1.
Een dampscherm of dampwerende folie (soms dampremmende laag) is een schild dat vermijdt dat de
isolatie in een constructie vochtig wordt door condensatie
(van binnenshuis uit). Deze laag
verhindert het damptransport door de constructie bij aanbrengen aan de
binnenzijde van de dak- of gevelconstructie.
Eisen bij een dampscherm (dampremmende folie):
- breng het dampscherm aan de warme zijde (woonzijde) van de
constructie (om condensatie in het isolatiemateriaal te vermijden),
dus bij daken altijd onder de isolatielaag - breng het dampscherm geheel gesloten aan (overlappen
verkleven; kieren, aansluitingen en bevestigingen afplakken met tape of met
manchetten); het is zeer belangrijk om de naden en de overgang naar de constructie
e.d. goed af te plakken met
bijvoorbeeld aluminiumtape; denk hierbij ook aan doorgangen van
ventilatiekanalen, inbouwspots e.d.; als het dampscherm niet goed afsluit, komt
er toch vochtige lucht in de constructie en is het dampscherm zo goed als
zinloos.
Let op bij isolatie van dak of muur (zie de afbeelding
verderop):
Aan de "buitenzijde" (koude zijde) een dampopen
folie:
- is een dampdoorlatende folie (dampopen dakfolie)
- functie: waterkerend en dampopen (wkdo)
- locatie: tussen dakbedekking (dakpannen o.d.) en isolatiemateriaal, en wel
onder de tengels
- werking: vochtige lucht in de constructie kan toch naar buiten
terwijl vocht (water) van buiten niet naar binnen doorgelaten wordt (zoals hemelwater onder de
dakpannen via een afschot afgevoerd wordt).
Aan de woonzijde (warme zijde) een
dampremmende folie:
- is een dampdichte folie (dampscherm)
- functie: waterkerend én dampkerend
- locatie: onmiddellijk achter (aan buitenzijde) van afwerklaag (gipsplaat, fermacel,
multiplex o.d.)
- werking: vochtige lucht in de binnenlucht tegenhouden zodat er geen condensatie kan ontstaan aan de
koude zijde van de dakconstructie, dus vanuit de kamer kan waterdamp
niet in de constructie komen terwijl eventueel vocht (water) uit de
constructie niet in de kamer zelf doorgelaten wordt.
Voor
toepassing van allerlei technische bouwfolies zoals dampschermen (warme
zijde isolatie), dampopen folies (onderdak- en gevelmembramen aan koude
zijde isolatie) e.d., zie de Foliewijzervan
MG Meuwissen Gerritsen.
klik op de afbeelding voor groter!
koude zijde: dampdoorlatende folie (dampopen:
waterkerend en dampdoorlatend)
warme zijde: dampremmende folie (dampscherm: waterkerend én dampkerend)
dampopen folie aan buitenzijde, dampscherm aan binnenzijde (isolatieshop):
1 = dakbedekking (hier dakpannen op panlatten en
tengels)
2 = dampopen folie
3 = isolatiemateriaal
4 = dampscherm, dampremmende folie (hier miofol 125-s met sd-waarde van > 87 m)
5 = afwerking (gipsplaat o.d., hier houtachtig)
dampschermmiofol
150a aan de binnenzijde van het gebouw, een dampdichte reflecterende aluminium folie die versterkt is met een polypropyleen weefsel;
het reflecterende deel draagt bij aan een hogere warmteweerstand; miofol
200ak is een zelfklevende variant (mg
meuwissen gerritsen)
Het verschil tussen een dampremmende laag en een dampscherm is de omvang van de weerstand
tegen de dampstroom (dampdiffusie),
uitgedrukt in meters t.o.v. de weerstand van 1 m lucht.
Alle dampgerelateerde folies zijn waterkerend (productspecificatie W1
betekent regendicht en W2 is waterkerend).
Wanneer de foutieve dampfolie wordt gekozen of de dampfolie wordt op de verkeerde plaats aangebracht,
dan heeft dat meestal forse nadelige gevolgen i.v.m.
condensatie, omdat bijvoorbeeld de waterdamp verhinderd wordt uit de isolatielaag naar
buiten te treden.
Wanneer een folie dampremmend is of dampdicht, is afhankelijk van de dampdiffusie
(Sd-waarde, µd-waarde, relatieve vochtweerstand) en
verschilt helaas nogal (per bron):
- een dampdichte folie (dampscherm) heeft een Sd-waarde > 100 m
- een dampwerende of dampremmende folie heeft een Sd-waarde tussen 20 m en 100 m (soms
staat vermeld tussen 5 m en 100 m)
- een dampopen folie heeft een Sd-waarde < 20 m (soms < 5 m).
De folies in de tabel hieronder staan in de volgorde van laat minder
dampdoorlatend naar dampdicht.
naam van de folie
Sd-waarde
(µd-waarde, relatieve vochtweerstand; vaak wordt de term Sd gebruikt
i.p.v.
