evenwichtsvochtgehalte

Het evenwichtsvochtgehalte van een materiaal geeft aan welk vochtgehalte zich uiteindelijk zal "instellen" bij een bepaalde relatieve vochtigheid (RV). Bij elke relatieve vochtigheid hoort een bepaald karakteristiek vochtgehalte, het evenwichtsvochtgehalte. 
Het evenwichtsvochtgehalte is afhankelijk van:
- de relatieve vochtigheid
- de materiaalsoort.

Materialen kunnen bij een bepaalde relatieve vochtigheid een bepaalde hoeveelheid vocht opnemen omdat zij meer of minder poreus zijn. 
De snelheid waarmee het evenwichtsvochtgehalte zich "instelt", is afhankelijk van:
- de materiaalsoort
- de temperatuur
- de relatieve vochtigheid
- de "openheid" van het materiaal (d.w.z. de bereikbaarheid en de grootte van de poriën in het materiaal). 
Omdat de mate van opnemen van vocht uit de omgeving de zogenoemde hygroscopiciteit is, wordt de evenwichtsvochtgehalte ook wel eens hygroscopisch vochtgehalte genoemd.

Het evenwichtsvochtgehalte beïnvloedt bepaalde materiaaleigenschappen zoals de isolatiewaarde, de volumieke massa en de dampdiffusie
Het evenwichtsvochtgehalte is van belang bij ruimten die vaak onderhevig zijn aan "dampschokken": badkamers, keukens e.d. (de zogenoemde natte ruimten). Veel wanden van badkamers zijn van onder tot boven van geglazuurde tegels voorzien; puur vocht-technisch zou het beter (ook) een meer hygroscopisch materiaal toe te passen, om condensvorming op wanden en plafond te vermijden. Nadeel van meer hygroscopisch materiaal is dat dit door het veelvuldig opnemen en afstaan van vocht bijvoorbeeld van kleur en volume kan veranderen.


evenwichtsvochtgehaltes van verschillende bouwmaterialen bij verschillende relatieve vochtigheid (bronnen: jellema deel 7 bouwmethodiek):

 

relatieve vochtigheid (v/v %)

  

40% 65% 95%
materiaal

evenwichts vochtgehalte (v/v %)

kalkzandsteen 2 4 8-12
beton (normaal beton) 2-3 3-4 8
naaldhout 2-3 4-5 12-15
cementpleister 0,5 1 4
baksteen (rood, d.w.z. "zacht") 0,2-0,3 0,3-0,4 0,8-1,1
steenwol (minerale wol, isolatiemateriaal) < 0,1 < 0,1 < 0,1
polystyreen schuim (isolatiemateriaal) 0 0 < 0,2


Hout neemt vrij snel water op uit de omgeving en geeft het ook weer snel af. Het vochtgehalte in het hout geeft een volumeverandering: het "werken" van hout (het zwellen en krimpen van hout). 
"In een moderne geïsoleerde woning met een binnentemperatuur van 20 graden C schommelt de relatieve luchtvochtigheid tussen de 35% tijdens koude winterdagen en 70% op vochtige zomerdagen: 
- indien de relatieve luchtvochtigheid in de kamer stijgt tot 70% zal het hout vocht opnemen; de hout-vochtigheid zal na verloop van tijd oplopen tot 14% (het evenwichtsvochtgehalte van eikenhout bij 20 graden Celsius en een RV van 70% is 14%)
- indien de relatieve luchtvochtigheid in de kamer terug daalt tot 35% zal het hout vocht afgeven; de hout-vochtigheid zal uiteindelijk dalen tot 8,3% (het evenwichtsvochtgehalte van eikenhout bij 20 graden Celsius en een RV van 35% is 8,3%)."

Door de poriënstructuur van baksteen is baksteenmetselwerk vaak "droog", omdat bij baksteen het opgenomen vocht ook weer snel is afgestaan.


evenwichtsvochtgehalte verschillende materialen (belgische baksteenfederatie):


Met dank aan Cement&BetonCentrum, Jellema Bouwtechniek, Belgische Baksteenfederatie, BJ Parket.

Eng. equilibrium moisture content (EMC)