Silt
is een kleiachtige grondsoort
van zeer fijn zand. In geologische termen is
het een granulair afzettingsgesteente.
Silt vertegenwoordigt binnen de indeling naar korrelgrootte en
textuur van een sediment de
fractie van 0,002 tot 0,063 mm (ofwel van
2 tot 63 micrometer), dus wat betreft
korrelgrootte zit silt tussen zand en klei in. De deeltjes waaruit silt bestaat
hebben minder "binding" met elkaar dan bij klei. (In de Verenigde
Staten is silt de fractie van 2 to 50 micrometer.)
Net als klei is silt een slappe grond, dwz. samendrukbaar en dus geen draagkrachtige
bodem.
In de meeste gevallen is silt te classificeren als leem
(NEN 5104). In Vlaanderen wordt silt leem genoemd.
Sloef is een kleiachtige silt (2 tot 16 micrometer).
textuur van silt (the geoexchange): |
Het woord silt (zeer fijne gronddeeltjes; na 1950) is afkomstig uit het Engels (silt
is slib); het is verwant met ons zilt (zoutachtig); bron Etymologiebank.
Het aardige is dat het Engelse woord silt waarschijnlijk uit het
Middelnederlands afkomstig is: silte, sulte (zoutig moeras,
pekel); bron Online
Etymology Dictionary.
Met dank aan o.m. Natuurwijzer
en The Geoexchange.
Verg. slib.
Eng. silt