Trasraam
is de
wat verouderde benaming voor een cementraam: het waterdichte metselwerk in
muren tegen het optrekken van grondvocht, meestal ca. 6 lagen baksteen
hoog. De harde bakstenen (klinkers) zijn
meestal donker van kleur. Vroeger werd het trasraam gemetseld trasmortel, tegenwoordig met specie
van portlandcement (bij een cementraam is
cement het bindmiddel).
Vroeger
waren trasramen gemeengoed. De onderste lagen van een gevel onder het
maaiveld werden bijna altijd opgetrokken uit klinkers en waterdichte
mortel van luchtkalk, tras en zand. Door het trasraam werd capillair watertransport door het metselwerk vanuit de
bodem zoveel mogelijk voorkomen.
Hoewel hedendaagse bakstenen een betere samenstelling hebben, blijkt een
trasraam toch niet overbodig. Zonder trasraam kunnen problemen ontstaan door
optrekkend vocht (met als gevolg algengroei, schimmels
en uitbloeiingen, d.w.z. uitslag van
zouten e.d.), kan er in de onderste lagen baksteen
vorstschade optreden door optrekkend en bevriezend vocht, en kan een eventuele keimlaag
beschadigd raken. Soms wordt door het gebruik van een andere kleur baksteen in
de onderste lagen de suggestie gewekt dat er een trasraam aanwezig is...
Een alternatief voor het trasraam kan zijn een waterdichte laag in de eerste lintvoeg net boven het
maaiveld; in Duitsland wordt dit de Wassersperre genoemd. De kimlaag
moet behandeld worden tegen indringen van water, waarna de bitumen-achtige
waterdichte laag op de kimlaag wordt aangebracht.
trasraam in een donkere klinker:
niet alle anders gekleurde baksteen in de plint vormt een trasraam; uitslag door optrekkend bodemvocht door ontbreken van echt trasraam
(koninklijke nederlandse bouwkeramiek knb):
alternatief voor een trasraam, de wassersperre
ofwel het waterdicht afschermen van de kimlaag zodat er geen optrekkend
vocht de muur in kan trekken boven de wassersperre; op de foto
waarschijnlijk een strook bitumen (gasbeton
baustoffhandel):