwoning.
Huurwoningen
verkocht om te verduurzamen.
Woningcorporaties zijn verplicht de woningen te verduurzamen zodat:
(a) minder fossiele brandstof wordt gebruikt (aardgas via de cv-ketel,
elektriciteit via de warmtepomp,
kolen en aardgas via de elektriciteitscentrale en het warmtenet)
(b) de huurder minder geld kwijt is aan energielasten.
Een eenvoudige oplossing voor de woningcorporaties was de verkoop van zeer
slecht geïsoleerde en zeer slecht onderhouden woningen. Zo lukte het de corporaties:
(a) woningen te hebben met gemiddeld een goed energielabel
(b) inkomsten te genereren uit de (dure) verkoop van die slechte woningen.
Win-win denk je dan, maar de kopers van die woningen waren voor aanschaf
veel geld kwijt en ook nog voor alle benodigde aanpassingen om ene beetje
een aardige woning te verkrijgen.
*)
Woningen in het buitengebied zijn nog altijd veel goedkoper dan in de
westelijke en stedelijke gebieden. Het verplaatsen van bedrijvigheid naar
die buitengebieden is aan te bevelen. Ooit zijn ook Groningen en Zuid-Limburg
gekozen voor een aantal centrale overheidsdiensten, waardoor werk naar die
gebieden werd gebracht. Een soort win-win-situatie voor iedereen: woningen in het westen komen vrij, in
de buitengebieden (vaak krimpgebieden) wordt de werkegelegenheid gestimuleerd en
worden de woningen weer bezet of kan er zelfs bijgebouwd
worden (door de minder strenge milieuregels in die gebieden vaak nog wel
mogelijk).
De gemiddelde huizenprijs (hypotheeksom) was medio 2025 in Zuid-Holland ca.
367.000 euro en in Groningen ca. 283.000 euro (een kwart goedkoper). In
Groningen heb je veel meer woning en grond voor je geld. Slim dus als je met
het werk in Groningen kunt woningen en wie denkt het stadse van de Randstad te
missen: stad Groningen is echt gezellig!