µd);
voorbeeld en opmerking
dampopen folie
< 20 m
Polytex 145 AG µd = 0,18
m; Polytex Fassade FR µd = 0,04 m (zeer dampopen, zwart, partieel
UV-bestendig, bijv. voor gedeeltelijk open buitengevel) Tyvek MaxProtect µd = 0,03 m (extreem dampopen) Tyvek Pro µd = 0,02 m (extreem dampopen) Miotex Fassade µd = 0,02 m (extreem dampopen)
variabele folie
in zomer µd < 20 m en in
winter µd > 20 m en < 100 m
Tyvek AirGuard Smart zomer
µd = 0,2 m en in winter µd = 35 m Miofol Active waterdampdoorlatendheid 2-96 g/m²/dag
Let op:
- in de zomer dampopen (lage dampweerstand), in de winter hogere
dampweerstand (dampremmend)
- "Tyvek® AirGuard® Smart heeft in de winter een hoge dampweerstand en in de zomer een lage dampweerstand. Zodoende kan Tyvek® AirGuard® Smart ideaal ingezet worden in constructies waarbij de koude zijde niet of nauwelijks kan ademen. De werkzame laag past zich op basis van relatieve luchtvochtigheid aan en zal indien er vocht in de constructie opgesloten zit deze in de zomerconditie afgeven aan de ruimte."
dampremmende folie
>= 20 m en <= 100 m
Miofol 125 S
µd >= 87 m
dampscherm
> 100 m
Let op:
(a) de term dampscherm geeft niet goed weer wat de folie doet (een
dampremmende folie wordt soms ook wel eens een dampscherm genoemd)
(b) alles met een µd-waarde > 100 m heet een dampscherm, dus ook de
echte dampdichte folies (c) als criterium voor wat een dampscherm genoemd
wordt, wordt ook wel eens 130 m gebruikt
Miofol 150a
µd > 130 m Miofol 200ak
µd > 200 m
dampdichte folie
>= 1500 m
Miofol 125 AV µd
> 1500 m; Miofol AVS 4 µd > 1500 m (scheidingslaag voor vloeren);
AirGuard Reflective µd = 2000 m, een luchtdicht en dampdicht
membraan;
Let op:
een dampdichte folie
wordt eigenlijk alleen toegepast bij vochtige ruimten (douche, badkamer, sauna,
fitness ruimte e.d.; aan de
binnenzijde van de constructie), omdat een dampremmende laag de stroom van de
waterdamp te weinig tegenhoudt
Het type dampscherm is afhankelijk van de gebruiksfunctie van
de binnenruimte. Een dampscherm kan bijvoorbeeld vochtige binnenlucht tegenhouden zodat er
geen condensatie kan ontstaan aan de koude zijde van de dakconstructie.
De opbouw van de dakconstructie kan zelfs zo zijn dat het vocht niet
uit de constructie kan en er toch meer vocht bijkomt; met de Methode
Glaser kan dit bepaald worden.
Een dampscherm kan bij zowel daken als buitenwanden worden
toegepast. Daken zijn steeds meer "gesloten" om een zo
gering mogelijk energieverlies te verkrijgen; een dampremmer is daarom te
beschouwen als een vereiste.
De foto boven toont glaswol isolatiemateriaal van Isover
met een dampremmende laag. De tekening onder toont de plaats van de
dampremmende folie.
Dampremmende folies en dampschermen hebben als voornaamste voordelen:
- vermijden van condensatie in de constructie (dampdicht maken voor
damp van binnenshuis)
- vermijden dat de isolatielaag water (damp) opneemt uit de ruimten
binnenshuis
- de ruimte wat betreft het dak tochtdicht maken (comfort,
minder stookkosten, brandveiligheid door minder tocht).
Het dampscherm zal meestal een PE-folie
zijn, maar er zijn ook polyethyleen-folies met polypropyleen (PP).
Er zijn verschillende soorten folies, o.m. die:
- isoleren, UV-reflecteren, brand weren, waterdicht zijn
- meerlaags zijn
- interne wapening hebben
- lichtgewicht zijn
- bestand zijn tegen hoge temperaturen
- luchtdicht zijn (i.v.m. luchtdicht bouwen).
Een ander soort scherm, de dampdoorlatende folie die dus juist
damp doorlaat,dient om vocht dat in
de constructie is gekomen een mogelijkheid te geven door de
constructie (naar buiten) te verdwijnen. De dampdoorlatende
folie komt aan de buitenzijde van de constructie. Zie ook de blauwe stippelstreeplijn
de afbeelding onder van
MG Meuwissen Gerritsen).
2.
Ook, beter: sluitlaag. Een sluitlaag is een dampscherm dat bij de
(geïsoleerde) dakconstructie van een plat dak wordt toegepast.
Dit dampscherm moet absoluut zorgvuldig aangebracht worden om
lekkages te vermijden. Er moeten luchtdichte aansluitingen zijn met
alle dakdoorvoeren en randen. Een dergelijk dak zal meestal van een ballastlaag
worden voorzien.
Deze sluitlagen zijn bijvoorbeeld gebitumeerdglasvlies/polyestermat/aluminiumfolie, PVC-,
EPDM- en PE-folie.
Om