Een
overlaat is in een dijk of andere waterkering een verlaagd gedeelte waar het water overheen kan
vloeien als dat nodig is, bijvoorbeeld bij zeer hoog water. Door zo'n
"beheerste, lokale overstroming" komen er op
andere plaatsen in de dijk (hopelijk) bij hoog water geen dijkdoorbraken en overstromingen.
De afstand waarover de verlaging van de dijk zich uitstrekt, is afhankelijk van
de situatie:
- te kort dan stroomt het water te snel en kan het doorbraakgebied onbeheerst
groter worden
- te lang dan komt er teveel
water in de polder.
De glooiing van een overlaat is vrij zwak hellend om het
land achter de overlaat niet teveel te roeren. Dat land is normale situatie meestal bestemd voor
landbouw of natuur. Vroeger werden overlaten langs de rivieren ook aangebracht omdat het
slib dat over de landerijen
vloeit voor vruchtbare grond zorgt.
Een uitgetrekt deel van de dijk dat verlaagd is, wordt een brede kruin
genoemd.
De term overlaat is soms een andere benaming voor een vaste stuw.
Een scherpe overlaat is "een stuw met een kruin die niet over de
hele leidingbreedte reikt".
Overlaten worden dus bewust aangebracht, om dijkdoorbraken en
overstromingen op ongewenste locaties en momenten te voorkómen! Burgers
en boeren worden gewaarschuwd als het water via de overlaat gaat stromen.
Waarom bedijken nadelen heeft
De noodzaak tot overlaten is ook ingegeven door de begrijpelijke zucht alle
rivieren te bedijken. Echter:
- Bij hoogwater stroomt de rivier door de dijken niet meer
"rustig" door het land, maar komen er plotseling dijkdoorbraken
voor (natuurlijk vaak op ongunstige locaties en momenten). Een dijkdoorbraak
komt meestal voor bij een zwakke plek in de dijk of door kwel.
- Door het bedijken legt de rivier zand en klei in de stille zijden van de bochten
neer, waardoor het water van de door bedijking zeer versmalde rivier ook nog eens steeds hoger
komt te liggen. De kans op een overstroming neemt door de dijken dus extra toe.
- Vaak meent men dat gemalen het teveel aan
water kunnen pompen naar een andere waterweg of waterbekken, maar een
plotselinge extreem grote hoeveelheid water blijft een groot risico (en daar is
juist een overlaat voor).
De wielen
langs onze rivieren getuigen van de vele doorbraken in het verleden. In de winter kunnen ook
ijsschotsen een dijkdoorbraak geven; de zogenoemde ijsdammen kunnen de dijk
beschadigen en een doorbraak forceren.
De bevolking Burgers en boeren zijn uiteraard bijna altijd tegen het bestemmen van een
gebied tot stroomgebied van een overlaat. Dat is het ernstige nadeel van zo'n
klein, overbevolkt landje als Nederland. Zutphen was in 1953 zeer blij dat de
Baakse Overlaat overbodig werd door een aantal gemalen in de omgeving, maar dat
was wellicht ook omdat die overlaat bij het sterk verouderde inundatieplan van
die omgeving hoorde...
Waarom zijn we eigenlijk nooit doorgegaan met het droogleggen van het
IJsselmeer?
Overlaten, groene rivier, grazers en waterberging
Een gebied dat (beheerst) overstroomd mag worden bij een overlaat wordt traverse
genoemd.
Tegenwoordig wordt dit overloopgebied ook groene rivier genoemd:
normaliter groen (vegetatie als gras en bomen) maar in noodgevallen rivier. Voor
vee (grazers) in dit gebied worden hoogwatervrije vluchtplaatsen
aangelegd (vergelijkbaar met een vliedberg).
Zo'n gebied is een vorm van waterberging
en vermijdt daarmee
wateroverlast.
Het gebeid achter de overlaat kan ook een retentiegebied
zijn of daarmee in verbinding staan: een retentiegebied is te beschouwen als een
overloopgebied, het stroomgebied van een overlaat is een noodoverloopgebied.
Ruimte voor de rivier
- "Na de grote watersnood van 1820 kiezen de ingenieurs van Rijkswaterstaat in 1825 voor een verbeterd overlaatsysteem om het overtollig rivierwater sneller te kunnen afvoeren. In de
Beers-traverse tussen Gassel en Herpen moeten alle huizen, bomen, heggen en dijkjes verdwijnen."
(Canon van Nederland)
Soms wordt er een andere oplossing gevonden omdat een overstroming van het gebied
teveel invloed heeft op de omgeving, bijvoorbeeld door een verbinding te maken
tussen twee watergangen.
- Door de dreiging van overstromingen midden jaren 1990 heeft men begrepen dat de
rivier weer de ruimte moet krijgen. Op verschillende locaties zijn
vormen van overlaten aangebracht om onstuimig water vrij te geven over bewust
gekozen gebieden.
regelwerk van betonnen panelen vervangt de oude overlaat bij het
pannerdens kanaal; het regelwerk is 175 m breed en max. 5 m hoog;
"door meer of minder betonnen balken in het regelwerk te plaatsen, wordt de hoeveelheid water die bij hoogwater erdoorheen kan stromen gereguleerd";
klik voor groter (rijnwaardense
uiterwaarden):
Ambtelijk wordt een noodoverloopgebied van een overlaat wel eens een
gecontroleerd overstromingsgebied genoemd (GOG).