Het
paal-en-balk-systeem is een bouwmethode die bestaat uit forse houten kolommen
(palen) en liggers (balken), waardoor een stevige en zelfdragende constructie
ontstaat (anders dan meestal bij houtskeletbouw
wordt toegepast). De palen zijn, van grond tot dak, vaak uit één stuk. Niet
alleen massieve palen en balken, maar ook gelamineerd
hout kan bij deze worden gebruikt (goedkoper dan massief hout en met meer stabiliteit).
Door het zeer open skelet zijn er architectonisch veel mogelijkheden:
de architect kan grote vensters ontwerpen en omdat er geen dragende muren zijn,
zijn grote open ruimten mogelijk. Het houten
skelet is binnenshuis meestal zichtbaar.
Het paal-en-balk-systeem heeft veel weg van het bouwen volgens vakwerk.
De palen en balken worden vaak met pen-en-gat
aan elkaar verbonden. Tussen de framedelen komen de glasruiten of geïsoleerde
panelen. "De kolommen worden aan de buitenzijde geïsoleerd, waardoor aan de buitenzijde een modern en strak beeld ontstaat.
Het dak kan bestaan uit een nokgording met sporen waardoor een groot gedeelte van de kapconstructie zichtbaar is. Daarboven op wordt een isolatieplaat aangebracht."
Massieve palen en balken kunnen na verloop van wat langere tijd de kenmerkende,
in de lengterichting lopende scheurtjes gaan vertonen. Constructief kan
dit meestal geen kwaad, omdat bij de omvang van de palen en balken hiermee
rekening wordt gehouden. Na verloop van tijd zal hout krimpen; de
constructie dient hierop te worden ingesteld (net als bij houtskeletbouw).