home  meewerken?

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
stikstofcrisis en oplossingen


buitenruimte

 

buitenruimte

Buitenruimte heeft meer betekenissen:

(klik op de afbeeldingen voor groter)


1. Een buitenruimte is een "niet-besloten ruimte" in tegenstelling met binnenruimte ("besloten ruimte"). Voorbeelden van buitenruimte in deze betekenis: balkon, terras, dakterras e.d. 
Volgens art. 4.175 lid 1 van het Bbl is een minimum gesteld aan een buitenruimte van een woonfunctie: "een woonfunctie heeft een niet-gemeenschappelijke buitenruimte met een vloeroppervlakte van ten minste 4 m2 en een breedte van ten minste 1,5 m, die rechtstreeks bereikbaar is vanuit een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied van die woonfunctie".
   


Eng. outdoor space


2. Een buitenruimte is, in het verlengde van de "niet-besloten ruimte":  de tuin en terreinen om de woning.

Eng. outdoor space, external space


3. Een buitenruimte is een openbare ruimte in tegenstelling met privé-ruimte, openbaar gebied voor meestal relatief kortstondig verblijf en transport: wegen, trottoirs, parkeerplaatsen, bossen, rivieren en plassen, vervoersfunctie, bekabeling in de ondergrond e.d. (Gemeentewerken Rotterdam noemde openbare ruimte wel "de vloer van de stad").

Eng. open space, public space


4. Een buitenruimte is een openbare ruimte (ook wel openbare buitenruimte) niet specifiek bestemd voor transport of parkeren: in het algemeen zijn hier de trefwoorden: grijs, groen en blauw (voor resp. beton en steen, flora en water). Er schijnt zelfs een Europese strategie voor een groen stadsmilieu te zijn "naar duurzame, gezonde en aantrekkelijke steden", maar het gaat bij deze openbare ruimte om veel verschillende invalshoeken.

De functie van deze vorm van buitenruimte kan onder meer zijn:
- plaats voor markten, braderieën, muziekfestijnen en andere evenementen
- speelgelegenheid voor kinderen (speelruimte, buiten spelen)
- rustgevende entourage in een drukke omgeving ("zichtgroen")
- ontmoetingsruimte: in de lunchpauze of na schooltijd of gewoon in de vrije tijd; denk ook aan hangjeugd en hangouderen
- zitgelegenheid: in de schaduw of juist in de zon, op het gras of op een bank, relaxen, chillen ("gebruiksgroen")
- beperkte vorm van sport en spel: rolschaatsen, skateboarden, tafeltennis, jeu de boule
- groen en blauw (openbaar groen, "groene long"), ook voor een koel moment in een hete zomer
- rookgelegenheid
- plaats voor hondenuitlaat
- architectonische uitstraling: meer van belang als "landmark" voor de gemeente dan voor de gebruikers
- een plek voor commerciële en politieke communicatie (buitenreclame, demonstraties)
- voorheen de plek voor nieuws, terechtstellingen, politiek debat (wat nu in vooral via de media gebeurt)
- onderdeel van een kunstroute
- "ons" naast mijn en dijn. 


grijs


groen


De functies van een buitenruimte zijn mede afhankelijk van de locatie en de omgeving, een paar voorbeelden:
- een buitenruimte in een zakencentrum kan verschillend zijn van die in een stad
- in een grijze betonstad kan een groene buitenruimte een aangename sfeer brengen (licht en lucht)
- in een groen dorp kan de buitenruimte meer als marktplaats dienen. 

Voorbeelden van buitenruimte:
- de omgeving van wonen, werken en vrijetijd
- pleinen in dorp en stad
- marktplaatsen
- singels
- parken
- boulevards
- plantsoenen
- begraafplaatsen.

blauw

mix


In de buitenruimte kunnen we aantreffen (de bestanddelen):
- gras, bomen, struiken of andere vegetatie
- verschillende niveaus of schuin oplopende bestrating (talud)
- speelplaatsen, speeltuinen, speelmeubelen, speelobjecten, speelveldjes
- waterpartijen, fonteinen e.d.
- verschillende soorten bestrating
- straatmeubilair zoals verlichtingsmasten (lichtornamenten), hekwerken en afscheidingen, zitbanken en -stoelen, prullenbakken, paaltjes, kabel-tv-kasten, boomspiegels, boomroosters, boombeschermers, plantenbakken, fietsenrekken, openbare toiletten, abri's, brievenbussen, standbeelden en andere kunstobjecten enz.

Eén bestanddeel, zoals de verlichting of een andere soort straatmeubilair, speelt soms een belangrijke rol door de verschijning of de vorm ("beeldbepalend"). 
Er zijn ook speciale projecten waaraan gemeente, wijkbewoners en kunstenaars meewerken, de zgn. socialsofas, die de term straatmeubilair wat meer letterlijk aangeeft: "een betonnen bank volgens huiskamermodel die door wijkbewoners wordt bekleed met mozaïek. Socialsofa stimuleert de sociale cohesie en verbindt wijkbewoners door hen samen aan een kunstproject te laten werken. Ook vormen de Socialsofas nieuwe ontmoetingsplekken in de buurt. Het initiatief is geboren in Tilburg."

