1.
BVO staat voor bruto vloeroppervlakte, een term die gebruikt wordt bij
bijvoorbeeld een gebouwanalyse, een investeringsraming of het plannen van de energiebehoefte van
gebouwen.
"De bruto vloeroppervlakte is de oppervlakte gemeten op vloerniveau langs
de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructies die de
betreffende ruimten omhullen." (NEN 2580, Oppervlakten en inhouden van gebouwen)
(Waarom vaak gesproken wordt over bruto vloeroppervlak in plaats van bruto
vloeroppervlakte, is onduidelijk.)
Tot de bruto vloeroppervlakte van een gebouw behoren o.m. de verschillende gebruiksoppervlakten
(GO):
wonen, overige inpandige ruimte, externe bergruimte, gebouwgebonden buitenruimte.
Wat behoort niet tot de bvo:
- niet in de bvo meegerekend worden incidentelenissen, uitsparingen, uitbouwen e.d.
kleiner dan een 0,5 m2 (zowel naar binnen als naar buiten
uitstekend; er is geen duidelijke omschrijving van wat "incidenteel"
is)
- niet tot de bvo worden gerekend: schalmgaten, vides
en patio's met een grondoppervlakte van meer dan 4 m2
- niet tot de bvo worden gerekend brandtrappen/vluchttrappen aan
de buitenzijde van het gebouw
- niet tot de bvo worden gerekend: wegen en toegangen,
tuinen, buitentrappen en roltrappen, onbruikbare zolders, open galerijen, metalen galerijen voor
het onderhoud van het gebouw, platte daken, schuine daken.
Wat behoort wel (eventueel onder voorwaarden) tot de bvo:
- gevels, muren, kolommen, ingesloten
buitenruimte (dakterras, loggia, patio e.d.), trappen,
liftkokers, schalmgaten, installatieruimten,
terrassen, bruikbare zolders, technische ruimtes, loopbruggen en alle delen onder 1,5 m hoogte
- een overdekte ruimte die aan één of twee zijden open is, wordt in de bvo meegerekend (denk aan een loggia
en een overdekt balkon)
- een overdekte buitenruimte zonder vaste begrenzing wordt meegerekend
voor wat betreft het overdekte deel
- bij een atrium
wordt uitsluitend de onderste vloer meegerekend (loopvlak; dus niet de open
ruimte bij de overige virtuele vloeren)
- bij de bvo van een specifieke binnenruimte die grenst aan een andere binnenruimte wordt
gemeten tot het hart van de scheidingsconstructie
- wanneer de buitenwerkse maten niet opgenomen kunnen worden (bijvoorbeeld bij
ondergrondse ruimten), dan wordt de bvo bepaald langs de "kale binnenkant van de buitenmuur
die over de zichtbare zijde van de muur loopt".
Een paar andere soorten vloeroppervlakte zijn:
- NVO. Het deel van het gebouw dat effectief gebruikt kan worden, wordt netto
vloeroppervlakte of nuttige
vloeroppervlakte (NVO of NO) genoemd.
- VVO. Daarnaast kennen we de wat verwarrende
term verhuurbare vloeroppervlakte genoemd (VVO):
"De VVO beperkt zich tot de bruikbare, verhuurbare ruimtes, waarbij de niet-verhuurbare delen buiten beschouwing worden gelaten.
Het omvat alle binnenruimten die verhuurd kunnen worden en wordt vaak gebruikt in vastgoed en bouwberekeningen."
Verhuurbare binnenruimten zijn bijvoorbeeld gangen,
sanitaire ruimten en vensterbanken.
Citaat uit "Het
verschil en de betekenis van BVO en VVO" van Spring
Real Estate.
- NFO. Er is zelfs een oppervlakte-aanduiding met de naam nuttig
functionele oppervlakte
of NFO.