Een
gebint is een dragende
houtconstructie, een samenstel
van balken (binten, gordingen of
spanten) die de
hoofddelen van een gebouw of getimmerte verbinden.
Het gebint is dus eigenlijk een "plakje" van de
kapconstructie, vooral
bij het dwarsgebint goed te zien (vaak een portaal).
Een normaal
gebint heeft rechtopstaande stijlen, een jukkenkap heeft schuin gesplaatste
stijlen.
Een dekbalkgebint is een "houtconstructie waarbij de gebintstijlen aan de bovenkant van pennen zijn voorzien waarop met corresponderende gaten een overstekende dekbalk wordt gelegd"
(pen-en-gat-verbinding).
Een ankerbalkgebint is een
"houtverbinding waarbij de (horizontale) balk door de (verticale) stijl steekt en de verbinding door middel van houten pennen, wiggen of toognagels wordt
onderhouden". ("De extra verankering vindt plaats aan de achterkant
van de stijlen door het aanbrengen van houten wiggen".)
Een tussenbalkgebint lijkt veel op een ankerbalkgebint, maar de
tussenbalk steekt dus
niet door de stijlen heen; de
pennen, wiggen of toognagels aan de achterkant ontbreken dus. "De gebintstijlen zijn meestal krom. Omdat dit
middeleeuwse gebinttype voor het eerst in Nijmegen werd aangetroffen ook wel
Nijmeegs spant of juk genoemd." (Haslinghuis).
Een trekbalkgebint is een houtconstructie "waarbij de balk tussen de
stijlen is aangebracht. Toepassing in houtskeletbouw".
(Het ankerbalkgebint is een speciale vorm van een trekbalkgebint.)
twee principes gebintbouw:
dwarsgebint en
langsgebint (boek inleiding
in de bouwhistorie van ronald stenvert en gabri van tussenbroek, uitgeverij
matrijs, afbeelding ronald glaudemans)
in de tekening is het eerste gebint donkergrijs, de overige
gebinten zijn "wit":
een voorbeeld van een gebint van een grote boerderij, met benamingen;
i.v.m. de stal is een grote overspanning
nodig; klik voor groter (boek houtconstructies zwiers,
1920):
een ander voorbeeld van een gebint; klik voor groter (de
museumfabriek):