Akoestiek
is de eigenschap van een ruimte met betrekking tot de voortplanting en verbreiding van geluid
in die ruimte (Van
Dale).
Geluid in een ruimte wordt deels geabsorbeerd en deels weerkaatst door de materialen
en objecten in die ruimte (muren, plafond, vloerbedekking, gordijnen,
stoelen e.d.). Naast de klank zelf kan weerkaatsing (galm) optreden.
"Omdat galm aan het geluid een wat rijkere klank geeft is een relatief lange nagalmtijd gewenst voor ruimten waarin muziek wordt geproduceerd. Galm in de lagere frequenties draagt bij aan hetgeen kan worden omschreven als warmte van het geluid. Galm in de hogere frequenties vergroot de helderheid van het geluid."
Zo heeft spraak een nagalmtijd van 0,7-1,1 sec, opera 1,2-1,6 sec, symfonische
muziek 1,2-2,5 sec (zie tabel muzieksoort).
Voorbeelden van akoestiek:
- een Romeins theater had ondanks de grootte vaak een goede akoestiek
- een kerk heeft voor bijvoorbeeld orgelmuziek een goede nagalm nodig (maar
maakt het verstaan van de sprekers moeilijker)
- een kale ruimte klinkt ook echt hol en veroorzaakt een lange nagalmtijd, wat het gesproken woord moeilijk verstaanbaar
maakt.
Voor een goede zaalakoestiek moet in het algemeen aan de volgende eisen worden
voldaan (Sonus raadgevende
ingenieurs):
- stoorgeluiden van buiten de zaal moeten worden vermeden
- spraakverstaanbaarheid moet voldoende zijn
- muziek moet plezierig aanhoren en voldoende 'warmte' bezitten
- de geluidenergie moet uniform worden verdeeld over de gehele zaal
- in de zaal mogen geen verstorende fenomenen zoals echo's en flutter voorkomen.
Ontvangen geluid afhankelijk van het volume van het geluid, van de plaats van de ontvanger,
van de omvang en vorm van de ruimte en van het type geluid
In elk punt van de ruimte klinkt geluid anders. Akoestiek bepaalt voor een
groot deel hoe we muziek ervaren.
Uiteraard is het volume van het brongeluid belangrijk: wanneer veel
geluidsenergie verloren gaat voordat het geluid ontvangen wordt, is de ervaring
anders dan wanneer het geluid een duidelijk hoorbaar niveau heeft.
Ook de plaats van de ontvanger (toeschouwer) speelt een rol. Vóórin
de zaal hoor je het geluid anders dan in het midden van de zaal. Er lijken door
deze ene geluidsbron drie "bronnen" van geluid te zijn:
- direct geluid (rechtstreeks, onvervormd vanaf de bron)
- vroege reflecties (weerkaatsingen van het brongeluid via plafond en
zijwanden; vroege reflecties worden vooral binnen 100 à 150 msec ontvangen dus
grofweg de
eerste 30 à 50 m vanaf de bron)
- late reflecties (weerkaatsingen van het brongeluid via plafond en
zijwanden, plus alle andere weerkaatsingen, van achterwanden, maar ook van stoelen, toeschouwers e.d.).
Op het podium zelf wordt het geluid wéér anders ervaren.
De omvang van de ruimte heeft invloed op de nagalmtijd en de
geluidssterkte: een grote zaal of kerk heeft een grotere nagalmtijd dan een
kleine ruimte en een lagere geluidssterkte. Vandaar dat gesteld wordt: "bij 1400 toeschouwers heeft de ideale spreekzaal een volume van ruwweg 4 m3 per persoon, een operazaal werkt bij 6 m3/persoon en een concertzaal meet 8
m3/persoon" (zie ook afbeelding omvang en nagalmtijd).
Ook vorm en aankleding van de ruimte speelt een rol: bij veel kale
en verticale vlakken is er veel nagalm, bij veel zachte materialen (gordijnen,
stoffen bekleding op vloer of wanden, open ramen en deuren) is er vele geluidsabsorptie (veel
demping).
De nagalmtijd in de eenvoudige nagalmformule van Sabine is: T = 0,161 * (Volume zaal / Absorptie).
Simpelweg geeft deze formule aan dat een grotere zaal een langere nagalmtijd
geeft (de afstanden die het geluid maakt vóór het terugkeert, zijn over
het algemeen groter) en dat absorberend materiaal de nagalmtijd verkleint (er
reflecteert ook minder geluid).
