Ook:
dampregulerend bouwen, dampdiffusie open
bouwen. Bij dampopen bouwen is het buitenste materiaal
meer dampopen dan het binnenste materiaal van het bouwdeel (meestal
dak of gevel). Daardoor is de buitenwand
wind- en luchtdicht, terwijl de relatieve luchtvochtigheid in de constructie gereguleerd wordt zonder dat
de isolatiewaarden negatief beïnvloed worden.
Vooral met de huidige luchtdichte bouwmethoden geldt, naast o.m. mechanische
ventilatie: damp die
om wat voor reden dan ook in de constructie aanwezig is, kan door dampopen
bouwen uit de constructie verdwijnen, in ieder geval naar de buitenzijde.
Om vocht in de constructie of isolatie te voorkomen is het belangrijk:
- dat er geen of nauwelijks vocht in de constructie komt (bijvoorbeeld door goed
op de bouwfysica te letten en door een dampscherm
aan de warme zijde van de constructie te plaatsen)
- om het vocht af te voeren dat in de constructie of isolatie is getreden
(bijvoorbeeld door een dampopen folie aan de koude zijde van dak of gevel of, om
ongewenste vochtigheid in de ruimten van het gebouw te vermijden, door ventilatie;
dampopen bouwen is geen alternatief voor ventilatie omdat de dampstroom door de constructie
een minieme fractie is van de luchtstroom
bij ventileren).
Eisen aan dampopen bouwen:
- geen dampdichte materialen gebruiken, in geen enkele
laag (geen dampscherm, geen sterk
dampremmende folie; alleen aan de binnenzijde van de constructie (woonzijde) kan
een lichte / zwakke dampremmer worden toegepast, bijvoorbeeld OSB
met een sd-waarde van ca. 0,5 tot
2 m)
- dampdichte dakbedekking of gevelbekleding kan niet worden toegepast (geen bitumen,
geen EPDM e.d.)
- in beginsel moeten alle bouwmaterialen dampopen zijn, om vocht goed te
transporteren zonder zelf vochtig te blijven (vezelrijke isolatiematerialen als
houtvezel, vlas, katoen, schapenwol, stro, hennep)
- een dampopen folie (dampdoorlatende
folie) of een zwak dampremmende folie zijn toegestaan omdat die bijvoorbeeld
ook regen en stuifsneeuw tegenhouden de constructie binnen te komen
- naar buiten gaand is een steeds meer dampopen laag of folie vereist!
Bij dampopen bouwen vinden drie processen plaats die alle
moeten kunnen plaatsvinden (Kern
kennisinstituut):
- condenseren door dampdiffusie binnen in de constructie
- vochttransport door de vezels
- verdampen aan weerszijden van de constructie.
Voordelen van dampopen bouwen:
- Vocht in de constructie kan er ook weer uit (aan binnen- en vooral aan
buitenzijde; ook het isolatiemateriaal moet dampopen zijn).
- De kans op schimmelvorming is minimaal.
- Meer wooncomfort en woonkwaliteit omdat het leefklimaat in de bouwschil optimaal
is: het aanwezige vocht kan op een natuurlijke manier de constructie
verlaten (en betreden).
In plaats van de volledig geïsoleerde dichte constructie
("leven in een plastic zak") is een dampopen gebouw ademend, op een natuurlijke
manier.
- Een dampopen gebouw hoeft mogelijk minder geventileerd
te worden. Een dampopen gebouw zal echter niet zonder ventilatie kunnen omdat koken,
douchen, kleding drogen, ademen van mens (en dier en plant) e.d. veel waterdamp
het huis in brengen.
Nadelen van damopen bouwen:
- De insteek dat er geen forse dampremmers mogen zijn, eist nogal wat van de
architect / ontwerper / aannemer, hoewel steeds meer disciplines in de
bouwwereld ervaring met dampopen bouwen opgedaan hebben..
- De meeste dampopen, natuurlijke isolatiematerialen (niet van isovlas
en houtvezelplaten) zijn minder geschikt voor vochtige locaties.
Voor toepassing van allerlei technische bouwfolies zoals
dampschermen (warme zijde isolatie), dampopen folies (onderdak- en
gevelmembramen aan koude zijde isolatie) e.d., zie de Foliewijzervan
MG Meuwissen Gerritsen.
Probeer eens iets op de U-wert-rechner
van Ubakus, met zeer
uitgebreide gegevens (ook R-waarde e.d.)!