Cusveller vloeren zijn ribbenvloeren van prefab
betonliggers opgevuld met wapening
en gestort beton. Deze systeemvloeren kwamen bijvoorbeeld voor in woningen die
betrekkelijk kort na de Tweede
Wereldoorlog zijn gebouwd, tot ca. 1965 waarschijnlijk.
"Cusveller vloeren zijn ribbenvloeren opgebouwd uit prefab
ongewapend hollith-bimsbetonblokken
met een klein eigengewicht (1140 kg/m3) en (voor die tijd) een gunstige geluidsisolatie.
Naar gelang de overspanning en de toelaatbare spanning hebben de normale
blokken een hoogte van 15 en 18 cm, een lijfbreedte van 13 cm, een
lijflengte van 45 respectievelijk 55 cm, en in de lengterichting een rug van
5 cm. De blokken werden nauw aansluitend gelegd op een houten bekisting,
zodanig dat tussen de rijen blokken in de lengterichting de
hoofdwapening
en
in dwarsrichting de verdeelwapening werd aangebracht. Deze sleuven
hebben een T-vormige doorsnede door de smalle ruggen op de blokken. De
wapeningsstaven werden gelegd op betonnen steunblokjes (afstandhouders)."
De blokken werden met de open zijde tegen elkaar gelegd waardoor de
holle ruimten tijdens het storten dus niet vollopen met beton.
principe:
ondersteuning "wapening":
detailtekening dwarsrichting:
cusveller vloer als verdiepingvloer, terwijl de begane grond nog gewoon
houten balken heeft; de notatie van de cusveller vloer lijkt hier erg op
de huidige notatie van een isolatielaag; de dikte van de cusveller vloer
is hier 15 cm; klik voor de volledige afbeelding
"De plaats van de lichtpunten werden vooraf op de bekisting afgetekend.
Na het leggen van de blokken werd de vloer rondom het lichtpunt passend
gemaakt door middel van een houten plankje, en vervolgens na het leggen
van de wapening de pvc-leidingen in de sleuven aangebracht. Ook was het
mogelijk de pvc-leidingen in de afwerklaag (dekvloer)
aan te brengen.
Bij de buitenbalkons was het mogelijk door lagere blokken de
balkonwapening door te laten lopen in de cusveller vloer en zo
tegenwicht te bieden. Tenslotte werden alle sleuven volgestort met beton
met korrelgrootte van 3 tot 5 cm, tot de bovenkant van de blokken. De
sterkteberekeningen en de montagetekeningen met renvooi werden door de
fabrikant gemaakt en ingediend bij de constructeur.
Al met al is de cusveller vloer duur wat betreft het arbeidsloon door de
houten bekisting en de extra wapening. Er werd uitgekeken naar andere constructies met
betonblokken zoals onder meer het systeem met prefab omgekeerde betonnen
T-liggers van muur op muur en hart-op-hart
circa 50 cm, waartussen de betonblokken (later polystyreen broodjes) vielen. Hierbij kwam de bekisting
te vervallen, hooguit een houten juk voor de ondersteuning van de
prefab-liggers."
Tekst en meeste afbeeldingen met dank aan aannemersbedrijf
Koning in Santpoort (1925-1986).