![]() |
![]() |
![]() |
Ook:
dilatatieanker, soms: dilatatiesleutel. Een glijanker is een meestal stalen hulpmiddel waarmee bijvoorbeeld in een gevel de muurdelen aan weerszijden van een verticale dilatatievoeg
bijeen worden gehouden, waarbij het hulpmiddel bij
temperatuurwisselingen in de "huls" heen en weer kan
glijden.
De functie van het glijanker richt zich dus enerzijds op de
stabiliteit (een soort verankering van de muurdelen aan weerszijden
van de dilatatievoeg), anderzijds op de flexibiliteit (de muren kunnen
enigszins bewegen).
Indien mogelijk wordt het glijanker in de horizontale metselmortellaag
gelegd (zie eerste afbeelding; de voorzijde van deze laag is de lintvoeg).
Het glijanker is voor een goede krachtverdelende werking vaak 300 of 400 mm
lang; het metaal van 6 mm diameter kan gemaakt zijn van rvs
of van gegalvaniseerd (verzinkt) of
plastic-gecoat staal
en de mof is een kunststoffen mof (plug, huls) of krimpslang. Glijankers worden
meestal om de 500 mm aangebracht (tussenruimte, boven elkaar), maar dat is
afhankelijk van de situatie.
glijanker en dilatatievoeg (jonkers bouwmetaal): ![]() |
glijanker met kunststof omhulsel (badhoevese bouwmaterialen): ![]() |
Zie ook bij gewapend metselwerk.
Verg. spouwanker.
Verg. een aantal vormen van "passingen" zoals messing-en-groef,
geschaafd en geploegd,
hol en dol, monnik
en non, glij-anker.