![]() |
![]() |
![]() |
De belastingen op daken kunnen verdeeld worden in:
- permanente belasting: als gevolg van de massa van het
dragende deel van het dak (balken/liggers, platen e.d.), dakbeschot
en dakbedekking (incl. eventuele ballastlaag)
- veranderlijke belasting (variabele belasting): hemelwater
(regen en sneeuw), windbelasting (druk- en zuigkracht), personen (denk
aan reparaties of onderhoud op het dak), goederen (materieel e.d.), voorzieningen
zoals airco's en zonnepanelen.
Bij een dakhelling tussen 0 (nul) en 15
graden wordt de veranderlijke belasting van het onderdeel "personen en
materieel" op 1 kN/m2 gesteld. Bij een dakhelling >= 15 en < 20
graden is dat officieel (4 - 0,2 * dakhelling in graden). Bij een dakhelling
>= 20 graden kan de veranderlijke belasting van het onderdeel personen en
materieel op nul worden gesteld.
Voor de sneeuwbelasting (sneeuwlast) geldt een standaardwaarde van 70
kg/m2, dus ongeveer 0,7 kN/m2. Voor de hoogste veiligheidsklasse wordt 84 kg/m2
(0,84 kN/m2) gehanteerd. Gezien de vele problemen met instortende platte daken
van industriële gebouwen (de standaardwaarde is daar slechts 58 kg/m2), lijkt
ook voor deze gebouwen een hogere veiligheidsklasse noodzakelijk (overdimensionering).
Overigens, wanneer "sneeuw" ingedrukt wordt door het lange liggen en
dooien/vriezen en in de vorm van ijs blijft liggen, is die belasting
fors: puur ijs weegt ca. 920 kg/m3 dus 10 cm ijs van sneeuw zal wat minder
wegen, ca. 80 kg wellicht, en dat is meer dan de standaardwaarde van 70 kg/m2.
Gelukkig komt zo'n dikte ijs op het dak in Nederland niet snel meer voor.
Om een overdaad aan waterbelasting te vermijden, worden noodoverlopen (noodafvoeren)
aangebracht. Een te grote wateraccumulatie
kan ontstaan door o.m. hevige regenval, smelten van sneeuw of ijs geworden
sneeuw, verstopte hemelwaterafvoeren.
Voor de windbelasting kan de volgende tabel uitkomst bieden, maar
natuurlijk is de hoogste waarde ook voor de traditioneel minder windgevoelige
gebieden aan te bevelen:
windbelasting in gebied [in kN/m2] |
|||
hoogte gebouw | 1 (I) | 2 (II) | 3 (III) |
8 m | 0,64 | 0,54 | 0,46 |
20 m | 1,11 | 0,93 | 0,79 |
100 m | 1,90 | 1,70 | 1,46 |
windgebieden: ![]() |
Voor alle belastingen is een veiligheidsfactor bepaald, d.w.z. dat de
berekende belasting met bijvoorbeeld een factor 1,2 (permanente belasting) of
1,5 (veranderlijke belasting) vermenigvuldigd wordt.
De veranderlijke belasting van mensen, materieel en voorzieningen
vormen meestal een lijnbelasting of een puntlast (geconcentreerde
belasting) zijn.
Andere vormen van "belasting" van het dak of de dakbedekking
zijn bijvoorbeeld UV-straling en de invloed die hoge en lage temperaturen op het
dak hebben; bij veel UV-straling of bij snel verhitten of afkoelen verouderen
veel dakbedekkingen sneller.
NEN-EN 1991-1-4 behandelt als nationale bijlage van Eurocode 1 de windbelasting.
NEN-EN 1991-1-3 behandelt als nationale bijlage van Eurocode 1 de sneeuwbelasting.
NEN 6702 en NPR 6703 behandelen de waterbelasting.
Voor windbelasting op gevels en daken zie eventueel het windverband.
Verg. milieuklasse (ook meer of
minder afhankelijk van de locatie), vensterbelasting
(een heel ander type belasting).