Een
overname houdt in dat een bedrijf door een ander bedrijf wordt
"opgekocht". De overname gebeurt meestal na overleg met het over te
nemen bedrijf; dit wordt een vriendelijke overname genoemd. Een vijandige
overname gebeurt meestal door langzaamaan zeer veel aandelen van het op te kopen
bedrijf te verwerven (onder andere namen dan die van de koper).
Overnames worden vooral uitgevoerd wanneer de autonome groei van een bedrijf
niet voldoende is om de aandeelhouders tevreden te stellen. Vaak wordt gedacht
dat bedrijven moeten groeien, wat de drang tot overnames aanwakkert.
Meestal worden kleinere bedrijven door grotere overgenomen.
Waarom zijn er overnames, naast de bijna verplichte groei?
- het op te kopen bedrijf is gelijksoortig, dus een concurrent: zelfde markt
(doel: minder concurrentie dus wellicht meer winst)
- het op te kopen bedrijf heeft producten of diensten die in het verlengde
liggen van die van de koper: marktuitbreiding (doel: een groter deel van de
keten of kolom in handen hebben)
- het op te kopen bedrijf heeft zeer verschillende producten of diensten:
product- en marktdiversificatie (doel: minder afhankelijk zijn van economische
schommelingen in één bepaalde markt)
- overname door een equity-fonds is per definitie tijdelijk (doel: na een jaar
of vijf het bedrijf met veel winst weer verkopen)
- een bijzondere vorm van overname is de fusie, een overname met gesloten beurs:
meestal wanneer de omvang van de bedrijven ongeveer gelijk is, opkopen van het
ene bedrijf door het ander teveel geld zou gaan kosten en het samengaan van
beide bedrijven tot één door beide bedrijven zeer gewenst wordt.
Aspecten
- het overgenomen bedrijf kan door financiële injecties van het nieuwe
moederbedrijf wellicht meer investeren
- de markt van het moederbedrijf is groter waardoor meer klanten kunnen worden
getrokken
- afzet van producten of diensten van het ene bedrijfsonderdeel aan het andere
houdt de winst in het eigen bedrijf
- de overnamekosten moeten op de één of andere manier terugverdiend
worden; vaak kan dit al door gedeeltelijke integratie in het nieuwe
moederbedrijf waardoor allerlei staffuncties in de sfeer van personeelszaken,
verkoop, advertenties e.d. kunnen vervallen; vaak ook door simpelweg
bijvoorbeeld 10% van de arbeidsplaatsen te schrappen
- belachelijk grote overnamebedragen brengen het opkopende bedrijf vaak in
moeilijkheden ("TomTom lijdt verlies door overname TeleAtlas voor meer dan
1,5 miljard euro")
- de overnamekosten kunnen onder bepaalde omstandigheden van de winst worden afgetrokken
(waardoor de
belastingbetaler eigenlijk meebetaalt aan de overname)
- het vervolg van de overname kan zijn: volledige integratie van het opgekochte
bedrijf, verandering van naam en opheffen van standplaatsen e.d. (mono-branding)
maar ook kan het gebeuren dat het bedrijf, als een lid van de Moedergroep,
zelfstandig zijn activiteiten voortzetten
- een bedrijf opkopen en hopen dat de klanten overgaan tot aanschaf van andere
producten van het nieuwe moederbedrijf, is natuurlijk afhankelijk van de markt
(zijn er alternatieven beschikbaar?) maar ook van
de klantgerichtheid van het nieuwe bedrijf (tenzij alle bedrijven in die markt
klantonvriendelijk zijn, zoals bij internetproviders en energiebedrijven)