Ook:
treksleuf. Een
slobgat of sleufgat is een langwerpig gat, dus een gat dat meer of minder ovaal is
in plaats van rond, zodat de bout of
schroef die er door gaat wat heen
en weer kan bewegen ("slobberen").
Dit "heen en weer
bewegen" kan nodig zijn om diverse redenen:
- om bij de montage kleine afwijkingen te corrigeren
- om de verschillende delen die door de bout of schroef aan elkaar worden
bevestigd (de "geboute delen") te laten werken i.v.m.
noodzakelijke uitzetting of speling of i.v.m. bijstelling op een later
moment (de sleuf maakt het mogelijk de
verschillende delen aan elkaar te trekken).
Niet alleen bij kleine objecten worden slobgaten toegepast, ook bij bijvoorbeeld
grote betonelementen die ten opzichte van elkaar enigszins mogen bewegen, maar
toch aan elkaar bevestigd moeten zijn.
In combinatie met slobgaten kunnen glijplaten (glijfolie,
glijoplegging) worden toegepast om de bewegende delen gemakkelijker
("gladder") ten opzichte van elkaar te laten bewegen.
Voor het stellen en verankeren van o.a. kozijnen en stijlen bij systeembouw
worden hoekankers toegepast.