Het is mede daardoor zeer moeilijk voor iedereen in de zaal en op
het podium een ruimte een
"natuurlijk" klinkende akoestiek te geven, die ook nog eens
afhankelijk is van het type geluid zoals: muziek (symfonisch orkest, kamermuziek e.d.),
spraak, toneel, zang, opera, koor.
Verder ervaart natuurlijk ook iedere persoon het geluid anders (daar kunnen we
weinig aan doen).
direct geluid vanaf bron, vroege
reflecties (early reflections: zijmuren, plafond), late
reflecties (reverbarations: zijmuren, plafond plus objecten e.d. en
muren achter
toeschouwer); klik voor de volledige afbeelding (acoustic
control systems acs):
drie wanden en een paar van de enorme hoeveelheid reflecties aangegeven (tu
delft ruimte-akoestiek):
En dan, soms, blijkt dat zelfs veel adviseurs er niet helemaal uitkomen (de
ruimte is dan wellicht rijp voor nieuwbouw).
Bouwkundige of mechanische aanpassingen
Voor het ontwerpen van een zaal met een goede akoestiek bestaan verschillende
"spelregels", waarbij een zaal meestal een vorm krijgt voor een
specifiek gebruik, bijvoorbeeld een concertzaal of een schouwburg.
Voor een goede balans wil men de galm vaak dempen, maar niet volledig
wegnemen; soms wil men juist de galm wat verlengen (in een kleine zaal).
Bouwkundig dan wel mechanisch wordt dit onder meer bereikt door:
- de vorm van de zaal, balkons, muren, plafonds, nissen
- akoestische systeemplafonds
(meestal kleinere ruimtes); bij bijvoorbeeld systeemplafonds geeft de NRC-waarde
Noise Reduction Coëfficiënt aan hoeveel geluid wordt opgenomen (geabsorbeerd) door de plafondplaat
(waarde van 0 tot 1) - één of meer klankkaatsers (plafondkaatsers, acoustic shells, orchestra shells) aan het plafond boven het podium
(bij voorkeur ophijsbaar en eventueel met absorberend materiaal; klankkaatsers
worden in veel zalen toegepast)
- het ophangen van (verplaatsbare) gordijnen of (verplaatsbare) akoestische
kussens
- schuivende panelen (om de weerkaatsingen te leiden, de nagalmtijd te
verkleinen of te vergroten, panelen met verschuifbare met gordijnen om het
geluid iets te dempen)
- verplaatsbare achterwand van het toneel (De Vereeniging Nijmegen)
- schuivende zijwanden en bewegend plafond om een grote zaal "fysiek" te
verkleinen (De Spiegel Zwolle, van 11.000 m3 naar 3.500 m3)
- gebruikmaken van een zogenoemde orkestkamer (vergroot de ruimte, maar is niet
zo absorberend als bijvoorbeeld een toneeltoren)
- in schouwburgen die voor concerten gebruikt worden: het afsluiten van een deel
van het podium, bijvoorbeeld d.m.v. het neerlaten van het brandscherm (zodat het
toneel veel minder geluid absorbeert) of de vloer van de orkestbak in hoogte te
kunnen variëren
- vaste objecten op bepaalde plaatsen (bepaalde vormen tegen muren of plafond,
stoelen met een vorm en bekleding die overeenkomt met een gemiddelde
toeschouwer).
Voordelen van bouwkundige en mechanische oplossingen:
- eenvoudig te begrijpen.
Nadelen van bouwkundige en mechanische oplossingen:
- vaste objecten zijn onveranderbaar (eenmaal aangebracht is er niet veel meer
aan te verbeteren; sommige zalen blijven een technisch slechte akoestiek hebben)
- arbeidsintensief (verschuiven van het object)
- tijdrovend (uitproberen of de verandering het gewenste resultaat geeft)
- de invloed van de aanpassing is beperkt
- het gevolg van de aanpassing is moeilijk voorspelbaar en lastig te berekenen.
Waarschijnlijk zijn dat de redenen dat die aanpassingen zelden worden uitgevoerd
bij een matige akoestiek of bij verandering van het soort muziek (wie neemt de
beslissing e.e.a. aan te passen en wat als het resultaat juist slechter is).
"In sommige zalen zijn wel degelijk variabele voorzieningen, maar niemand durft de beslissing te nemen om een andere instelling te gebruiken en dus gebeurt er niets."
