Ook:
gebouwfunctie. In
het Bouwbesluit is de gebruiksfunctie de functie die aan een gebouw of
ruimte in een gebouw is toegekend. Letterlijk is de tekst:
gebruiksfuncties zijn "gedeelten van een of meer bouwwerken die dezelfde
gebruiksbestemming hebben en die tezamen een gebruikseenheid vormen".
Simpel gesteld zijn de diverse functies: wonen, werken, verplaatsen, recreëren,
zorgen en leren.
Er worden twaalf functies onderscheiden:
gebruiksfunctie
betekenis
1. woonfunctie:
woonfunctie of woongebouw (een woongebouw bevat twee of meer
woonfuncties die zijn aangewezen op een gemeenschappelijke verkeersruimte)
1a. woonwagen
woonfunctie op een perceel bestemd voor het plaatsen
van een woonwagen
het samenkomen van personen voor kunst, cultuur, godsdienst, communicatie, kinderopvang,
het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse of het aanschouwen van sport
(verg. sportfunctie)
3. celfunctie:
3a. cel
een dwangverblijf van mensen
3b. cellengebouw
een gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin twee of meer celfuncties liggen, die
zijn aangewezen op een of meer gemeenschappelijke verkeersroutes
4. gezondheidsfunctie:
medisch onderzoek, verpleging, verzorging of
behandeling
4a. met bedgebied (klinisch)
het gebouw(deel) is bestemd voor het verblijf van patiënten
of bewoners die als gevolg van hun lichamelijke of geestelijke gesteldheid
permanent of tijdelijk aan bed zijn gebonden
4b. niet-klinisch
5. industrie
het bedrijfsmatig bewerken of opslaan van materialen of goederen, of voor agrarische
doeleinden, of het houden van dieren
6. kantoorfunctie
administratie
7. logiesfunctie:
het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk
onderdak van mensen, zoals bijvoorbeeld een vakantiehuisje
7a. logies in een logiesgebouw
in een gebouw of een gedeelte van een gebouw, waarin twee of meer logiesfuncties liggen, die zijn aangewezen op een of meer gemeenschappelijke verkeersroutes
het verhandelen van materialen, goederen of diensten
11. overige gebruiksfunctie
gebruiksfunctie die niet één van de bovengenoemde gebruiksfuncties is,
waarbij het verblijven van mensen een ondergeschikte rol speelt
(bijvoorbeeld een garage, een niet-drijvende steiger)
12. bouwwerk geen gebouw zijnde
(bijvoorbeeld erfafscheiding, tuinmuur)
Soms deelt een gebruiksfunctie ruimtes of voorzieningen met andere gebruiksfuncties.
Een gemeenschappelijke ruimte is een ruimte in een gebouw die ten dienste staat van twee of meer
gebruiksfuncties. Deze ruimten worden geacht deel uit te maken van ieder van de
gebruiksfuncties, hoewel die voor de gebruiksoppervlakte
van een woning meestal niet worden meegerekend. Zo is het gezamenlijke trappenhuis van een woning boven
een winkel een gemeenschappelijke ruimte bij twee verschillende gebruiksfuncties, namelijk
"wonen" en "winkel".
De definities van de gebruiksfuncties zijn opgenomen in het
Bouwbesluit
2012 (Bouwbesluit
2012
online).
Het onderscheid naar functie is belangrijk omdat hieraan allerlei voorschriften gekoppeld zijn zoals aantal vereiste toiletten, brandwerendheid,
verkeerslawaai (geluidswering), daglichtoppervlakte (ramen), lift verplicht
e.d.
Er bestaan ook subgebruiksfuncties zoals "woonfunctie van een
woonwagen". Ook combinaties zijn mogelijk: een winkelwoning is een
voorbeeld van een "woonfunctie niet gelegen in een
woongebouw" en een "winkelfunctie".
Eng. space category (volgens NEN-EN-ISO 520000); designated use, functional use, functional purpose, the use to
which a building is put, function;
hoofdgebruiksfunctie is building category (volgens NEN-EN-ISO 520000)