Trachiet
is een stollingsgesteente dat
bestaat uit een grijsachtige korrelige massa met ingesloten, eerder gevormde
glasachtige sanidienkristallen. Trachiet heeft een granitische
samenstelling. "In bepaalde soorten komen grote, latvormige kristallen van alkaliveldspaat (sanidien)
voor."
Bij deze natuursteen spoelen de kristallen aan de oppervlakte uit waardoor er
langwerpige openingen ontstaan.
Trachiet werd vanaf de twaalfde eeuw toegepast voor bijvoorbeeld kolommen en
consoles.
Voor goede vervangers van natuursteen zie natuursteen vervangen.
Ga na of reinigen (en niet vervangen) van de steen mogelijk is.
Voor reinigen, beschermen en repareren zie natuursteen
onderhoud.
- Drakenvelder steen of Drachenfels trachiet(Drachenfels, Siebengebirge,
Duitsland;
tegenwoordig een natuurreservaat).
"Het gesteente kenmerkt zich door tot circa 5 cm grote fenokristen van sanidien."
(foto)
- Monte Merlo trachiet, "licht tot donkergrijs maar meer
paarsige, bruinige of groenige varianten komen ook voor", afkomstig uit
Colli Eugeanei (Veneto, Italië).
- Reimerath trachiet (Reimerath, Eifel, Duitsland).
Het gesteente kenmerkt zich door "de grote sanidienkristallen – groot, maar toch beduidend
kleiner dan in de Drachenfels-trachiet".
Voor restauraties wordt trachiet uit Reimerath
gebruikt.
- Tepla trachiet (Tepla, Tsjechië).
"De steen heeft een zeer uiteenlopende kleur. Witte, crèmekleurige, roestbruine en zelfs groengele stukken komen voor. De steen heeft een fijne korrel."
Tepla trachiet stoot na verloop van tijd de huid af, maar dan is er weer een
gezond oppervlak.
- Weidenhahn (Westerwald, Duitsland).
"De steen is homogeen van structuur beige-bruin van kleur, met duidelijk zichtbare donkerbruine en roodbruine aderen Het breukvlak is grofkorrelig. Scheurvorming kan ontstaan bij te snelle droging van de steen (groefwater)."
De steen is niet altijd even weervast. Er zijn soms bruinige verkleuringen door
mangaan.
Het verweren van trachiet (Cultureel
Erfgoed)
- "Trachiet stoot na enkele eeuwen de huid af, waardoor weer een 'gezond' oppervlak
tevoorschijn komt.
- De steen wordt doorgaans grauwer van kleur.
- Bij Drachenfels en Reimerath trachiet weren de, voor deze trachieten kenmerkende, sanidienkristallen als eerste uit, waardoor
het oppervlak langwerpige putten vertoont.
- Trachiet blijkt soms gevoelig te zijn voor randspanningen. Grote schilfers die rond de voegen van de steen afspringen, zijn daarvan het symptoom.
- Trachiet kan door bepaalde bewerkingen (boucharderen) gekneusd worden, waardoor de steen al na enige jaren tot op ongeveer een centimeter onder de huid zijn samenhang verliest.
- Het afstoten van de huid kan in korte tijd plaatsvinden, waarbij de steen zouten afstoot en er vochtig uitziet. Vermoedelijk is de steen in dit geval in hoge mate belast met zout."
- (Oud) Drachenfels trachiet kan gevoelig zijn voor kalk.