Om de concertzaal
De Doelen in Rotterdam een goede akoestiek te geven, zijn onder meer vele speciaal voor deze zaal gefabriceerde
"blokken met meer vlakken" op de wanden
toegepast (bij de bouw waren er ook nog geen digitale mogelijkheden om de
akoestiek te variëren).
Klankkaatsers worden regelmatig toegepast bij muziekzalen. Doel is
primair om het geluid naar het publiek te
leiden (instrumenten spelen alle kanten op), maar ook om het geluid op het podium goed te verdelen.
Op het podium zijn vaak beide zijden verschillend van elkaar. Dat heeft te maken met de akoestiek opbouw in een
zaal en dat kan digitale akoestiek goed compenseren. Klankkaatsers hebben vaak
luidsprekers in hun "shell". Een bouwkundige klankkaatser is meestal
statisch, maar spraak- en muziekopstellingen verschillen: voor op het podium, diep achter op het podium,
en er zijn verschillende orkestopstellingen. Met een mechanisch variabele
klankkaatser kan e.e.a. gevarieerd worden; een "elektronische shell"
kan daar maatwerk geven die met een druk op de knop is te wijzigen.
In sommige concertzalen zit een bewegend plafond waardoor men het volume van de zaal
kan vergroten (langere nagalmtijd) of beperken (nagalmtijd verkorten). Het idee is: hoger/open plafond, meer volume, meer
nagalm-tijd, beter geschikt voor groot orkest, symfonische muziek. De aanpassing
van het plafond kan echter ook een slechter resultaat geven: weinig publiek bij
een klassiek concert dan plafond toch maar omlaag, kan akoestisch gezien verkeerd uitpakken, want je wilt juist een lange nagalmtijd.
Zo ook bij een popconcert met veel publiek: het plafond omhoog is aanlokkelijk,
maar geeft een te lange nagalmtijd voor popmuziek. Ook in deze gevallen kan digitale variabele akoestiek vaak uitkomst bieden.
Elektronisch door variabele akoestiek (digitale akoestiek, virtuele akoestiek,
active architecture)
De digitale variant wordt meestal variabele akoestiek genoemd, hoewel
die term ook wel voor de mechanische oplossing wordt gebruikt. Variabele akoestiek
door middel van digitale techniek kan, bij wijze van spreken, bijna elke ruimte de gewenste akoestiek geven.
Variabele akoestiek wordt toegepast wanneer de akoestiek van een ruimte moet worden aangepast aan de functie
(bestaande bouw, bij slechte akoestiek of bij uitbreiding van de muzieksoort
voor die ruimte), of wanneer men al bij het ontwerp verwacht dat een ruimte voor meer soorten
"geluid" bruikbaar moet zijn (zie hierboven bij type geluid).
Omdat digitalisering de akoestiek meer of minder onafhankelijk maakt van de
architectuur van een zaal, wordt bij een ruimte met variabele akoestiek ook wel
gesproken over Active Architecture.
De elektronische manier om de akoestiek naar wens aan te passen gebeurt door
middel van microfoons (opnemen geluid), luidsprekers (weergeven geluid),
processing (weergeven geluid afhankelijk van o.m. de locatie en de gewenste
kenmerken).
Voordelen variabele akoestiek (technisch en economisch):
- een
betere akoestiek dan bouwkundig haalbaar is (digitale akoestiek is speciaal
ontworpen om de akoestiek aan te passen, bijvoorbeeld vroege reflecties worden
anders aangepast dan late reflecties waardoor meer mogelijkheden ontstaan)
- de toeschouwer/luisteraar ervaart het als natuurlijke akoestiek
- wijzigingen zijn onmiddellijk actief (door presets met één druk op de
knop zijn de akoestische karakteristieken van een ruimte te veranderen)
- zowel voor grote zalen als voor kleine ruimtes
- het systeem is opnieuw te tunen, klankkleur en settings zijn achteraf aanpasbaar
- om de verbetering in de werkelijkheid te ervaren kan simpelweg het variabele
akoestische systeem even uitgezet worden (uiteraard tijdens een repetitie van
het orkest)
- een betere exploitatie
van vastgoed (zaal is multifunctioneel inzetbaar, meer mensen kunnen gebruik maken van de multipurpose space).
