zavel, zavelgrond
Zavel is een grondsoort met een korrelgrootte tussen
lichte klei en zand:
van 0,002 tot 0,063 mm (ofwel 2-63 micrometer [µm]).
"De natuurlijke verdeling tussen zand en lichte klei ontstaat door vermenging van
afwisselend afgezette klei- en zandlagen."
Het percentage aan lutum (het
minerale deel van klei) moet tussen 8% en 25% zijn (bij 25% of meer spreken we
simpelweg van klei):
- lichte zavelgronden: de lichtere kleigronden met 8-12% lutum
- matig lichte zavelgronden: 12-17,5% lutum
- zware zavelgronden: 17,5-25% lutum.
Voordeel van zavel in de tuin is dat meestal grondverbetering niet nodig is: het
kleiige deel houdt water vast, het zandige deel is waterdoorlatend. In
zavelgrond is humus aanwezig, wat goed is voor de meeste planten.
Kalkrijke klei is vruchtbaar maar kan te stug zijn; een mengsel van zavel en klei lijkt ideaal voor
akkerbouw.
Voordelen zavel
- makkelijk te bewerken (door het zand)
- goed doorwortelbaar (door het zand)
- houdt goed vocht vast (door de klei)
- vruchtbare grond
- kortom, heeft weinig aandacht en onderhoud nodig.
Nadeel zware zavel
- bij zware zavelgrond (relatief veel klei) kan het water soms iets minder snel
weglopen.
Natuurlijke zavel komt vooral voor in Zeeland, de Noordoostpolder en het noorden
van Nederland, en bij een stroomrug
(oeverwal) van een rivier of wat ooit een rivier was of een zijtak ervan (vaak
in combinatie met zand of schrale klei).