In het kader van brandcompartimentering is
het belangrijk te voorkomen dat bij bezwijken van de draagconstructie in de brandruimte de constructie van het aangrenzende compartiment wordt meegetrokken en daardoor eveneens bezwijkt.
Om ervoor te zorgen dat de ligger bij brand de brandwand niet meetrekt, worden de liggers op een kantelnok
geplaatst: bij buigen of bezwijken door brand kan de ligger vrij kantelen ten opzichte van
het draaipunt bij de kantelnok.
De kantelnok is gelast op een console aan de brandwand.
Console, nok, "nokoksel" aan de onderzijde van de ligger
en de ligger ter plaatse van de brandwand moeten zo geconstrueerd zijn dat de ligger
werkelijk vrij kan kantelen zonder brandwand te beschadigen.
De kantelnok is een eenvoudige, constructief heldere oplossing voor het probleem dat brandwanden bij brand worden "meegetrokken".
Andere zichzelf opofferende beveiligingsmaterialen in dit verband zijn de breekbout
en het smeltanker
(voor brandbeveiliging bij wanden).
Naast de betekenis van "het hoogste punt van een dak of de bovenste
liggende balk van een dakconstructie" is de nok ook het "uiterste
punt"; bron Etymologiebank.