Nadelen variabele akoestiek:
- een specialistisch product (voor de consument lijkt het een black box)
- het systeem moet beheerd worden (hoewel eenvoudig te bedienen en er geen
bedieningstechnicus nodig is, is een nadeel van bijna alles wat variabel:
iemand moet
de instelling veranderen als het "type geluid" verandert)
- er kunnen grote verschillen zijn in prestaties (leveranciersafhankelijk;
variabele akoestische systemen worden ook wel genoemd naar het systeem van de
leverancier)
- vergroten van de nagalmtijd is betrekkelijk eenvoudig, maar verkleinen van de
nagalmtijd moet echt met absorptie of verkleinen van het volume (het beste voor
digitale variabele akoestiek is een goede spraakzaal, dan kan bijvoorbeeld ACS
er alles van maken; samenwerking in de ontwerpfase tussen architect, akoestisch
adviseur en specialist in digitale variabele akoestiek is daarom aan te bevelen;
zo heeft Amphion Doetinchem bijvoorbeeld een grotere en een kleinere zaal en
digitale variabele akoestiek waardoor allerlei voorstellingen gegeven kunnen
worden, van cabaret tot symfonisch).
- elk systeem heeft zijn grenzen (een gymzaal wordt geen concertgebouw, maar
"het lukt wel om een gymzaal te laten klinken als een muziekzaal van gelijk
volume").
Steeds meer concertzalen en andere ruimten worden daarom uitgevoerd met
variabele akoestiek omdat het de
gebruiksmogelijkheden van de zaal vergroot: de zaal kan ingesteld worden voor
het gewenste gebruik (muziek, zang e.d., of juist specifiek voor de musici op
het podium). Ook kleinere ruimten kunnen met
variabele akoestiek gebaat zijn bij een betere akoestiek en een breder publiek
als potentiële bezoeker.
O.m. Acoustic
Control Systems ACS kan met variabele akoestiek van een muziekzaal, concertzaal of kleine zaal een multipurpose
space maken: "De ACS processor genereert geluidsreflecties waarbij opbouw, niveau, timing en frequentiespectrum
goed zijn. Elke luidspreker ontvangt een ander signaal, afhankelijk van de plaats van de luidspreker in de
zaal, terwijl alle luidsprekers samen de gewenste akoestiek weergeven. Er zijn verschillende
akoestische
presets geprogrammeerd, die door de gebruiker eenvoudig met een afstandsbediening
te kiezen zijn." ACS vermeldt ook bijvoorbeeld: "Om de akoestiek van de zaal aan te passen moet
ACS weten hoe volgens de opdrachtgever de zaal ideaal zou moeten klinken. Aan de hand van de
wensenlijst kan worden bepaald waar welke reflecties en nagalm en met welke klankkleur
nodig zijn. Elk onderdeel van de variabele akoestiek kan verschillend per locatie worden
ingesteld, zodat de beste resultaten worden behaald. Door gebruik te maken van een microfoon array
[een rij microfoons] met een hoge resolutie en zeer geavanceerde digitale processing is het mogelijk om de gewenste
akoestiek te realiseren, ongeacht de locatie. Verbetering in de zaal (het publiek), de orkestbak en
ook op het podium voor de artiesten ter bevordering van het samenspel. In de praktijk is met een
variabele akoestiek de akoestiek in de zaal met een druk op de knop aan te passen van spraak naar
muziek (in diverse vormen), zonder ingrijpende bouwkundige aanpassingen of tijdrovende
handelingen."
Natuurlijk is variabele akoestiek niet in elke situatie de Haarlemmer olie, maar
er is veel ervaring mee opgedaan en er zijn uiteraard altijd vooronderzoeken.
Akoestiek is een interessant en complex verschijnsel en vrij weinig mensen
kennen de vele mogelijkheden van digitale variabele akoestiek ("er is best nog veel
argwaan"). Toch bijzonder dat The Royal Opera House in London
en ook bijvoorbeeld de multifunctionele Warande in Turnhout (met een waardering
van 10 punten, het uiterst haalbare) zo'n elektronisch systeem in gebruik heeft
(van ACS). Maar niet alleen grote zalen, ook de Classic Express trailer van Christina
Concours en zalen op cruiseships gebruiken digitale variabele akoestiek. Over de
muziek in de vrachtwagen van Classic
Express vertelt men zelf: "Alle klank en geluid in de rijdende concertzaal wordt gereguleerd met een elektro-akoestisch systeem, dat zelfs de akoestiek van het Amsterdamse Concertgebouw kan
nabootsen".
