Reflectie: reflecteren is terugkaatsing. Reflectie is het verschijnsel dat licht of geluid weerkaatst wordt door een materiaal of voorwerp. Meestal wordt slechts een deel van het invallend licht gereflecteerd.
Licht dat op een voorwerp terugkaatst laat ons dat voorwerp, en
bijvoorbeeld de vorm en de kleuren ervan, zien. Daarom is de manier waarop licht
weerkaatst wordt zo belangrijk.
Reflectie maakt deel uit van het drietal (zie de afbeelding onder):
- reflectie (r in Grieks is ρ, uitspraak "rho")
- absorptie (a in Grieks is α, uitspraak "alfa")
- transmissie (t in Grieks is τ uitspraak "tau").
Absorptie: absorberen is opname. Absorptie is het natuurkundig verschijnsel dat elektromagnetische straling (licht) door een ander materiaal geheel of gedeeltelijk wordt
opgenomen en omgezet wordt in een andere energievorm (warmte).
Het licht "verdwijnt" als het ware voor een deel: het geabsorbeerde
deel wordt niet
gereflecteerd zoals bij een spiegel of glasruit en het wordt niet doorgelaten
zoals bij een glasruit.
Door geabsorbeerd licht
wordt een voorwerp warmer.
Transmissie is doorlating. Transmissie is het verschijnsel dat een deel van het licht dat op een medium valt
door dat medium gaat en het medium verlaat. Bij transmissie hoort meestal ook
het verschijnsel breking: waar het licht overgaat van het ene naar het andere
materiaal (medium), verandert het licht meestal van richting.
Transmissie is een vorm van lichtdoorlatendheid.
licht op/in/door een glasplaat splits zich in reflectie ρ, absorptie
α en transmissie τ (klimapedia):
Waarvan afhankelijk?
- Reflectie, absorptie en transmissie zijn samen 1 (r + a+ s = 1 ofwel 100%). Ze zijn dus ook meer of
minder afhankelijk van elkaar: als er veel gereflecteerd wordt, blijft er minder
licht over voor absorptie en transmissie.
- Op welke manier licht gereflecteerd wordt, hangt ook af van de aard van het
oppervlak. Als er veel absorptie is, zien wij het als donker en als er veel reflectie
is als helder. Bij een spiegel is de invalshoek gelijk aan de hoek van
terugkaatsing (refractie).
- De mate en manier van reflectie is o.m. afhankelijk
van het materiaal (soort glas e.d., brekingsindex), het oppervlak (textuur,
glans), de coating (aan achterzijde aluminium zoals bij een spiegel, aan de
voorzijde zonwering-coating of anti-reflectie-coating), de hoek van inval van het
licht (i.v.m. de brekingsindex; de grenshoek g (de hoek waar nog net
breking dus transmissie voorkomt) is afhankelijk van de
brekingsindex n via sin g = 1/n). De brekingsindex van
lucht naar water is sinus invalshoek gedeeld door sinus terugkaatsingshoek
(ofwel sin i / sin r).
- De mate van reflectie is niet afhankelijk van de dikte van het
materiaal / voorwerp (reflectie is als een oppervlak-kenmerk te beschouwen),
maar bij bijvoorbeeld een spiegel zijn er twee vlakken (oppervlakken van
verschillende materialen), glas en aluminium-coating, en dus twee
reflectie-momenten.
- De mate van absorptie (en dus ook van transmissie) is mede afhankelijk
van bijvoorbeeld de dikte van het materiaal: hoe dikker, des te meer wordt er licht geabsorbeerd en blijft er minder over voor de
transmissie.
Lichtreflectiewaarde (LRW-waarde of LRV-waarde, Light Reflection Value)
is het percentage zichtbaar licht, van alle golflengten en in alle richtingen,
dat weerkaatst wordt door een oppervlak (zoals vloer, plafond, wand, meubilair)
wanneer deze door een lichtbron beschenen worden. Veel fabrikanten
van verf, vloeren e.d. maken gebruik van de lichtreflectiewaarde die door
architecten en lichtadviseurs toegepast
kan worden om de benodigde hoeveelheid licht in een ruimte te bepalen
(donkere kleuren absorberen meer licht dus voor eenzelfde "beleving"
moet meer zonlicht of ledlicht die ruimte verlichten).
De LRV-waarde wordt ook ρ-waarde genoemd (ρ of rho is immers de
aanduiding voor reflectie).
Omdat het een percentage is (0-100%), is dit voor velen duidelijker dan een factor (0-1).
Norm BS 8493 behandelt de LRV-waarde.
Reflectiefactor of albedo is de factor licht die teruggekaatst wordt van
licht dat op een materiaal (voorwerp) valt. De factor van het volledig ontbreken
van reflectie is 0 en volledige reflectie is 1 (anders gesteld 0% en 100%
reflectie).
Een paar uitersten zijn:
- verse sneeuw 0,9 (zeer veel reflectie van licht, zeer weinig absorptie; 90% van het
op de sneeuw vallende zonlicht wordt weerkaatst)
- vers asfalt, houtskool 0,05 (zeer weinig reflectie, zeer veel absorptie van
licht; 5% wordt weerkaatst).
