![]() |
![]() |
![]() |
1.
Een band is een (meestal horizontale) versiering in natuursteen of
baksteen, ter
verlevendiging van de gevel.
Soms had de uit de gevel stekende band ook een bouwkundig doel: het breken van
het hemelwater dat over de gevel naar beneden loopt (waterlijst,
"regenlijst"); speciaal wanneer de verdieping boven de band is
ingesprongen, zodat hemelwater anders gemakkelijker in de uitspringende gevel
eronder kan dringen. Een waterhol aan de onderzijde van
zo'n lijst is dan een extra optie om de regen van de gevel te weren.
Er wordt ook gesproken over gevelband. Wanneer
er veel horizontale banden zijn die meestal in hetzelfde vlak van de
gevel liggen (dus niet uit de gevel steken) en van kleur verschillen met de rest
van de gevelstenen, wordt dit een spekband
of speklaag genoemd.
gevelband uit de klassieke oudheid: ![]() |
betonnen spekbanden: recht, met waterhol en voor een gebogen muurvlak (vebo beton&staal): ![]() |
o.m. in de jugendstil kwamen in de gevel veel banden voor die met het baksteen contrasteerden (rondom 1900): ![]() |
Zie bijvoorbeeld inspringend
en uitspringend, afdekband, afdeklijst,
astragaal, cordon(lijst),
eierlijst, Grieks motief, knelstrip,
lintvoeg, liseen,
muizentand, plint,
profiel, riem,
rollaag, tandlijst,
zwelstrip, taenia.
Zie bij profiel voor meer typen
lijsten / banden.
Eng. band, string course, band molding, (soms: band course)
2.
Een band is een afsluitende rand, een rand aan het einde van een vlak.
Eng. kerb, curb (Am.)
3. Een band is een smalle stuk wand dat apart gepleisterd worden, zie bij bandtroffel.
4. Band is tape.