home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
stikstofcrisis en oplossingen


dook

 

dook

1. Ook: dokke, ankerstaaf. De dook verbindt steenachtige materialen, vergelijkbaar met de deuvel voor houtachtige materialen. De dook is een van roestwerend metaal vervaardigde taps toelopende pen die dient om (natuur)stenen delen onderling of met de ondergrond te verbinden. Veelal wordt voor de dook ijzer, brons, messing, roestvast staal (rvs) of soms zelfs kunststof toegepast.

Om de dook in het natuursteen te bevestigen wordt er een gat in geboord (het dookgat) en wordt de dook met cement of lijm, vroeger met lood of soms tin, vastgezet. (Instampen van portlandcement in de verhouding van 1 op 2,5 of 3 met fijn zand tot aardvochtige toestand aangemaakt, geeft het beste resultaat.) Wanneer lood werd toegepast, werden de doken aangegoten met gietlood via een zogenoemde kleikom. Deze dook werd vroeger vaak van smeedijzer gemaakt. Voordelen van ingieten van lood bij ijzeren doken was dat het ijzer redelijk tegen corrosie beschermd werd en dat het uitzetten van eventueel roestend smeedijzer enigszins opgevangen werd, waardoor het scheuren van het natuursteen voorkomen werd. Bij herstelwerk of renovaties worden vaak de ijzeren doken vervangen door een variant van rvs.

Het dookgat is gewoonlijk een naar onder ruimer wordend gat, waardoor de dook na het aangieten opgesloten zit.

Een speciale uitvoering is de dook die aan één zijde voorzien is van een spitse punt en van weerhaken en die bijvoorbeeld dient om natuurstenen neuten aan houten stijlen of aan metselwerk te verbinden.
Meestal wordt bij de bevestiging van steen aan steen gesproken over doken, maar ook houten delen kunnen door doken aan steenachtige materialen (metselwerk, natuursteen) worden bevestigd.

Houd bij het plaatsen van doken rekening met:
- Uitzetting en krimp van het (natuur)steen door temperatuurwisselingen (zon, vorst). "Bij verticale verankeringen worden aan de onderzijde starre ankers toegepast en aan de bovenzijde afstandhouders, die verticaal vervormbaar zijn. Bij horizontale verankeringen worden draagankers gebruikt."
- Voldoende dikte van de steen i.v.m. dikte van de ankers.
- Voldoende afstand tussen de platen steen i.v.m. uitzetting/krimp, ankerbevestiging e.d.
- De massa van de steen i.v.m. robuustheid van de ankers en stevigheid van de ondergrond.
- Roestvastheid van de ankers.
- Starheid en stevigheid van de steen i.v.m. externe mechanische belastingen (stoten door autobumpers, winkelwagentjes e.d.).

Tegenwoordig wordt in plaats van doken vaak een polymeerkit of epoxymortel gebruikt. Omdat gevelplaten toch vaak losraken, en daarmee een aanzienlijk gevaar vormen, is terugkeer naar doken of een andere correcte en permanente bevestiging aan te bevelen. Maar ook bij doken kunnen af en toe problemen optreden, bijvoorbeeld door uitgebroken steen bij de dook, aan voor- of achterzijde van de gevelplaat. Uiteraard is aan de achterzijde gevaarlijker dan aan de voorzijde (niet in het zicht).

Ook bij kalkzandsteen kunnen doken worden toegepast, waardoor de blokken kalkzandsteen beter te plaatsen zijn (foto).


doken om natuursteen aan metselwerk en aan ander natuursteen te bevestigen (boek temminck en warreman via scriptie van lambrechts en vandewalle
):


aangieten van een dook, uit de pdf aangieten met lood van lambrechts en vanderwalle, ku leuven:


inox-anker als dook en aangieten met lood;
klik voor groter! (uit de pdf aangieten met lood):


een dook (?),
niet in lood gegoten, met beschadigd natuursteen (bda geveladvies kiwa):


dook als verbinding tussen natuursteen en baksteen, leuven (foto joostdevree):


dook/anker bij natuurstenen deurstijl en bakstenen gevel; de volgende afbeelding geeft een detailopname (foto joostdevree):


detailopname met lood rond de dook (klik op de afbeelding voor groter; foto joostdevree):


bevestigingspunten van een gevelplaat: 1 punt vastzetten, overige met slobgaten (tu delft):


dook en dookgat bij kalkzandsteen blokken, dook van blauw recyclebaar polypropyleen
(silka van xella):


De term dook als "ijzeren staaf die dient om hout aan steen of stenen onderling te verbinden" is genoemd naar het wegduiken d.i. het onzichtbaar opgenomen worden in het metselwerk, een afleiding van duiken; bron
Etymologiebank.

Met dank aan Rob van Boxtel, Xella, BDA Geveladvies (Kiwa), "Aangieten met lood" (pdf; Peter Lembrechts en Bram Vandewalle, Bouwkundeafdeling Katholieke Universiteit Leuven), het boek Constructieleer voor de timmerman, S.P.Botman, 1953. 

Zie ook dookgat (toognagel).
Verg. anker, klamp.

Eng. spud; 
Fr. crampon


2. Doken worden ook bv. bij het kalkzandstenen elementensysteem gebruikt en wel om het nauwkeurig plaatsen van de elementen te vereenvoudigen en om het "drijven" van elementen te voorkomen. Deze doken worden vervaardigd van recyclebare kunststof (bijvoorbeeld blauw gekleurd polypropyleen). In deze toepassing heeft de dook geen constructieve waarde: de doken helpen voor het juist stellen van de kalkzandsteenelementen. 
De doken bij het systeem van Mindbuilding hebben een vergelijkbare bedoeling en werking:


dook bij kalkzandsteen blok (xella):


doken bij systeembouw (jan wind architecten / mindbuilding):


Eng. dowel, spud