toog

Toog heeft meer betekenissen:


1. Een toog is een lichte, maar duidelijk gebogen vorm van een constructie, bijvoorbeeld bij raam- en deuropeningen.


een toograam (toogvenster), in dit geval van aluminium:


De term toog is afgeleid van het oude werkwoord togen, tijgen (trekken, slepen); denk ook aan het woord tocht; bron Etymologiebank.
Eng. arch


2. "Toog" wordt ook gebruikt als een ander woord voor zeeg, de zeer lichte opbolling bij een ligger of een plaatvloer ter compensatie van doorbuiging; zie bij zeeg.


3. Een toog is een "slechte soort tufsteen met geringere poreusheid en een groot gehalte aan puimsteen, inz. als grondstof van tras, een poeder-, gruisvormig tufsteen bestemd voor mortel; duifsteen" (Instituut voor de Nederlandse taal).


4. Een toog is de tapkast in een café e.d.
De term toog is hier afgeleid van togen (tonen; van tooch, het vertonen of laten zien van iets); bron Etymologiebank en Instituut voor de Nederlandse taal.
Eng. bar