Een
jukkenkap of juk is een kapconstructie (gebint)
waarbij de stijlen schuin zijn geplaatst om meer bruikbare hoogte te verkrijgen
dan bij een rechtopstaande stijl (een "normaal" gebint).
De balk boven het juk wordt dekbalk, jukbalk of jukdekbalk genoemd. Het juk
is meestal met een blokkeel aan de
muur(plaat) bevestigd. De korbeel
(karbeel) geeft de verbinding tussen juk en jukdekbalk extra stevigheid.
Wanneer het een gebogen juk is, wordt deze krommer
genoemd (soms kromstijl).
In de stadshuizen zijn vaak de stijlen tegen de buitenmuur geplaatst, als
muurstijlen. Ook komt het voor dat de stijlen gedeeltelijk in de muur
staan of pas halverwege de muur beginnen; in het laatste geval kunnen ze op een kraagsteen
rusten.
jukkenkap met gestapelde jukken (jukbeen is de
schuine stijl, juk of dekbalkjuk is de benaming voor het gebint, dus van de
twee jukbenen + jukdekbalk + twee korbelen); klik voor groter:
in rood de locatie van wat dekbalkjuk
genoemd wordt:
Juk betekent onder meer: draagbalk over de schouders om twee emmers,
manden o.d. te dragen, een last of "een soort schraag, een horizontale balk
rustend op twee of op een rij verticale stijlen" (Van
Dale).