Ook:
normsterkte. De druksterkte is de spanning waarbij het materiaal onder
invloed van (druk)belasting bezwijkt. De druksterkte wordt aangegeven in N/mm2
(= MPa).
Voorbeelden:
- de drukweerstand van een bedrijfsvloer mag niet lager zijn dan 25 N/mm2
- de druksterkte
van cellenbeton is afhankelijk van de volumieke massa en varieert van
2 tot 6 N/mm2.
Sterkteklassen van beton lopen van C10/15 tot C90/105 waarbij de C staat voor
Concrete.
De indeling in sterkteklassen gebeurt door een "drukproef" na 28
dagen. Zo moet mortel van klasse C45/55 minstens een druksterkte van 55 MPa
hebben bij een drukproef op een kubus van dat beton (de waarde 45 in
C45/55 heeft betrekking op een cilinder ipv. een kubus).
Er moeten diverse metingen verricht worden met een terugslaghamer om tot
een zo correct mogelijke druksterkte te komen.
Tot voor kort werd de betonkwaliteit met een B (van Beton)
aangeduid, bijvoorbeeld B32,5 enz.; meestal werd in de aanduiding het cijfer na
de komma weggelaten, bijvoorbeeld B32.
druksterktemeting
van een proefstuk
terugslaghamer schmidt
digitale betonproefhamer
pendelhamer smidt
De
terugslaghamer volgens Schmidt heeft een meetbereik van 10 tot 70 N/mm2 druksterkte.
De digitale betonproefhamer voorzien van een digitaal aanwijsinstrument met een geheugencapaciteit voor 5000 metingen. Meetbereik 10 tot 70 N/mm2 druksterkte. Het apparaat is voorzien van een RS 232C-uitgang en
geïntegreerde software voor het printen van de meetwaarden en verwerking via een
pc.
Pendelhamer volgens Schmidt Type P, voor het gebruik op wanden, vloeren en kolommen van normaal grindbeton met druksterkten van 5 tot 25 N/mm2.
Vroeger werd
de druksterkte in kgf/cm2 aangegeven: 1 N/mm2 = ca. 10 kgf/cm2 waardoor die
een factor 10 groter is dan de huidige eenheid voor druk in N/mm2
(exact, op onze breedtegraad, is 1 kgf/cm2 gelijk aan 0,0980665 N/mm2
of MPa).