marmer

Marmer is een natuursteen. Marmer is een metamorf gesteente, ontstaan door een metamorfose (omvorming) van kalksteen (calciumcarbonaat, CaCO3). De fossielen die in kalkstenen voorkomen zijn in marmer niet meer te herkennen. (Overigens, zwart en rood marmer uit België is geen metamorf gesteente maar moet gerekend worden tot de afzettingsgesteentes; dit werd veeal gebruikt voor schouwen.)
Marmer kan geďmpregneerd worden om het afstotend te maken voor water, vet en vuil.

Marmer wordt al sinds de klassieke oudheid toegepast. Toepassingen van marmer zijn o.m.:
- vloeren, muren en trappen
- badkamermeubels, vensterbanken, schouwen e.d.
- aanrechtbladen, tafelbladen e.d. (is af te raden; denk aan de vlekgevoeligheid!)
- grafmonumenten, zerken e.d.

Voordelen van marmer:
- hoge slijtvastheid
- goed te polijsten
- fossielen en aders geven marmer een bijzonder uiterlijk (rijke schakeringen)
- zeer veel variaties en kleuren
- goed te combineren met vloerverwarming.

Nadelen van marmer:
- niet goed bestand tegen zuren (door de fijnkorrelige structuur), daardoor vlekgevoelig
- zachter dan bijvoorbeeld graniet
- sneller krassen (ondanks hoge slijtvastheid)
- niet alle soorten zijn vorstbestendig
- regelmatig onderhoud noodzakelijk i.v.m. de gevoeligheid voor vlekken.

Bekende marmersoorten zijn o.m. Carrara (Italië), Marmara (Turkije), Pentelikon (Griekenland), Cehegin (vooral Rojo Cehegin, Spanje).
In de oudheid was het marmer van het eiland Paros zeer bekend, o.m. de marmergroeve van Marathi.

Wat betreft het verweren van marmer (Cultureel Erfgoed):
- "Wit marmer is een metamorfose van kalksteen en vertoont deels dezelfde kenmerkende verweringsverschijnselen als kalksteen. De steen vormt op plekken waar de regen niet spoelt een zwarte gipskorst en verbleekt op de vlakken die schoonspoelen door het water.
- Het oppervlak verruwt, waarbij steeds meer op gaat vallen dat eventueel aanwezige grijze aders in de witte steen harder zijn. Deze komen daardoor hoger te liggen in het oppervlak van de steen.
- Het komt soms voor dat de steen onder de huid uiteenvalt in losse kristallen. Deze zogenoemde versuikering wordt vermoedelijk veroorzaakt doordat het bindmiddel tussen de kristallen door vochttransport zover is opgelost dat de steen zijn samenhang verliest.
- Deze versuikering van het marmer kan ook in de hand worden gewerkt doordat het bindmiddel door zuren wordt opgelost. Marmeren objecten zijn nogal eens gereinigd met zure oplossingen. Deze oplossingen dringen in de steen en zorgen jaren later nog voor schade."

In o.m. de Barok werd marmer vaak nagebootst door steen of hout te beschilderen, het zogenoemde marmeren.
Ook zijn er technieken om marmer in pleisterwerk uit te voeren: stucmarmer (marmerstuc) en stucco lustro.


twee mooi geaderde voorbeelden van marmer:


een deel van de bijzondere selectie die ooit van beltrami was;
klik voor groter:


Documentatie
- Alles over Waalse gesteenten en marmers, over de steengroeven en hun producten

Het woord marmer is ontleend aan Latijn marmor (glanzende steen), dat ontleend is aan Grieks mármaros (steen, rotsblok), een afleiding van márnasthai (vergruizelen, verpletteren), maar door volksetymologische associatie met marmairein (glanzen), marmáreos (glanzend), ontwikkelde zich de betekenis "glanzende steen". Bron Etymologiebank.

Zie ook gesteentecyclus, geologische begrippen, natuursteenbewerkingen, Kenniscentrum steen en Beltrami.

Verg. scagliola (een bepaalde variant daarvan heet schijnmarmer), stucmarmer (marmerstuc), stucco lustro, graniet/marmerpleister.

Eng. marble; bekleed met marmer is marble-clad; bekleed met wit marmer is clad with white marble; in marmer uitgevoerd is built in marble, marble