Onderdeel
van geomonitoring. De integriteit van
betonnen heipalen is
controleerbaar doordat bij akoestisch
doormeten afwijkingen in beeld
komen. Met behulp van computerprogramma's en aan de hand van het sonderingsonderzoek en het bodemprofiel kan berekend worden of mogelijke afwijkingen het
draagvermogen
van de betonpaal negatief beïnvloeden.
Bij het akoestische doormeten brengt een slag met een kunststof hamer op de paalkop een geluidsgolf in de paal. Een versnellingsopnemer neemt de
reflecties (reflexen) vanuit de paalschacht op en stuurt die gegevens naar een
verwerkingseenheid (een computertje), waarbij het signaal wordt gefilterd en verstrekt. De
schokgolf loopt door de paal in de lengterichting tot aan de paalpunt en weer terug tot aan de paalkop. De snelheid waarmee dit gebeurt, is afhankelijk van de
elasticiteitsmodulus en de dichtheid van het paalmateriaal (beton). De loopsnelheid van de ingebrachte schokgolf bedraagt voor
in de grond gevormde palen tussen de 3700 en 4000
m/sec en voor prefab betonpalen tussen de 4000 en 4400 m/sec.