een fors aantal voorbeelden van leisteen van lei-import;
klik voor groter:
Gereedschappen
Door middel van een leihamer en een leibrug worden de leien op maat
gekapt. (Het kapijzer
(kapbrug, leidekkersaambeeld) is vergelijkbaar met de leibrug.)
De leien worden bevestigd met een leihaak,
om wegroesten te vermijden bij voorkeur van messing
of rvs.
Met de rooihaak worden, bij
bv. restauraties,
de spijkers uitgetrokken die de leien op een dak houden.
De ladderhaak is een haak
waar de ladder van de leidekkers of andere dakdekkers aan bevestigd kan
worden (valbeveiliging).
Werkzaamheden van de leidekker (A-blad
Hellende Daken)
- op de grond worden de leien op dikte gesorteerd; de dikste leien komen onderaan het
dakvlak
- de leien worden met een pannenlift of transportlier op het dak
gehesen
- op het dakbeschot wordt met smetlijnen aangegeven
waar de leihaken (per laag) worden
geslagen
- voet-, hoek-, en kopleien worden met leinagels bevestigd, de andere leien aan
leihaken
- de leien worden op maat gehakt, geknipt of geslepen
- met een leihamer worden nagelgaten in de leien
geslagen
- afwerken gebeurt met daklood.
Etymologie
Het woord
lei is beperkt tot het Nederlands en het Duits en is waarschijnlijk afkomstig uit het belangrijkste wingebied van het gesteente in deze regio, het Rijnlandse Leisteengebergte, waar zich ook de bekende rots Loreley bevindt. Vermoedelijk is het een oud leenwoord uit Gallisch
lei. Ontlening uit het Gallisch wordt ondersteund door het Oudierse lie, lia
(steen). Bron Etymologiebank.