Soms:
Romano-Gotiek (eigenlijk duidelijker). De Romanogotiek is een bouwstijl die in Nederland vooral in Groningen en
in Duitsland in Ostfriesland voorkomt. Hoewel
het een overgang is van de romaanse naar de
gotische bouwstijl wordt de romanogotiek toch als een eigen stijl
beschouwd.
Voor de bouw de meeste kerken had men een eigen veldoven voor het
bakken van de kloostermoppen
(grote bakstenen), vloertegels,
dakpannen e.d.
De meest opvallende kenmerken van de Romanogotiek zijn:
- de geschilderde decoraties op muren en gewelven
- koepelgewelven (vaak in de vorm van meloengewelven;
gewelven van baksteenvlechtwerk; de ribben
hebben vooral decoratieve waarde)
- veel spaarvelden (vaak hoge, ondiepe
blinde nissen; veel vlechtwerk in
de spaarvelden)
- baksteenversieringen - rijk versierde gevels met vensters,
kraalprofileringen en siermetselwerk
- overkluizing met koepelgewelven
- nog vaak rondbogen, soms gedrukte spitsbogen
- veel éénbeukigekruiskerken, rechtgesloten zaalkerken
en vrij van de kerk staande torens
- inwendig op muren en gewelven steentjesschildering
- door de hogere muren komen vaak steunberen
voor.
"In Nederland komt de Romanogotiek wonderwel vrijwel uitsluitend tot uiting
in Groninger kerken. In de loop van de 13e eeuw worden de muren hoger en
spitsbogen accentueren het verticale aspect. De hogere gewelven rusten op
muurpijlers die druk bezet zijn met colonnetten;
deze colonnetten gaan over in de ribben en vormen aldus doorlopende lijnen van
de grond tot de top, zoals o.m. te Garmerwolde en Stedum." Na verloop van
tijd gaan in de Romanogotiek de hoge vensters het beeld beheersen, zij het dat
deze nog vaak blind zijn uitgevoerd met (sier)metselwerk zoals in Zuidbroek.