Andere aspecten van de openbare buitenruimte (in de zin van planvorming, ontwerp, realisatie en beheer):
- keuze van de gewenste soort buitenruimte: het gebruik van de openbare ruimte, de soorten tijdsbesteding, ontspanning en vermaak, ontmoetingsruimte, en (vooruit dan maar) voor welke doelgroepen
- financiële "ruimte"
- de ruimtelijke mogelijkheden in kaart brengen, van woon- en werkomgeving, van plein en aangrenzende straten
- invullen van de ruimte (inrichting), afhankelijk van de keuze van de soort buitenruimte en de werkelijke mogelijkheden
- beheer en onderhoud van de buitenruimte, het reguliere onderhoud van de ruimte, de opstallen en het openbaar groen
- beeldbepalende onderdelen en architectonische middelen (soms wil de overheid een "landmark") 
- toegankelijkheid voor minder validen
- wat te doen bij overlast en geluidshinder (sluitende afspraken met beheerders en politie)
- overleg met alle belanghebbende partijen (eindgebruikers zoals bewoners en bezoekers, bedrijven, overheid); denk aan het gemeenschappelijke doel, vraag eventueel "commitment". 

"dubieus"

kunstlicht onnodig fel en verwarrend:


te lang perk met hek werkt te beperkend:


te lange waterpartij werkt te beperkend:


Een paar karakteristieke onvolkomenheden en soms missers bij het invullen van de buitenruimte met voorbeelden van de motieven:
- bij de onderdelen grijs, groen en blauw is de nadruk teveel op één onderdeel gericht, bijvoorbeeld een kaal plein ("er wordt markt gehouden"), een grasvlakte zonder bomen en struiken en banken ("gemakkelijk te onderhouden", "de veiligheid komt niet in het geding"), veel water en weinig groen ("gemakkelijk te onderhouden", "wateropvang", "klimaatverandering")
- belemmeringen, bijvoorbeeld een langgerekt bloemenperk met een afscherming of een langgerekte waterpartij waardoor men een eind om het lange object moet lopen om de andere kant te bereiken ("natuur is zoveel belangrijker dan de burger"), een te steil talud ("geaccidenteerd terrein als contrast met ons vlakke land"), te lage afrastering maakt deze tot struikelstangen ("laagdrempelige beperking van de buitenruimte") of die hele of halve betonnen donderbollen ("tegen parkeerders")
- een té open ruimte, alleen aan de rand de buitenruimte wat groen of bankjes met als gevolg toch nog een grote bakstenen, betonnen of groene vlakte in het midden (motieven voor gemakzucht zijn vaak "open structuur", "transparant", "afspiegeling van het kolossale karakter")
- een poging tot een kunstzinnige invulling zoals betonnen blokken om slechts kort op te kunnen zitten, losse zitmeubelen willekeurig verspreid waardoor je niet naast elkaar kunt zitten ("je hebt geen hinder van elkaar", "het verspreide karakter is een afspiegeling van de huidige maatschappij"), snel verspringende of te felle of puntvormige verlichting (zgn. "levende kunst", "on the spot")
- het kunstzinnig schilderen van objecten als transformatorhuisjes e.d. geeft al snel een gevoel van "pimpen": het lelijke moet beschilderd worden
- te veel verlichting ("in het kader van het veiligheidsgevoel")
- te weinig verlichting ("in het kader van energiebesparing")

Wat nog wel eens gemist wordt bij Nederlandse "pleintjes" is de geborgenheid van de Parijse parkjes, die brokken groen en steentjespaden die tussen het vele baksteen van de stad lucht en koelte en toch warmte geven. (Maar misschien is het wel gewoon omdat we dan in vakantiestemming zijn.) Opvallend is de nette staat van die parkjes waar vaak een "gardien", een wacht of bewaker, aanwezig is die alles in de gaten houdt. 
Sjoerd Soeters verwoordt e.e.a. aldus (Cobouw 5 mei 2011):
"De openbare ruimte in de stedelijke omgeving moet compact en klein zijn. Niet alleen vanwege planeconomische motieven, maar vooral omdat een middeleeuwse dichtheid tegemoetkomt aan de menselijke maat. Praktisch gezien betekent dat een winkelstraat met een breedte van zes tot negen meter en een plein dat nooit groter is dan 25 meter (de afstand waarop je nog een gezicht kunt herkennen)."


Met dank aan o.m. Buitenom, Stade Advies, De Groot groep, Sweco (Grontmij), Cyber adviseurs, Handle with Care ontwerpers en Nico Langeveld van Floorplanner.

Afbeeldingen RecyclArch, Doelbeelden, Gerhard Nijenhuis van ipv Delft, Urbis Stadsontwerp, Amvest, Platform31, ExpoProof

Verg. verkeersstructuur.

Eng. external space, open space, public space; groene buitenruimte is rural space; openbare buitenruimte is public (open) space, public area; herinrichting van de buitenruimte is reorganization of the open space


5. "Ingesloten buitenruimte" is een term die gebruikt wordt:
- bij de bruto vloeroppervlakte (de ingesloten buitenruimte telt mee in de bruto vloeroppervlakte)
- bij de gebruiksoppervlakte (in dit geval heet de ingesloten buitenruimte een gebouwgebonden buitenruimte, mits verbonden aan het huis; de gebouwgebonden buitenruimte telt mee in de totale gebruiksoppervlakte).

voorbeelden van ingesloten buitenruimtes, hier alle aan drie zijden verticaal verbonden met het huis (resp. overkapping, loggia en patio of binnentuin):


6. Een bijzondere vorm van buitenruimte vormt de façadearchitectuur.