Een
peilbuis is een in de grond gebrachte buis met als doel bv.
bodemonderzoek of de bepaling van de ligging van het freatisch
vlak (de vrije grondwaterspiegel).
Het is een rvs of kunststof buis, meestal met een diameter van ongeveer 2,5 cm, die
over de onderste meter voorzien is van kleine gaatjes (het peilfilter), zodat er grondwater in kan opstijgen. Rondom
het filter wordt meestal zand gestort om verstopping van de gaatjes te voorkomen.
De diameter van de buis is groot genoeg om capillaire opstijging erin te kunnen verwaarlozen. Dit betekent
dat de hoogte van het water in de peilbuis de ligging van het freatisch vlak
aangeeft mits het grondwater gelegenheid heeft gehad in de buis te
stijgen. De wachttijd tot de gegevens correct zijn te noemen, is
afhankelijk van o.m. het doel van de metingen en de grondsoort.
Het "blinde" deel van de peilbuis heet stijgbuis en
het filterdeel wordt filterbuis genoemd.
In zandlagen die op een slecht doorlatende laag liggen, kan de grondwaterspiegel afwijken van de
freatische grondwaterstand. Het regenwater verzamelt zich dan op de laagst gelegen
punten van de slecht doorlatende laag. Dit noemt men de schijnwaterstand.
Dit verschijnsel kan tijdens de uitvoering grote problemen geven.
Grondwaterstandmetingen kunnen handmatig met een meetlint met
verzwaring of automatisch met dataloggers worden uitgevoerd. Met dataloggers kunnen hoogfrequente metingen,
bv. elk uur of enkele malen per dag worden geregistreerd.
grondwaterstanden noorden van hengelo; klik voor groter:
Het woord peil is al bekend als het Middelnederlandse pegel (peil, maat),
dat afkomstig is van het Protogermaanse pagila (merkteken),
waarschijnlijk een afleiding met verkleiningsachtervoegsel -ila van de wortel
pag; bron Etymologiebank.