![]() |
![]() |
![]() |
Plasticiteit heeft meer betekenissen:
1. Plasticiteit is in de architectuur de ruimtewerking met eigenschaduw. Plasticiteit gaat over natuurlijk (of eventueel kunstmatig) licht dat op en rond een gebouw of beeldhouwwerk straalt. Plasticiteit is ook de mate aan dieptewerking door het reliëf in de gevel, veroorzaakt door licht- en schaduwwerking in de gevel of binnenshuis.
![]() |
![]() |
![]() |
Afbeeldingen o.m. Stanislav
Prokopenko.
Eng. plasticity
2.
Plasticiteit is het verschijnsel en de mate van plastische vervorming onder invloed van een
kracht op een materiaal. In tegenstelling met elastische vervorming keert
het materiaal niet meer terug in de de toestand van vóór het uitoefenen van de
kracht. Zie verder bij plastische
vervorming.
De plastische fase van betonspecie
is de tijd tot aan het begin van de binding van het materiaal.
Verg. elasticiteit, elasticiteitsmodulus.
Eng. plasticity
3.
Plasticiteit is het kneedbaar, vervormbaar zijn.
De plastische fase van betonspecie
is de tijd tot aan het begin van de binding van het materiaal.
Plastische krimpscheuren
ontstaan in de periode tussen het storten van de betonspecie
en het begin van de verharding van het beton.
Zie ook o.m. hulpstof.
Eng. plasticity