Een
verblendsteen is een holle, harde, gladde baksteen met scherpe randen en
perforaties
en heeft een lage wateropname. De
verblendsteen wordt vervaardigd
met een strengpers, waarna hij
gedroogd en gebakken wordt.
Deze strengperssteen wordt vervaardigd van de vettere kleisoorten,
gresklei e.d. met een hoger smeltpunt, wat resulteert in een steen met zeer hoge dichtheid en zeer goede kleurvastheid.
Deze steen heeft in de dikterichting (meestal hoogterichting) vrij grote
doorlopende holle ruimten, vaak vierkante gaten,die niet
voor een betere thermische isolatie zijn maar om deze steen van vette
klei goed te kunnen drogen en gemakkelijk doorbakken te krijgen.
De onverglaasde, gladde verblendsteen heeft doorgaans uitgesproken kleuren, witgeel tot
geel en rood. Verblendstenen zijn ook verglaasd te verkrijgen, in
meer kleuren uiteraard. Het is een siersteen zowel voor buiten als
binnen. Vooral in de Jugendstil
waren delen van de gevel vaak afgewerkt met geglazuurde
verblendsteen.
Blindeerstenen of voorwerkers
De term verblendsteen is afkomstig van het Duitse woord "verblenden"
(blinderen, verbloemen, verbergen, maskeren) en werd oorspronkelijk gebruikt als
gewone gevelsteen die de lelijke erachter liggende stenen moest
verbergen. Deze blindeerstenen of voorwerkers werden in Nederland abusievelijk verblendstenen
genoemd, wat een germanisme is omdat een Verblender een heel gewone gevelbaksteen is, ook wel
Vormauerstein genoemd, al of niet geperforeerd.
De Duitse benaming voor wat wij verblendsteen noemen, is:
Keramikklinker Vollkliner (KK, perforaties minder dan 15%) of
Keramikklinker Hochlochklinker (KHK, perforaties
vanaf 15%).