De Nieuwe Haagse School is een bouwstijl
die als een samensmelting is te zien van de architectuur van Frank Lloyd
Wright (overstekken,
horizontale lijnen, uitspringende bouwdelen, luifels e.d.), de Amsterdamse
School (baksteen, massieve vormen, verticale accenten in de
gevelindeling) en De Stijl (het kubistische deel).
De Nieuwe Haagse School omvat zowel luxe woningen met hellende daken
(villawijk), als luxe, degelijke maar menselijk behapbare
"woonblokken".
De architecten van de Nieuwe Haagse School hadden ook interesse voor het
interieur en het meubilair, waardoor regelmatig van een Gesamtkunstwerk
sprake is (ook in navolging van Frank Lloyd Wright).
De meest opvallende kenmerken van de Nieuwe Haagse School zijn:
- strakke vormgeving in baksteen (doet kubistisch
aan; gebruik van baksteen en manier van detailleren geven eenheid in
architectuur; later zouden veel gebouwen in strakke vormgeving vooral
wit gepleisterd worden)
- vooral horizontale lijnen (betonnen gevelbanden, vaak platte
daken, grote brede woonblokken, opvallende dakranden, luifels,
lateien en waterslagen)
- duidelijk verticale uitstekende vormen (erkers
vaak over meer verdiepingen, hoogteverschillen in bouwmassa, verticale
geleding, wat grotere schoorstenen)
- overstekende daken (kleinere en grotere overstekken)
- grote ramen (soms met stalen kozijnen)
- gemetselde tuinmuren, bloembakken, terrassen, pergola's ("overgang tussen
binnen en buiten", zeker in combinatie met de bakstenen gevels, torens
e.d.)
- aandacht voor detail en luxe (verdiepte voegen, betonnen
luifels, verf in wit en groen, voordeuren in blanke vernis, eigenlijk
uiterlijk van de jaren-30-woningen) - ondanks strakke lijnen toch vrij in gebruik van vormen en details
(asymmetrisch, "vrije groepering van ruimten rond de centrale hall", hellende daken, platte daken)
- grote woonblokken vormen
één geheel wat betreft gevelbeeld
("horizontale betonnen dakoverstekken, vensterbanken en luifels werden toegepast en gaven zowel de woning als het bouwblok een grote
eenheid"; "Papaverhof en Marlot worden nog altijd aangemerkt als de meest beeldbepalende stedelijk ensembles van het interbellum")
- grote woonhotels (woongebouwen met appartementen met goede
voorzieningen en een restaurant met bezorging aan de deur; een
voordeel was dat de bewoners zelf geen dienstboden hoefden te hebben
en dat alles gelijkvloers is)
- portiekwoningen (meestal 3 bouwlagen; portiekwoningen staan niet zo
goed bekend, maar voor die tijd, ca. 1913 bijvoorbeeld, waren het grote, nette
woningen met veel licht en lucht).
De voornaamste architecten van de Nieuwe Haagse School zijn Co Brandes
(Parkflat Marlot, Den Haag), Jan Wils (Klimopstraat Den Haag), Hendrik Wouda
(Villa Luifel, Wassenaar), Willem Verschoor (Huize Boschzicht), Dirk Roosenburg (Villa Windekind),
Jacobus Johan Hellendoorn (portiekwoningen Valkenboschlaan Den Haag?) en
eigenlijk ook wel Hendrik Petrus Berlage (Kunstmuseum Den Haag / Gemeentemuseum
Den Haag) en Willem
Dudok (Raadhuis Hilversum). Ook worden genoemd Bernhard Bijvoet, Jan Duiker, Jan Greve,
Jo Limburg, Frans Lourijsen, Henk Wegerif, Cor van Eesteren en Jan Buijs.
klik op de afbeeldingen voor groter (foto's op volgorde van ontwerp- of
gereeddatum)
huize boschzicht (huize boszicht), benoordenhoutseweg, den haag, arch. willem verschoor en
cornelis rutten, 1920 (google
maps):
ook van arch. jan wils, in dezelfde wijk, maar zijn tijd vooruit (hoewel
uitvoering in beton mislukte en toch weer baksteen werd gebruikt, maar dan
gepleisterd), papaverhof, den haag, 1921 (foto m.
minderhout, wikipedia):
woonhotel zorgvliet, alexander gogelweg 1, den haag, arch. adolf broese van groenou
en a. alberts, 1923 (foto r.
de booij, monumentenzorg den haag):
villa de luifel, wassenaar, arch. henk wouda, 1923:
parkflat marlot, arch. co brandes, 1929 (haagse
tijden):
portiekwoningen, de begane grond heeft de voordeur aan de
straat, eerste en tweede bouwlaag hebben de voordeuren op de 1e verdieping;
valkenboslaan, den haag, arch. vermoedelijk j.j. hellendoorn, ca. 1913:
inspiratiebron van de architecten van de nieuwe haagse school
frank lloyd wright stond voorbeeld voor de nieuwe haagse school; zijn meest kenmerkende
prairiehuis, het huis
voor f.c. robie (1908):
"De term Nieuwe Haagse School wordt voor het eerst gebruikt in
1920 door de Amsterdamse School-architect C.J. Blaauw [Cornelis Jouke Blaauw] in een niet al te positief artikel over de laatste ontwikkelingen in de moderne architectuur."