![]() |
![]() |
![]() |
Ook:
leien dak; schaliedak (Vlaams). Een leidak is een dak met leien als bedekking. Een
leidak coquette of écaille is de Franse benaming voor wat wij een
schubbendak noemen (ardoise
coqeutte). Coquette is Frans voor koekoeklipvis en écaille betekent schub.
Door middel van een leihamer en een leibrug worden de leien op maat
gekapt. (Het kapijzer
(kapbrug, leidekkersaambeeld) is vergelijkbaar met de leibrug.)
De leien worden bevestigd met een leihaak.
Met de rooihaak worden,
bij bijvoorbeeld restauraties, de
spijkers uitgetrokken die de leien op een dak houden.
De ladderhaak is een haak waar
de ladder van de leidekkers of andere dakdekkers aan bevestigd kan worden (valbeveiliging).
Leidekkers zijn o.m. Ridder
leidekkers/koperslagers, Van
Wely leidekkers/loodgieters, Leidekkersbedrijf
Willem van Boxtel, Koenders
leidekkers, Jobse
leidekkers/loodgieters.
Voor alle benodigdheden voor de leidekker, zoals leihaken,
leinagels, stormkrammen, veiligheidshaken, panhaken en vorsthaken, kijk eens bij
Bové Draadproducten.
Zie
bij leipan (elke pan in de vorm
van een lei waarbij geen leisteen is toegepast, bijvoorbeeld een gebakken kleipan
of van beton of vezelcement).
Voor verschillende typen leidaken,
zie de Leisteenpagina en Voorbeelden
van dakpannen (leipannen). Algemeen: zie dakbedekkingen.
Eng. slate roof