home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Toets een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.


beton vorstbestandheid

 

beton vorstbestandheid, dooizouten

Beton van enige ouderdom en met een niet te hoge watercementfactor is meestal goed bestand tegen vorst. Echter: "Als met water verzadigd beton bevriest, wordt het water in het beton van de omgeving afgesloten; het water bevriest immers van buiten naar binnen. Bij bevriezen zet water ongeveer 9% uit. Door bevriezing van een deel van het water komt het nog niet bevroren water onder druk te staan. Deze drukken zijn zo hoog dat het beton inwendig kapot gedrukt kan worden en de constructie niet meer bruikbaar is." Dit geldt eigenlijk voornamelijk voor de toplaag van het beton. Het beton kan afschilferen (afspatten, in het Engels scaling). 
Dooizouten zorgen ervoor dat warmte aan het beton wordt onttrokken. Wanneer het beton al bedekt is met ijs of sowieso onder nul graden C is, kan door de extra temperatuurdaling het water in de buitenste laag van het beton dus juist gaan bevriezen, met afspatten tot gevolg.
"Het probleem van de vorst-dooizoutbestandheid speelt hoofdzakelijk bij wegen en bij horizontale betonverhardingen die met vocht, vorst en dooizouten in aanraking komen."

Beton kan gevoelig zijn voor vorst in de volgende gevallen: 
- de verzadigingsgraad van het beton met water is meer dan ca. 85%
- jong beton van enkele dagen bevat veel ongebonden water (vrij water) en moet goed beschermd worden tegen vorst.

Vermijden van schade door vorst en dooizouten
Schade door vorst bij beton kan vermeden worden door:
- speciaal vorstbestand beton toe te passen ("via de milieuklasse vastgelegd in de voorschriften; er is beton met een gemaximaliseerde [lage] watercementfactor en/of beton met een minimum luchtgehalte"; overigens, portlandcement en portlandvliegascement hebben minder last van vorst en dooizouten dan hoogovencement)
- een luchtbelvormer te gebruiken (door de minuscule luchtbelletjes van 10-300 micrometer (0,010-0,300 mm) wordt de capillaire werking in de luchtkanaaltjes in het beton verbroken, wordt minder water opgenomen en de lucht in de kanaaltjes kan de vorstuitzetting opvangen)
- microbolletjes te gebruiken (holle minuscule bolletjes van 20-80 micrometer (0,020-0,080 mm) toevoegen aan de betonmortel waardoor aanwezig water kan uitzetten; voordeel microbolletjes t.o.v. luchtbellen via een luchtbelvormer is dat we vrij zeker zijn van de hoeveelheid en omvang van de bolletjes en van de verdeling in de mortel)
- beton goed na te behandelen waardoor het niet uitdroogt (gebruik een curing compound of dek het nog vochtige beton van de constructie goed af met folie; het hydratatieproces gaat dan langer door; grote poriën worden omgezet in kleinere zolang er water en cement aanwezig zijn).

En, indien mogelijk, is vorst-dooi-schade te vermijden door:
- geen trilnaald te gebruiken in combinatie met een superplastificeerder (kan wel eens een wat zwakkere betonhuid geven)
- het eerste jaar geen dooizouten te gebruiken.