cacheerlaag, cachering

De cacheerlaag of cachering is de aan het isolatiemateriaal bevestigde toplaag van een isolatieplaat van bijvoorbeeld pur, pir, eps, glaswol, steenwol. (Het woord cacheren betekent "bedekken".) De cacheerlaag wordt voornamelijk toegepast tegen indringen van vocht, in het bijzonder bij isolatiematerialen met een open structuur zoals minerale wol (glaswol en steenwol). Nat isolatiemateriaal isoleert minder goed dan droog isolatiemateriaal dus vochtig worden (en vooral blijven!) van isolatiemateriaal moet worden vermeden. 
In plaats van een cacheerlaag kan ook een harde toplaag worden toegepast om indringen van vocht tegen te gaan (en de isolatieplaat beloopbaar te maken).
Vaak gaat het bij isolatiemateriaal met een cacheerlaag om platte daken, o.m. omdat die vaak van een bitumeuze dakbedekking worden voorzien.
Cacheringen worden vervaardigd van o.m. met bitumen geïmpregneerd glasvlies, mineraal gecoat glasvlies, aluminium en SBS.

Het doel van de cacheerlaag is meerledig:
- de cacheerlaag beschermt het isolatiemateriaal tegen indringend vocht van binnen ("onder") en van buiten ("boven"); de bovenzijde van de isolatieplaat dient gecacheerd te zijn; de dakplaten worden naast elkaar gelegd en de overgangen tussen de platen worden met een tape waterdicht gemaakt
- de cacheerlaag beschermt het isolatiemateriaal tegen branden en smelten (bij een bitumeuze dakbedekking die gebrand wordt, bij gebruik van brandbare isolatie zoals EPS e.d.)
- op de cacheerlaag kan de dakbedekking aangebracht worden (bij een bitumeuze dakbedekking en cacheerlaag gebrand, in andere gevallen eventueel gelijmd) 
- de cacheerlaag maakt de isolatieplaat meer handelbaar tijdens het aanbrengen
- de cacheerlaag voorkomt tijdens de fabricage dat de transportbanden en andere onderdelen van de productiemachine vervuilen.

Aspecten van de cacheerlaag:
- de cacheerlaag moet ongevoelig zijn voor vocht omdat anders condensatie (van binnen) of hemelwater (van buiten) in het isolatiemateriaal kan treden (isolatiemateriaal met een papieren cacheerlaag trekt na verloop van tijd krom en wordt daarom niet meer toegepast)
- de hechtsterkte van de cacheerlaag aan het isolatiemateriaal is een essentiële eigenschap voor de "stormvastheid" van de dakbedekking (zie ook bij delaminatie)
- de zwaarte van de cacheerlaag wordt uitgedrukt in gr/m2 (bijvoorbeeld 1000, 2400 of 2900 gr/m2)
- cacheerlagen op "zachte isolatiematerialen" kunnen worden beschadigd bij transport en bevestiging en na aanbrengen bij belopen
- er bestaan voor spouwafdichtingen epdm-stroken die voorzien zijn een zelfklevende bitumeuze cacheerlaag die op het binnenspouwblad wordt bevestigd
- de cacheerlaag moet corresponderen met de toegepaste kleefstoffen en de dakbedekking (gebruik van een bitumeuze cacheerlaag bij een pvc-dakbaan zou de pvc aantasten; de weekmaker wordt uit de pvc getrokken en maakt de pvc hard waardoor deze gaat scheuren)
- de cacheerlaag kan de brandgevoeligheid van het dak beïnvloeden (een bitumeuze of kunststof cacheerlaag zal meestal toch brandgevoelig zijn)
- cellulair glas (foamglas) hoeft niet van een cacheerlaag voorzien te worden omdat in cellulair glas geen vocht dringt (dit zou voor eps ook gelden, maar eps is toch vrij zacht, nogal breekbaar en vrij brandgevoelig, en heeft daarom meestal een cacheerlaag nodig).

Een paar voorbeelden, waaruit soms niet duidelijk is waaruit de cacheerlaag nu echt bestaat:
- Kingspan Therma platdakplaat heeft een met bitumen geïmpregneerd glasvlies (gebitumineerd glasvlies), of aan beide zijden een "aluminium meerlagen complex", of aan beide zijden (mineraal) glasvlies
- Unidek Runner dakplaat heeft een beloopbare zwarte bitumenvrije cacheerlaag met "koolstofachtige draden"
- Resitrix SK heeft een zelfklevende cacheerlaag met hoogpolymeer SBS (bij bijvoorbeeld epdm-dakbanen) 
- Unilin heeft voor de dakplaat Unipure een cacheerlaag van aluminium/polyetheen

- Isobouw past bij de dakplaat Isobouw Polytop K toe, een sterke en flexibele cacheerlaag dankzij polyesterwol
- Unidek Marathon is voorzien van een sterke EPS isolatie en een speciale bitumineuze cachering type XS; de plaat is geschikt voor 1- of 2-laagse bitumineuze dakbedekkingssystemen of bitumenbestendige kunststof dakbedekkingen, geschikt voor dakterrassen e.d. 

Tabel van traditionele cacheerlagen en bevestigingswijzen (Dakweb/Roofs,1997):

 
type cacheerlaag
bevestiging
isolatie
bevestiging
dakbedekking
gebitumineerd glasvlies direct mechanisch bevestigd, gekleefd (1) losliggend geballast gebrand of gekleefd (1)
mineraal gecoat glasvlies indirect mechanisch bevestigd met vier werkparkers mechanisch bevestigd, losliggend geballast
pe-gecoat glasvlies indirect mechanisch bevestigd mechanisch bevestigd losliggend geballast
kraft aluminium complexen (2) indirect mechanisch bevestigd, losliggend geballast mechanisch bevestigd, losliggend geballast
(1) Uitsluitend gekleefd met warme bitumen.
(2) Dit is een cacheerlaag bestaande uit een of meer lagen papier welke worden omhuld door aluminiumfolie.
N.B.: kraftpapier is niet opgenomen omdat het
in Nederland sinds ca. 1980 nauwelijks meer wordt toegepast; door import uit het buitenland wordt dit type nog incidenteel aangetroffen.



de zwarte laag is de cacheerlaag (kingspan unidek):


cacheerlaag van isobouw polytop k (isobouw)


cacheerlaag van hoogpolymeer sbs, resitris sk:

cacheerlaag van gelakt gewafeld aluminium (dakweb):


unidek marathon met cacheerlaag (zeeboer):


Het woord cacheren betekent "bedekken" en is afkomstig van het Franse cacher (vroeger: aandrukken; nu: aan het oog onttrekken), uit het Latijnse coactare (dwingen), van cogere (samendringen, insluiten), van con (samen) en agere (drijven, voortdrijven, doen); bron Etymologiebank.

Met dank aan o.m. Roofs.
Verg. bouwpapier.