Gewapend
metselwerk is metselwerk waarbij in de lintvoegen (horizontale voegen)
wapening is opgenomen.
De wapening van metselwerk kan op verschillende manieren plaatsvinden:
- een maas van staaldraden met een weefsel van glasvezelkoord
((bijvoorbeeld Murfor Compact E heeft 7 of 14 stuks dunne staalkabels)
- twee staaldraden met een zig-zag
staaldraad ertussen (eventueel met een soort grote kram in de stoorvoeg losjes
bevestigd zodat beweging nog mogelijk is)
- een rooster van strekmetaal - (bij herstel van metselwerk) inbrengen van een spiraalvormige staaf
(spiraalanker, "wokkel").
Wapening van metselwerk wordt toegepast:
- om scheuren in metselwerk te beperken, om aardbevingsschade te beperken e.d.,
dus wanneer extra stevigheid in het metselwerk nodig is (eventueel ook na het ontstaan
van scheuren), bijvoorbeeld:
. bij een metselverband dat niet veel constructief verband
heeft (o.m. tegelverband
of stapelverband)
. bij plaatselijke belasting
(windbelasting, belasting van een dwars op het metselwerk
gelegen stalen bint e.d.)
. bij een borstwering
. bij een muur met een muurdeksel - bij claustra-verband
- om een latei van metselwerk te maken.
Soms zijn er speciale materialen voor "binnentoepassingen"
(binnenspouwblad e.d.) en "buitentoepassingen" (buitenspouwblad,
dragende wanden e.d.).
"Ductiliteit is waarschijnlijk de belangrijkste vereiste voor alle gewapend metselwerk met een
constructieve functie. Ductiliteit is het vermogen van een materiaal om zeer grote vervormingen te ondergaan zonder dat
breuk optreedt."
Werkwijze
"Fisufor
of Murfor wapening wordt in het midden van de metsellaag geplaatst met inachtneming van minimaal 15 mm morteldekking tussen de
langsdraad en de buitenzijde van de voeg."
Breng de mortel aan op het metselwerk en
plaats de wapening, of: plaats de wapening op het metselwerk en breng de
mortellaag aan.
De wapening Fisufor 3D, met afstandhouder, voldoet aan de Eurocode; door
de ronde afstandhouder wordt ervoor gezorgd dat de wapening verticaal in het
midden van de lintvoeg ligt.
Leg de benen van een T-verbinding niet in hetzelfde vlak, maar bijvoorbeeld een
laag lager of hoger.