Ook,
soms: traceerwerk.Tracering is de onderverdeling van een
raam of
muuropening door stijlen,
in het bijzonder het bovenste gedeelte van het harnas. De
tracering is een in baksteen, natuursteen of soms in
hout uitgevoerde vulling van vensters. Traceringen
lijken vooral decoratief, maar in de steeds groter wordende vensters, vanaf de Gotiek,
zijn zij noodzakelijk om de grote panelen glas-in-lood
te kunnen "omvatten"; zonder traceringen zouden de omvangrijke
raampartijen te gevoelig zijn voor de wind. Maaswerk is de algemene naam voor het opengewerkte deel bij vensters, borstweringen,
torenspitsen e.d.
Traceringen zijn veelal met de passer
geconstrueerde geometrisch ornamenten uit de
gotische of neogotische
bouwkunst, in het bijzonder in de koppen van
vensters, nissen en muurvlakken. Veel voorkomende motieven
van traceringen zijn in de
vorm van: cirkel (simpel rond motief), vork, rozet, klaverblad,
visblaas, hart (visblaas in hartvorm, met één toot),
druppel (visblaas zonder toten), driepas,
drieblad, driesnuit,
vierpas, grieks
kruis (soort vierpas met meer rechte of puntige cirkelvelden), viersnuit.
Bij vensters worden de traceringen open traceringen genoemd; deze zijn meestal van
glas voorzien, vaak is het glas-in-lood.
In muurvlakken is sprake van gesloten traceringen of gesloten
maaswerk (blindtraceringen, vergelijk de blinde
nis); het materiaal waarmee de blindtraceringen
zijn gevuld, is het materiaal waaruit het gebouw is opgetrokken.
Een tracering die uitsluitend de vorm heeft van een twee- of meertandige vork,
wordt vorktracering genoemd.
Wanneer de stijlen verbonden zijn door een gebeeldhouwd touw, wordt gesproken
over touwtracering.
Onder de tracering kan een draagkorfje onder een console ter versiering
zijn aangebracht (als het één is met de draagsteen is het inderdaad een
draag-korfje omdat de draagsteen een kracht kan doorgeven).
De traceringen worden meestal verdeeld door montanten.
een paar traceringen; vorktracering (enkele vork), gaffeltracering, driepastracering, vierpastracering,
visblaastracering, flamboyanttracering):
andere traceervormen; klik voor groter:
tracering, twijfelgevallen tussen rayonnant en
flamboyant, maastricht;
klik voor groter (foto joostdevree):
blind maaswerk (blindtracering), dom in keulen (kölner
dom):
baksteentracering; waarschijnlijk zijn er later pas blinde
vensters (blindtracering) van gemaakt, sybrandahuis, uit het boek "vroomheid
in hout en steen" van drs. r. steensma:
een draagkorf bij een tracering; de twee mannetjes geven de indruk dat zij
de gehele boog dragen, klik voor groter (detail van foto van
het
utrechts archief, bron "icoon in de steigers, restauratie van de dom
2016-2024"):
De term maaswerk heeft te maken met de mazen (openingen in een netwerk) die door
de vlakverdelende stijlen ontstaan.
De term tracering is afkomstig van het Franse tracer, Oudfranse tracier,
dat afgeleid is van het Laatlatijnse tractiare (een spoor trekken,
natrekken), van trahere (trekken) (het verleden deelwoord is tractum);
bron Etymologiebank.