(Voorbeelden
van reflectiefactoren.)
Doorlatingsfactor (transmissie-factor, LTA-waarde
of lichttoetredingsfactor) is de mate waarin licht doorgelaten wordt (deze
factor wordt τ of tau genoemd, i.v.m. transmissie).
Een paar doorlatingsfactoren
(ongeveer-waarden):
- helder glas 0,8-0,9
- dubbelglas HR++ 0,7-0,8
- reflecterend glas (zonwerend glas) 0,1
- melkglas 0,1-0,4.
De g-waarde is een waarde voor van een
specifieke vorm van transmissie (lichtdoorlating).
Opmerkingen
- Licht dat in een spiegel valt, wordt vrijwel geheel teruggekaatst.
- Als (een deel van) invallend licht reflecteert, is het voorwerp zichtbaar.
- Bij een rood voorwerp worden alleen de rode kleuren van opvallend wit licht gereflecteerd. Het voorwerp is
daardoor als rood zichtbaar, alle andere kleuren worden geabsorbeerd.
- Een wit A4-tje komt op ons uitsluitend over als wit, wanneer het door wit licht wordt beschenen.
- Een wit A4-tje wordt voor ons blauw als er een blauwe lamp op schijnt.
- Wanneer alle licht door een voorwerp wordt geabsorbeerd, wordt er niets teruggekaatst en niets doorgelaten, waardoor het voorwerp
er zwart ziet.
- Een kamer met donkere muren beschenen door zonlicht of door een lamp
komt ons minder licht over dan een kamer met witte muren; donkere muren absorberen
veel wit licht.
- De hoek van terugkaatsing met de normaal (loodrecht op het vlak) is gelijk aan de invalshoek
(spiegelwet).
- Evenwijdige lichtstralen op een parabool worden gebundeld in één punt (denk aan
concentrated solar power).
- Licht in een glasvezel ondervindt vrijwel totale weerkaatsing; vandaar dat het
licht zo'n grote afstand in de glasvezel kan afleggen voordat het versterkt moet
worden.
- De brekingsindex van een medium (stof, materiaal) is eenvoudig gesteld de
snelheid van licht in het vacuüm ("c") en de snelheid van licht in
dat medium ("v").
- Reflectie op een plat vlak wordt spiegelreflectie genoemd.
- Diffuse reflectie is reflectie op een niet-glad vlak (golvend, bobbelig o.d.).
De meeste oppervlakken zijn niet echt glad (glad papier is ook niet echt glad maar
bestaat uit vezels).
- Lichtdiffusie is het verschijnsel dat licht zich kan verspreiden,
bijvoorbeeld door wolken, opaalglas o.d. Hoewel steeds meer mensen een voorkeur
lijken te hebben voor rechtstreeks licht van led-lampen in huis, cafés e.d., is
het over het algemeen beter voor de concentratie dat er tijdens het werk meer
diffuus licht is.
- Invallend zonlicht kan een goed geïsoleerde ruimte sterk verwarmen,
waardoor bij een bijna-energieneutraal gebouw in de zomer
temperatuuroverschrijding kan plaatsvinden (BENG
- TOjuli).
- Ramen en andere daglichtopeningen. "Voor woningen en woongebouwen moet de equivalente
daglichtoppervlakte bepaald worden volgens NEN 2057. De [Bouwbesluit-] eis is een daglichtopening
ten minste gelijk zijn aan 10% van de vloeroppervlakte van het verblijfsgebied. Daarnaast moet per verblijfsruimte voldaan worden aan minimaal 0,5 m2 equivalente
daglichtoppervlakte."
- Wat voor licht (elektromagnetische golven) geldt, geldt wat betreft reflectie,
absorptie en doorlating grotendeels ook voor geluid.
invallend zonlicht kan een goed geïsoleerde ruimte sterk verwarmen; met buitenzonwering
kan men zonlicht, en dus de warmte daarvan, buiten het huis houden (klimapedia):
vergelijking reflectie en transmissie bij float glas en ontspiegeld glas
bij verschillende diktes; lichttransmissie is afhankelijk van de dikte
(hoe dikker, des te meer licht wordt er geabsorbeerd en blijft er minder
over voor de transmissie); reflectie is onafhankelijk van de dikte (new
glass technology):
De term reflectie (terugkaatsing, weerkaatsing) is afkomstig van het Latijnse reflexio (terugbuigen).
De term absorptie (opname, inzuiging) is afkomstig van het Latijnse absorptionem, de 4e
naamval van absorptio (inzuiging, opslurping).
De term transmissie (doorlating) is afkomstig van het Latijnse transmissio
(overtocht).
De term albedo is afkomstig van het Latijnse albedo (witte kleur,
witheid), van albus (wit); de klemtoon van albedo ligt op de 2e
lettergreep [albeedoo].
De term diffuus (verspreid, vaag, verstrooid) is via het Franse diffus
(verspreid) afkomstig van het Latijnse diffusus (verspreid) van diffundere
(verspreiden), gevormd uit dis- (uiteen) en fundere (gieten,
uitstorten).
Bron Etymologiebank.