Met
de term "prairiehuis" duidde men op een bepaald type huis dat Frank
Lloyd Wright tussen 1900 en 1911 ontwikkelde.
Wright
zelf sprak over de manier van wonen die het beste bij de prairie rond Chicago
paste: "Wij in het middenwesten wonen in de prairie. De prairie heeft zijn
geheel eigen schoonheid. We moeten deze natuurlijke schoonheid, de stille verte,
erkennen en benadrukken." En later schreef hij: "Ik had het idee dat de
horizontale vlakken van de huizen bij het aardoppervlak horen." Wright
ontwierp soms het gebouw zelfs over en tussen lage heuvels in de prairie,
een voortzetting van de integratie van het huis in de omgeving.
Kenmerken van het prairiehuis zijn:
-
licht hellende daken
- lage hoogten
- rustige silhouetten
- compacte massieve schoorstenen
- grote beschermende overstekken
- laag aangezette terrassen
- uitgebouwde lage muren die kleine
tuinen begrenzen.
- een brede band van hoge, soms
zelfs verdiepinghoge ramen
- integratie van het huis in zijn omgeving
- constructie en interieur van natuurlijke materialen (vooral
baksteen en hout).
Het prairiehuis is een voorbeeld van de zogenoemde Prairie School van Frank Lloyd Wright, George Washington Maher en andere architecten in Chicago
(een
Amerikaanse variant van de Arts and Crafts
beweging).
Ook de plattegrond van het prairiehuis had de openheid van de prairie: open
ruimten, niet zozeer door tussenwanden en deuren van elkaar gescheiden maar door
eenvoudige architectonische kunstgrepen. Deze zogenoemde open plattegrond van
het robuuste prairiehuis gaf een ander accent aan de muren. "Ik zag de muur
niet langer als de zijkant van een kast. Hij was de afsluiting van de ruimte die
alleen bescherming tegen en storm en hitte bood als het echt nodig was. Maar hij
haalde ook de buitenwereld naar binnen en liet het binnenste van het huis naar
buiten dringen." (Uit het artikel A home in a prairie town, 1900.)
De open haard was vaak het middelpunt van de ruimte en werd als ruimteverdeler
toegepast.
Architect Jan Wils verwoordde het Robie House als volgt: "Breed, languit liggen zijn bouwwerken. Elke inwendige ruimte
teekent zich in zijn ware verhoudingen naar buiten af en over dat samenstel van lichamen ligt het vlakke dak, vaak
ver naar buiten de gevellijn uitstekend. Breede, zware banden accentueeren de horizontale werking van het
gebouw, waarin de opstijgende lijnen van schoorstenen, soms ook van ramen, de eenige tegenwichten zijn voor
horizontale werking. (...) Er is een geregelde klimming in het huis vanaf de eerste grondslagen tot het hoogste punt
van den schoorsteen; de lagen worden steeds korter en het bouwwerk vertoont als resultaat een pyramidevorm, de
grondvorm van het hoogste statisch evenwicht en tegelijk aesthetisch, van de meest verheven
rust." (Jan Wils, Frank Lloyd Wright, In: Elsevier's geïllustreerd Maandschrift nr. 4, 31e jaargang, 1921, p.
217-227; citaat uit De
Nieuwe Haagse School, Richard Hagg, april 2008.)
klik op de afbeeldingen voor groter
meest kenmerkende prairiehuis: het huis
voor f.c. robie (1908):
prairiehuis voor ward w. willits; de contouren zijn aangegeven:
Het woorddeel prairie is afkomstig van het Franse prairie, van het
Oudfranse praerie (12e eeuw), van het vulgair Latijnse prataria,
van het klassiek Latijnse pratum (weiland; oorspronkelijk kuil). Het al
uit de Middeleeuwen stammende woord is verloren gegaan en opnieuw geleend om de
Amerikaanse vlakten te beschrijven. Franse kolonisten gebruikten prairie om de uitgestrekte grasvlakten in
de delta van de Mississippi te beschrijven; het woord werd door Engelstalige kolonisten overgenomen.
Het woord is in het Nieuwnederlands opnieuw ontleend aan Amerikaans-Engels prairie.
Bronnen Online Etymologie
Dictionary en Etymologiebank.