In
de ontwerpfase van een (multifunctionele) muziekzaal zal een
adviseur akoestiek mede aan tafel zitten, ook als men niet onmiddellijk aan softwarematige oplossingen
denkt.
Andere hardwarematige oplossingen, uitsluitend voor
geluidsdemping (geluidsabsorptie)
Naast de genoemde oplossingen die een goede akoestiek geven, kan het ook zijn
dat er uitsluitend demping nodig is, bijvoorbeeld in een groot restaurant,
sportzaal of industriehal.
Mogelijkheden zijn in dit geval:
- speciale, geperforeerde bakstenengeven demping van het geluid
- vaste geperforeerde panelen e.d. ("akoestische plafonds,
akoestische wandpanelen, baffles, akoestische eilanden, akoestische
schilderijen, akoestische panelen en wandpanelen") aan plafond of muur kunnen de akoestiek
verbeteren (systeemplafonds
en akoestiek)
- toepassen van een akoestische pleisters
(akoestisch spuitwerk van o.m. Pennings
Akoestisch Afbouwen en Brander Acoustuc,
"een verspuitbaar akoestisch pleistersysteem, dat geschikt is voor het afwerken van plafonds en wanden in ruimten waar
nagalm ontstaat").
Afhankelijk van de toepassing wordt eeen akoestisch materiaal gekozen,
bijvoorbeeld:
- bouwkundig
- woning
- industriële omgeving
- studio, hifi
- voertuigen
- boten.
Akoestisch isolatiemateriaal is is in verschillende materialen verkrijgbaar, in
platen/panelen of rollen (dekens), bijvoorbeeld:
- Métisse en Eco-Coustic Cotton (beide van niet-recyclebare kleding, aangevuld
met polyestervezels)
- Merfopol Whisper FR (polyethyleen LDPE met cellenstructuur)
- Heraklith Tektalan A2 (houtwolcementplaat met steenwol)
- Rocksono Solid (steenwol)
- Akotherm GG (polyesterwol)
- Flamex Basic (melamineschuim).
Geluidsisolerende eigenschappen van materialen zijn vaak beduidend verschillend
van de thermische eigenschappen (warmte-isolerend). Een materiaal dat zowel
thermisch als akoestisch zeer goed isoleert bestaat eigenlijk niet: "thermische isolatie is van nature licht (stilstaande lucht) en akoestische isolatie werkt volgens het
massa-veer-massaprincipe". (Livios)
Zie eventueel het Excel-sheet
met akoestische en thermische isolatiematerialen van Gerard Voskuil.
akoestiek en de invloed van de omvang van de ruimte
op de gewenste nagalmtijd (sonus
raadgevende ingenieurs);
(zie ook nagalmtijden per muzieksoort
verderop)
variabele akoestiek voor multipurpose spaces: akoestiek aan
de hand van een veelheid aan luidsprekers in de zaal en microfoons op het
podium;klik voor groter! (acoustic
control systems acs):
galmtijden of nagalmtijden per "muzieksoort" die
men als prettig ervaart; RT60 geeft het aantal seconden waarbij het
geluidsniveau met 60 dB afneemt nadat de bron van het geluid is stopgezet;
RT staat voor Reverbaration Time (nagalmtijd); overigens is er ook een
RT30 die eenvoudiger te meten is; het volume van de ruimte is zeer
belangrijk (kleiner volume vereist een kleinere RT60), mede daarom is een
waarde-bereik aangegeven (acoustic
control systems acs (concertzalen e.d.) en jellema bouwtechniek 7c:
Kamerorkest (ruimte voor
kamerorkest, betrekkelijk klein volume)
1,3-1,6
Schouwburg / toneelzaal
1,0-1,4 (0,8-1,2)
Sportzaal / gymzaal
1,0-1,5
Vergaderkamer
0,7-0,9
de speciale baksteen voor een betere akoestiek: een "akoestische
keramische muur", bijvoorbeeld om de akoestiek te verbeteren van een
gymzaal of van een overdekte binnenhof; "met acoustical sgft plaatst u snel en makkelijk een complete constructieve muur met een hoog geluidsabsorptievermogen";
klik voor een voorbeeld (de acoustic brick van
steenfabriek st. joris):
akoestisch materiaal airborn, in een veelheid aan materialen; klik
voor groter! (sonogamma):