Plastificeerders
zijn hulpstoffen bij de fabricage van
betonspecie waardoor de
verwerkbaarheid verbeterd wordt zonder dat water hoeft te worden
toegevoegd. (Toevoegen van water zou de uiteindelijke sterkte van het
beton verminderen.)
Een sprong van consistentiegebied
van 1 naar 3 of van 2 naar 4 is mogelijk met een
plastificeerder.
Op plaatsen in een constructie waar veel wapeningsdelen bij elkaar
komen en geringe afstand tussen deze delen bestaat, zorgt de
plastificeerder ervoor dat de betonspecie over kan doordringen. Ook
bij slanke constructies kunnen plastificeerders hun diensten bewijzen.
Bij gebruik van een
plastificeerder schijnt minder verdicht
te hoeven worden dan bij normaal beton. De beginsterkte is hoger dan zonder gebruik van
een (super)plastificeerder.
Plastificeerders maken het ook mogelijk de watercementfactor
te verkleinen bij gelijkblijvende verwerkbaarheid, wat de sterkte van
het beton ten goede komt.
Gewone plastificeerders zijn zeepachtige stoffen die de wrijving
tussen de stoffen verminderen.
De afkorting voor plastificeerder is PL.
Superplastificeerders zijn zeer krachtige plastificeerders en hebben een
iets andere
werking: de moleculen verdelen zich gelijkmatig door de specie en
kunnen zo plastische specie zelfs vloeibaar maken. "Moleculen van de superplastificeerder hechten zich door
adsorptie
vast op het grensvlak tussen cementkorrel en
aanmaakwater. Eens
geadsorbeerd vormt de superplastificeerder een negatieve lading rond elk cementkorreltje. Hierdoor stoten de korrels zich onderling
af. De dispersie die hiervan het gevolg is, verlaagt de viscositeit van de cementpasta en doet de verwerkbaarheid toenemen." Superplastificeerders
verhinderen
op deze manier vlokvorming.
De afkorting voor superplastificeerder is SPL.
Voorbeelden van superplastificeerders zijn Desmepol
Plastyn® 35%, Sika ViscoCrete®-2025 HE con 25% SPL
en Cugla OQ con.35% SPL.