Een
schenkelspant of
Philibertspant (Philibertkap) is een
dakspant gemaakt van gebogen spanten.
Het spant werd meestal samengesteld uit een aaneenschakeling van
"kromme" houtdelen (schenkels).
Het schenkelspant
of Philibertspant heeft ten opzichte van het
"normale" dakspant de voordelen (met dank aan Edwin
Orsel in Nieuwsbrief 78, dec 2024 van Stichting
Bouwhistorie Nederland):
- grote ruimten zijn gemakkelijker te overbruggen (grote overspanningen)
- de grote vrije hoogte (door de gebogen vorm is er meer
nuttige ruimte onder de kap, vooral als er geen makelaar
en spantbalk is)
- minder zijdelingse druk (minder dikke muren mogelijk)
- ook toe te passen bij koepels
- te vervaardigen aan de hand van een mal.
Over mogelijk andere voordelen (minder houtgebruik, minder brandgevaar) zijn de
meningen verdeeld.
Nadeel van het schenkelspant of Philibertspant:
- er is gekromd hout nodig is (daarom werd vroeger vaak een
Philibertspant gemaakt van een reeks korte planken, op elkaar gespijkerd werden
of met bouten en beugels op elkaar werden geklemd).
Er zijn verschillende vormen schenkelspanten, onder meer:
- een spant van één halve cirkel (de eenvoudigste vorm)
- twee boogdelen die bovenaan op enige afstand van de nok in elkaar grijpen
- twee boogdelen die bovenaan elkaar raken (en zo een soort spitsboog
vormen; met het oog op de druk van het dak werd deze vorm aanbevolen)
- met of zonder makelaar en spantbalk.
Met dit type spant kan eigenlijk elk kapvorm worden gemaakt; soms is het een
gebogen kap of een mansardekap.
Wellicht daarom is het schenkelspant op veel typen gebouwen is toegepast
(huizen, pakhuizen, scholen, kazernes, koetshuizen).
Het gekromde hout voor het schenkelspant werd ook wel gemaakt van normaal recht hout, dat in een
kromming gezaagd is en in drie lagen aaneen de schenkel vormt, dus een vorm van
een gelamineerd spant,
zoals in extreme vorm bij het Emy-spant.
Vanwege het gekromde hout lijkt het Philibertspant ook op een Schulz-spant
waarbij de spantbenen door gebogen, gespleten stammen worden gevormd
("juffers").
De
naam Philibertspant komt van de Franse bouwmeester Philibert de l'Orme
(ook: Philibert Delorme; 16e eeuw; het spant is gepubliceerd in 1561). In de tweede helft van de 19e eeuw was
er een opleving met Philibertspanten.
"Door alleen de onderste delen als schenkels uit te voeren werd bespaard op
arbeid. Het maken van schenkelspanten stond namelijk bekend als arbeidsintensief." (Patrick
Bosman in Nieuwsbrief Bouwhistorie juli 2021 van Stichting
Bouwhistorie Nederland.) Dit type schenkelspant wordt wel eens knieschenkel
genoemd. Soms bestaat het gekromde deel uit meer lagen hout.
schenkelspant of philibertspant (boek brade 1827, 2e deel, plaat 14, fig
25, foto van afbeelding in nieuwsbrief 78, dec 2024, van stichting
bouwhistorie nederland, met dank aan edwin orsel):
schenkelspant of philibertspant, in de vorm van een halve cirkel (boek houten kappen in
nederland 1000-1940,
herman janse, 1989):
schenkelspant of philibertspant, elkaar snijdende schenkels (boek houten kappen in
nederland 1000-1940,
herman janse, 1989):
schenkelspant of philibertspant, met makelaar en elkaar rakende schenkels
(boek houtconstructies, zwiers, 1920):
schenkelspant of philibertspant, elkaar snijdende schenkels, hoek brink en assenstraat, deventer:
schenkelspant of philiberspant, schenkels raken elkaar bovenaan via de
makelaar; klik voor groter(foto bert willemsen):
verstevigde variant waarbij het spant uit drie delen bestaat waarvan het
middelste van nok tot muurplaat
loopt (dus aaneengeschroefd schenkelspant, recht spant, schenkelspant);klik voor groter (handboek voor timmerlieden, h.j. de groot, 1914):
ook wel een schenkelspant of philiberspant te noemen, hoewel het ook een
combinatie van een ardant-spant
en een engels spant lijkt,
in ieder geval een soort vakwerkspant,
stedelijk gymnasium leiden, fruinlaan 15, ca. 1936; klik voor
groter (erfgoed
leiden):
onderdeel van het spant van de vorige afbeelding; de plaats waar de boog
van het spant hecht in de vloer/muurplaat;
klik voor groter (erfgoed
leiden):
mogelijke opbouw van een deel van een schenkelspant of philibertspant (boek houten kappen in nederland 1000-1940 van herman janse, 1989):
philibertspant uit het boek nouvelles inventions pour bien bastir etc.,
philbert de l'orme, 1561; klik voor
groter:
een dak dat inwendig met
schenkelspanten is geconstrueerd, molenstraat 110, oss (organon):
knieschenkel: alleen het onderste deel van het spant is
gekromd, het vervolg is recht (grijs in de schets):