![]() |
![]() |
![]() |
oude ramen, roede-indeling; |
Geschiedenis van de ramen, met voorbeelden in o.m. Amsterdam
|
Kruiskozijn
/ kruisvenster met glas-in-lood |
![]() |
Bolkozijn / bolvenster met glas-in-lood (variant op kruiskozijn) (vanaf begin 17e eeuw) Een bolkozijn / bolvenster is een soort half kruisvenster (alleen de onderste helft), hier de variant met glas-in-lood. |
Kruiskozijn / kruisvenster met houten roeden Na
ca. 1650 is het geen noodzaak meer glas-in-lood te gebruiken. De kwaliteit van het
glas werd beter, waardoor men grotere ruitjes kon maken: ongeveer 20 x
25 cm. Lood was te slap om dat formaat de nodige steun te geven en werd
daarom vervangen door roeden van hout. Dat betekent niet dat men na
ca. 1650 geen glas-in-lood meer toepaste, maar pure noodzaak was het
niet meer. Herstel van ramen vond vaak nog in glas-in-lood plaats. In
latere stijlen kwam ook het gebruik van glas-in-lood weer terug. |
![]() |
Kloostervenster (variant op kruiskozijn) Een kloostervenster is een soort half kruisvenster (alleen rechts of links), hier de variant met houten roeden. |
![]() |
Tweelichtvenster met glas in beweegbare ramen (18e eeuw) De term tweelicht geeft aan dat het om twee relatief grote glasramen gaat. |
![]() |
Schuifraam met vaste tussendorpel (2e helft 17e eeuw - 1e helft 18e eeuw) Omstreeks 1685 verscheen er een nieuw type kozijn: een schuifraam zonder kruis, waarvan het bovenste deel vastzat en het onderste kon schuiven. In eerste instantie was het schuifvenster uitgevoerd met een vaste tussendorpel. |
|
Schuifraam met kleine roedeverdeling
|
Schuifraam met grotere ruiten |
Schuifraam met grotere ruiten |
Empire-venster (met accent op middenas) In de 19e eeuw kwamen de Franse vensters in de mode: dit waren geen
schuiframen, maar naar binnen opendraaiende ramen. Deze vensters zijn te
herkennen aan de dikkere middenas. |
Schuifraam 6-ruits (zonder accent op middenas) Het Empire-venster beïnvloedde ook het schuifraam dat gelijktijdig
bleef bestaan. Deze vensters zijn te herkennen aan het ontbreken van de
dikkere middenas. |
T-raam, T-venster, T-schuifraam |
|
Bovenlicht glas-in-lood, onderraam één ruit |
Bovenlicht één ruit, onderraam één ruit, H-venster |
De neostijlen van de 19e-eeuw brachten een tijdelijke terugkeer naar glas-in-lood, terwijl de
Amsterdamse School
weer kleinere ruiten terugbracht. Sindsdien zijn er steeds grotere glasplaten
gebruikt, waardoor de houten roeden zelfs geheel verdwenen.
Veel gevels geven een rommelig beeld omdat ze op elke verdieping een ander
venstertype hebben. Echter, bij restauraties brengt men vaak de oorspronkelijke,
meestal houten roedeverdeling terug. De oorspronkelijke maat van de roedeverdeling is
bij 18e-eeuwse gevels vaak gemakkelijk af te leiden van het ritme van de naar
boven lager wordende vensters (de ruitjes hadden over de gehele gevel immers een
vaste maat). Bovendien zijn soms in de kleine raampjes van de kroonlijst nog de
oorspronkelijke ruitjes aanwezig.
Zie ook roedeverdeling.